Schipper mag ik overvaren? Nou, misschien niet naar Ameland nee

Reportage

Veerdienst Ameland De vaargeul tussen Ameland en het vaste land slibt dicht. Er valt niet tegenop te baggeren, dus vaart de veerdienst regelmatig niet.


Foto Eric Brinkhorst

In de sterk naar frituur ruikende kantine van de veerboot naar Ameland viert team JO8-2 van voetbalclub Geel Wit de winst. De Amelandse jeugdploeg klopte tegenstander SC Veenwouden vanochtend met 1-3, na een mooie pot, vertelt trainer Leo Kiewied tevreden. En dan gaat ook nog eens de veerboot volgens de planning.

Dat is wel eens anders, zegt Kiewied. Hij gaat om om de week met de jeugdploeg naar het vasteland. „Dan moeten die jongens zich in de bus omkleden, omdat we het anders niet redden. Of de boot terug vanuit Holwerd vertrekt ineens een uur later, en dan moet je zeven van die jochies maar zien te vermaken.”

Afgelopen week was het weer raak. Passagiersdienst Wagenborg schrapte een op de tien tochten van en naar Ameland. Ook de komende tijd moeten reizigers rekening houden met uitvallende veerdiensten, waarschuwde directeur van de veerdienst Ger van Langen. „De veiligheid staat voorop.”

Oorzaak van al die uitval en vertraging: de vaargeul. Die is te ondiep en te smal om veilig te bevaren.

Dan maak je die vaargeul toch wat breder en dieper? Rijkswaterstaat levert naar eigen zeggen een „permanente inspanning” om de geul op de benodigde 55 meter breedte en 3,80 meter diepte te houden. Jaarlijks laat Rijkswaterstaat 1,8 miljoen kuub zand en slib baggeren. Dat komt neer op drie aanhangers vol zand en slib per passagier. Soms varen de baggerschepen tussen Holwert en Ameland wel tien keer per dag. Dit weekend liggen ze stil.

Niet bepaald natuurvriendelijk, want al die bedrijvigheid verstoort het bodem- en waterleven. En niet goedkoop: het vaargeulonderhoud voor de Wadden kost jaarlijks rond de 5,5 miljoen euro; 3,5 miljoen daarvan gaat naar de vaargeul bij Ameland. De ‘zandhonger’ van het oostelijk Waddengebied is groot, de oostelijke Waddenzee wordt steeds ondieper.

Drone-opname van Nes met baggerschuit. Foto Eric Brinkhorst

Wat de baggerproblemen versterkt, is dat slib uit de Waddenzee door Natura-2000-regels ook binnen de Waddenzee moet blijven. Datzelfde slib stroomt binnen enkele dagen weer de vaargeul in. „Een soort van water naar de zee dragen, maar dan andersom”, grapt Kiewied.

Navelstreng

De veerdienst is de „navelstreng van het eiland”, zegt Leo Pieter Stoel (VVD), burgemeester van Ameland. „Ieder boutje, ieder schroefje op dit eiland, komt met de boot.” Maar ondanks de permanente bagger-inspanning is de veerdienst op dit moment dus té onbetrouwbaar, constateert Stoel. „We weten vaak niet wanneer de boot wel of niet vaart, of hoe lang hij erover doet.”

En dat maakt het lastig om afspraken te maken met het vasteland. Stoel: „Als de boot uitvalt dan doe je er zo een uur of twee uur langer over.” Rot als je naar een sollicitatiegesprek of een begrafenis moet. En wat als er op Ameland een brand uitbreekt die te groot is voor de twee aanwezige brandweerwagens op het eiland?

Het moet anders, daar zijn alle partijen het over eens. Maar hoe?

Met een tunnel? Te ingewikkeld, en met een geschat prijskaartje van 1,7 tot 2 miljard euro vooral veel te duur, vindt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Een brug? Die zou ten koste gaan van het eilandgevoel en de scheepvaart te veel belemmeren.

CDA-statenlid in Friesland Rendert Algra opperde onlangs bij Omrop Fryslân dat de inzet van een hovercraft een oplossing kan zijn, omdat dat type boot óver het water beweegt, in plaats van erdoor. Maar door geluidsoverlast is het gebruik van hovercrafts voorlopig niet toegestaan in de Waddenzee, en bovendien is de laadruimte beperkt.

Haven verplaatsen

Een andere optie is om de havens te verplaatsen, om zo aan te sluiten op een natuurlijke vaargeul. Daarvoor zou de haven op het vasteland van Holwerd richting het westen, naar Ferwerd verplaatsen. Op het eiland zijn Ballumerbocht of Hollum alternatieven voor de pier bij Nes. Maar daar voelen de eilanders weinig voor, volgens burgemeester Stoel. „Dan zet je heel het eiland op de kop.”

Hoort de afzondering ook niet een beetje bij het eilandgevoel? Wellicht, verzucht Marc Hulsebos. Hij is slager in Nes, het dorpje waar de veerboot nu aanlegt. „We weten niet echt beter.” Gelukkig heeft hij zelf weinig problemen met de leveringen van zijn waren, maar in het naastgelegen supermarktje stuit hij wel eens op lege schappen. „Ook onzekerheid wordt op een zeker moment een zekerheid”, zegt hij berustend.

Afgelopen week vonden gesprekken plaats tussen passagiersdienst Wagenborg en het ministerie over een korte-termijnoplossing voor het bereikbaarheidsprobleem. Komende week hoopt Rijkswaterstaat met een plan te komen. De vraag hoe Ameland ook ná 2030 bereikbaar blijft, is onderwerp van een onderzoek dat Rijkswaterstaat dit najaar wil afronden.

De gemeente Ameland mocht niet aanschuiven bij de gesprekken. Dat wringt, erkent burgemeester Stoel. „Onze inwoners, de mensen die hier werken en onze bezoekers zijn de belangrijkste gebruikers van de veerdienst.”

Ondertussen reageren de toeristen onderweg naar het eiland gelaten op de onzekere dienstregeling. Het Duitse echtpaar Bushoff, afkomstig van vlak over de grens bij Enschede, komt al jaren op Ameland. Ja, ze hebben wel eens wat vertraging. „Maar als ik op vakantie ben, ga ik me daar niet druk om maken.” Ze komen op en neer voor de rust, om even uit te waaien. Morgen pakken ze de boot weer terug. Nu maar hopen dat-ie gaat.