Nick Cave: ‘Mijn duivel is ook maar een man die duistere krachten probeert te bezweren’

Wat bezielt een oude rockzanger, bekend om zijn ruige podium-act en een drugsrijk verleden, om te gaan boetseren met klei? En hoe komen die lieflijk ogende keramische beeldjes vervolgens terecht in een museum dat bekendstaat om zijn grootschalige sculpturen van kunstenaars als Richard Serra, James Turrell en Anselm Kiefer?

Nick Cave moet er zelf ook nog even aan wennen dat hij nu, op zijn 67ste, zijn eerste museale solotentoonstelling heeft in Museum Voorlinden in Wassenaar. „Dit is compleet bizar. Het is nog niet zo heel lang geleden dat ik voor het eerst met een homp klei voor me zat en probeerde uit te vogelen hoe je zoiets aanpakt. Om mijn beeldjes dan nu hier in dit gerespecteerde museum te zien, tussen al die grote namen, is buitengewoon aangrijpend.”

In het auditorium van Voorlinden, met de winterse museumtuin als decor, vertelt Cave aan een groepje journalisten over zijn verrassende carrièreswitch. De immer in zwart pak geklede Australische zanger zat in een ver verleden twee jaar op de kunstacademie in Melbourne, maar keerde de kunstwereld de rug toe toen zijn band The Birthday Party internationaal succes kreeg. „Met een band toeren bood mij meer dan eenzaam op mijn kamer zitten te schilderen. Dus als jonge kunstenaar wist ik het wel. Ik werd meegezogen in de slipstream van rock-’n-roll en alles wat dat leven te bieden had.”

Om mijn beeldjes dan nu hier in dit gerespecteerde museum te zien, tussen al die grote namen, is buitengewoon aangrijpend

Hij verhuisde begin jaren tachtig naar Engeland en bracht in de decennia die volgden tientallen albums uit, onder meer met zijn band Nick Cave and the Bad Seeds. Ook schreef hij filmscripts en romans, maar aan beeldende kunst waagde hij zich niet meer. Tot de coronapandemie hem in 2020 aan zijn huis in Brighton kluisterde. „Opeens had ik geen baan meer, ik kon niet toeren, geen platen maken.”

Nick Caves zeventien beeldjes tonen de verschillende stadia uit het leven van de duivel, van geboorte tot dood – vergelijkbaar met de Kruiswegstaties van Jezus.
Foto Robin Utrecht

In het atelier van een bevriende kunstenaar begon hij met het boetseren van kleine figuurtjes, losjes geïnspireerd op de Staffordshire flatbacks – populaire Victoriaanse tafereeltjes voor op de schoorsteenmantel – die hij zelf al verzamelde. „Het voelde zo natuurlijk om te doen. Het heeft iets magisch als je gaat zitten met een bol klei en daar iets tastbaars uit creëert, iets wat je meteen kunt zien en beoordelen. Muziek is veel abstracter. Ook al heb ik honderden songs geschreven, bij ieder nieuw nummer moet ik weer aan mijn bandleden vragen of het goed is. Ik heb me in de muziekwereld daarom nooit helemaal comfortabel gevoeld. Het is echt niet dat ik een verveelde muzikant ben die even iets anders probeert. Dit voelde als thuiskomen.”

Duivel in een pak

The Devil – A Life heet de serie die nu door Voorlinden is aangekocht via de Brusselse galerie Xavier Hufkens. De zeventien beeldjes tonen de verschillende stadia uit het leven van de duivel, van geboorte tot dood – vergelijkbaar met de Kruiswegstaties van Jezus. Net als Cave is zijn duivel een goed geklede man in pak met halflang pikzwart haar, maar dan met fikse horens. De figuurtjes hebben iets kinderlijks, met hun felle glazuurlaag, maar de onderwerpen zijn allesbehalve naïef. In minutieus uitgewerkte details is te zien hoe de duivel een meisje verleidt, te paard ten strijde trekt, met matrozen flirt, een kind offert en uiteindelijk zelf sterft. In die laatste scène, Devil Forgiven, ligt de duivel als aangespoeld lijk op een strand, met naast hem een gehurkt blond jongetje dat verzoenend zijn hand uitsteekt.


Lees ook

De duivelse keramiek van rocker Nick Cave gaat ook over Nick Cave zelf

Op ‘Devil Bleeds To Death’ verbeeldde Nick Cave zichzelf als duivel geflankeerd door zijn twee overleden zonen.

In eerdere interviews heeft Cave er geen geheim van gemaakt dat de serie een diep persoonlijk werk is, onlosmakelijk verbonden met de noodlottige val van zijn 15-jarige zoon Arthur van een klif in 2015. Hij noemt zijn figuurtjes daarom ‘soul objects’: beelden die hij móest maken omdat hij ze niet in woorden kon uitdrukken op albums als Skeleton Tree (2016) en Ghosteen (2019). The Devil – A Life is een serie die gaat over christelijke thema’s als zonde en schuld, verlossing en vergeving. Maar het is óók een menselijk verhaal over een gebroken leven.

Er gaat iets intens therapeutisch uit van werken met klei. Het laat je beter voelen

Nu, in Voorlinden, vertelt Cave openhartig over de helende werking die het kleien hem bracht. „Er gaat iets intens therapeutisch uit van werken met klei. Het laat je beter voelen.” Een vooropgesteld plan had hij niet: „Het is ook voor mij mysterieus hoe dit verhaal is ontstaan. Ik werd op een dag wakker met het idee om een rode duivel te maken, vooral omdat ik wilde experimenteren met felrode glazuur. Toen maakte ik er nog eentje, en opeens ontvouwde zich een verhaal.

Tijdens de coronapandemie begon Cave met het boetseren van kleine figuurtjes, losjes geïnspireerd op de Staffordshire flatbacks – populaire Victoriaanse tafereeltjes voor op de schoorsteenmantel – die hij zelf al verzamelde.

„Het is net als songs schrijven: ik begin nooit met een nummer als het idee er al helemaal is. Ik ga gewoon zitten, bedenk een regel die goed voelt. En als er daarna nog een mooie regel volgt, ontstaat er plots zoiets als beweging, energie. Dat gebeurde ook met die duiveltjes. Toen ik aan het eind van de serie kwam, was ik zelf ook geschokt door wat die kleine figuurtjes mij probeerden te vertellen: iets waar ik in mijn nummers nog niet aan toegekomen was.”

Zelfportret

Natuurlijk is de serie een zelfportret, zegt hij. „Het verhaal begint vrij algemeen als een portret van een man die opgroeit en dingen doet die mannen doen: vechten, trouwen, oorlog voeren. Maar richting het einde wordt het verhaal steeds menselijker en handelt het directer over mijn eigen omstandigheden. Het omslagpunt is het moment dat de duivel het kind vermoordt. Dan gaat het van een gewoon leven naar een leven dat verscheurd wordt door wanhoop.”

Hij wilde dat „de duivel ook iets onschuldigs en humoristisch zou hebben”, vertelt hij. „Hij is ook maar een man, die duistere krachten probeert te bezweren. Ik wilde dat je iets van sympathie voor hem zou voelen. Want voor mij is zonde nauw verweven met lijden. We zien een man die lijdt, meer dan een man die staat voor het kwaad.”

Je voelt je als ouder verantwoordelijk, je voelt schuld omdat je hebt weggekeken toen je niet had moeten wegkijken

De duivel smeekt uiteindelijk om verlossing. Vraagt ook Cave met dit kunstwerk op een bepaalde manier om vergiffenis? „Ik denk dat iedere ouder die een kind verliest om vergeving vraagt. Je voelt je als ouder verantwoordelijk, je voelt schuld omdat je hebt weggekeken toen je niet had moeten wegkijken. Als je het breder trekt, denk ik dat we allemaal voor elkaar verantwoordelijk zijn en dat vergeving altijd het laatste woord zou moeten zijn, bij alles wat we doen.”

„Ik heb altijd iets met religie gehad”, vertelt Cave. „Dat begon al in mijn kindertijd in Australië, toen ik in het kerkkoor zong.”
Foto Robin Utrecht

Hij heeft iets weg van een priester, zoals Cave op het podium van Voorlinden geduldig de iconografie van zijn kunstwerken uitlegt. Ook in zijn songteksten heeft hij zich veelvuldig laten inspireren door bijbelse thema’s – God en de duivel lopen als een rode draad door zijn oeuvre heen. Voor de vele duizenden volgers van zijn nieuwsbrief The Red Hand Files is Cave niets minder dan een spiritueel leider, een goeroe die thema’s als verlies, rouw, liefde, geloof en vreugde bespreekt en daarbij zichzelf niet spaart.

Zoekende

Hoewel hij zichzelf nooit als praktiserend christen heeft gezien, geeft Cave toe dat hij de laatste jaren wel zoekende is naar een vorm van geloof. „Ik heb altijd iets met religie gehad. Dat begon al in mijn kindertijd in Australië, toen ik in het kerkkoor zong. Ik heb nooit een echte openbaring gehad, of een moment van bekering ervaren. Het is meer een reeks kleine stapjes geweest die me leiden naar een soort religieuze positie, en ik ben nog lang niet aanbeland bij het eind van dit proces van langzame bekering. Ik wil mijzelf geen christen noemen, maar alles wat ik doe, komt daar vandaan. Gek genoeg is die langzame zoektocht naar wat God precies is een ontwikkeling waar ik een betere persoon van word, een completere persoon. Dat geldt ook voor deze duiveltjes: ze trekken me dichter naar de essentie.”

Heeft deze serie hem geluk gebracht? Cave: „Ja, er was één duidelijk moment, toen ik het gouden glazuur aanbracht. Iedereen raadde me dat af, want goudglazuur is notoir lastig. Het kan uitlopen en alles ruïneren. Maar ik wilde het toch en ik had er die nacht niet van kunnen slapen. Ik had mijn vrouw Susie meegenomen om de oven te openen en te laten weten hoe het eruitzag. Het was spectaculair mooi geworden, ik barstte ter plekke in tranen uit. Dat soort artistiek plezier had ik lang niet meer gevoeld. Ik maak nog steeds platen, daar ben ik trots op, ik ben blij met de liedjes. Maar de golf van opwinding die ik daar voelde, was echt anders. Puur geluk, gemengd met tranen.”

Nick Cave: The Devil – A Life is t/m 9 maart te zien in Museum Voorlinden, Wassenaar. Info: voorlinden.nl