Was André van Duin maar een interviewer geweest

ZAP In Bij Van Duin op de achterbank interviewt André van Duin collega-grappenmakers. Alleen interviewt hij niet écht. Hij voert een gesprek, zonder door te vragen.

André van Duin ondervraagt Youp van ‘t Hek op de achterbank van een oldtimer.
André van Duin ondervraagt Youp van ‘t Hek op de achterbank van een oldtimer.

Beeld MAX

Het André van Duin-effect werd bij Jinek besproken, vorige week dinsdag. Van Duin (75) zat zelf aan tafel, alles weg te wuiven wat er aan complimenteus over hem werd gezegd. Vanaf z’n zeventiende was hij op tv en radio en half Nederland lachte zich slap om hem (wij mochten dat niet thuis. Luid lachen niet, en al helemaal niet om Ome Joop). In 2016, Van Duin naderde de zeventig, kantelde zijn carrière naar de serieuze kant toen hij Martine Bijl verving bij Heel Holland bakt (HHB) van Omroep MAX. Kijkers liepen met hem weg. Wat deed hij dat leuk, mild-grappig, en zo zichzélf. De jaren daarop toonde hij zich een karakter-acteur in Het geheime dagboek van Hendrik Groen. In de HHB-spin off Denkend aan Holland was hij weer z’n grap- en- grollende zelf. Toen hij ook nog eenvoudige, maar rake woorden sprak bij de Dodenherdenking op de Dam in 2021, zag iedereen de man achter de grappenmaker.

Het Eva Jinek-effect was te zien in een nieuw programma met André van Duin, door hemzelf bedacht. In Bij Van Duin op de achterbank (MAX) interviewt hij collega’s, mensen uit het vak die avond aan avond naar theaters in het land reizen om daar mensen aan het lachen te maken. Hij wil praten, zegt hij in de introductie, over „humor en of er tegenwoordig nog wat te lachen valt”. Dat kan nog spannend worden, nu oude grappen lang niet meer door iedereen grappig worden gevonden, en oude grappenmakers (John Cleese, Roseanne Barr, Dave Chapelle) daar helemaal niet om kunnen lachen.

Met Youp van ‘t Hek naast hem zat er al met al zo’n 110 jaar podiumervaring op de achterbank van de oldtimer, uitgerust met camera’s en – gebbetje aan het eind – bestuurd door Eva Jinek. Van Duin had bij de talkshow Jinek de verwachtingen al wat afgezwakt, hij interviewt niet, zei hij, hij voert een gesprek. Klopt. Was hij een interviewer geweest, dan had hij Van ‘t Hek niet zo makkelijk laten wegkomen met z’n antwoord op de vraag of karikaturen (van een bevolkingsgroep) nog wel konden. „Bij mij wel”, zei Youp. „Bij mij kan alles”. En: „Mijn publiek vindt dat wél leuk.” Dat kan zo zijn, Youp, maar wat nou als ’t niet leuk meer is, of racistisch en dus kwetsend? Van Duin waagde zich niet aan een debat, hij palaverde er op z’n Van Duins overheen met vergoelijkende, half-affe zinnen die het gesprek gezellig aan de gang hielden.

De mannen keken fragmenten van oude en nieuwe collega’s. Louis de Funès, Laurel en Hardy, Daniël Arends, Theo Maassen. Eigenlijk heb ik maar één keer een lach gehoord, of liever gezien. Dat was toen Van Duin de tranen uit z’n ogen wiste bij een fragment uit Fawlty Towers – brandalarm in het hotel. Waarmee een oude, zelfbedachte wijsheid wordt bevestigd: de meeste komieken en cabaretiers zijn buiten werktijd niet per se grappig.

Gevoelvol innerlijk leven

Dat betekent niet dat beroeps-grappenmakers dús een gevoelvol innerlijk leven hebben. Ze zijn lang niet allemaal de clown die z’n verdriet weg schminkt, de komediant die z’n ellende overschreeuwt, de kniesoor die zich verschuilt achter een lollig masker. En Kefah Allush is niet de eerste die probeert de ‘echte’ André van Duin te ontmaskeren. In De kist hoopt hij Adri Kyvon (Van Duins doopnaam) zo gek te krijgen iets wezenlijks te zeggen over zichzelf, over het leven, de dood, iets.

Op onnavolgbare wijze praat André van Duin non-stop zonder ook maar iets te zeggen. Hij denkt niet zoveel na over zichzelf. Aan de dood denkt-ie liever ook niet. Alle narigheid komt vanzelf, het is wachten wanneer. Hij heeft verdriet gehad. Om de dood van zijn ouders, allicht. Hij verloor twee levenspartners. Maar treuren heeft geen zin, en werken geeft hem afleiding. Aha, daar vermoedt Allush verstopt gevoel achter het masker. Hij rukt er nog één keer aan. Tevergeefs. Misschien viel er wel niks te verbergen.