Het asielzoekerscentrum (azc) in Ter Apel is de afgelopen dagen steeds voller geraakt. Dat meldt persbureau ANP. In de nacht van maandag op dinsdag overnachtten 1.980 mensen in het azc. In het aanmeldcentrum mogen van de rechter niet meer dan 2.000 mensen verblijven, waardoor het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voor het eerst de verhoogde dwangsom van 50.000 euro aan de gemeente Westerwolde dreigt te moeten betalen.
De rechter besloot op 30 oktober een hogere boete te gaan hanteren dan de oorspronkelijke 15.000 euro per overschrijding van het aantal van 2.000 mensen. Formeel gezien, zo oordeelde de rechter, geldt dat aantal op ieder moment van de dag. Het COA telt vooralsnog enkel het aantal asielzoekers dat in het aanmeldcentrum overnacht, niet hoeveel mensen er overdag binnen zijn.
Nieuwe opvanglocaties geopend
Het COA betaalt de dwangsom aan de gemeente Westerwolde, waar Ter Apel onderdeel van uitmaakt, omdat daar overlast ervaren wordt op het moment dat het aanmeldcentrum vol is. In november ging het even goed. Toen opende een noodopvang in Biddinghuizen met plek voor maximaal 1.250 mensen. Sinds maandag is daar een drijvende opvanglocatie in Zaandam bijgekomen met plek voor vijftig mensen. Het is niet duidelijk waarom het in het aanmeldcentrum in Ter Apel sinds een paar dagen weer drukker is.
Tot 6 november week het COA met enige regelmaat uit naar het Drentse Beilen, waar een tijdelijke nachtopvang is. Daarvan is de laatste weken geen gebruik gemaakt. Een woordvoerder van het COA laat weten dat deze opvangplek weer als mogelijkheid wordt gezien op het moment dat de situatie in Ter Apel niet meer houdbaar is.
Of de verhoging van de dwangsom naar 50.000 euro standhoudt, is nog onzeker. Het COA tekende op 27 november beroep aan tegen de uitspraak van de rechter. Het is nog niet bekend wanneer dat beroep inhoudelijk behandeld wordt.
Op verzoek van Mexico geeft Nederland een met turquoise edelstenen ingelegde menselijke schedel terug. Het object komt uit de Rijkscollectie van het Wereldmuseum in Leiden, waar het lang werd gezien als een van de topstukken van de collectie. De schedel is donderdag overhandigd op de Mexicaanse ambassade in Den Haag, zo maakte minister Eppo Bruins (OCW) bekend.
De restitutie valt buiten de gebruikelijke gang van zaken rondom koloniale collecties, schrijft het ministerie, omdat het om menselijke resten gaat. Bij zulke gevallen hoeft de Commissie Koloniale Collecties niet geraadpleegd te worden en is teruggave het uitgangspunt.
Soortgelijke schedels
In 2016 bracht het museum na onderzoek naar buiten: de schedel is nep. Of, de schedel bleek een ander verhaal te hebben. Tot dan toe werd gedacht dat het werk ergens tussen 1300 en 1500 geassembleerd was door de Mixteken, een bevolkingsgroep in het zuiden van Mexico. Het lag anders. De schedel en de turquoise steentjes hadden die herkomst wel, maar ze bleken aan elkaar gelijmd door een Mexicaanse tandarts, in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Het museum heeft de schedel in 1963 gekocht van een Amerikaanse kunsthandelaar, Robert Stolper. Volgens Stolper is de schedel afkomstig uit de periode 1300-1521. Bewijs daarvan had hij niet. Dat was onhandig maar niet ongebruikelijk in de jaren zestig, zo vertelde conservator Martin Berger in 2016 aan NRC. „Er werd in die tijd zo veel semi-legaal en illegaal opgegraven in Mexico dat niemand bijhield waar dingen vandaan kwamen.”
Toenmalig museumdirecteur Pieter Hendrik Pott had zijn pijlen op de schedel gericht, hij vond het een uniek stuk én zag dat andere musea soortgelijke schedels in huis hadden. Hij betaalde 75.000 gulden voor de schedel.
Het Leidse Museum Volkenkunde (nu Wereldmuseum) heeft niet als enige een onterecht als Mixteeks aangemerkte schedel. Zeker negentien musea en verzamelaars wereldwijd hebben zo’n object in huis, vermoedelijk door de Mexicaanse tandarts gemaakt, schreef de Volkskrant in 2016.
Lees ook
Dit interview uit 2016 met archeoloog Martin Berger over het onderzoek naar de schedel.
Ondanks goede voornemens over het naleven van het discriminatieverbod uit artikel 1 van de Grondwet is er nog te weinig vooruitgang geboekt in de strijd tegen etnisch profileren. Daarom dienen Kamerleden Mpanzu Bamenga (D66) en Willem Koops (NSC) vrijdag een initiatiefwetsvoorstel in dat duidelijker moet vastleggen dat de overheid bij het aanpakken van fraude en het opsporen van misdrijven nooit onderscheid mag maken op basis van ‘raciale kenmerken’ als huidskleur en etnische afkomst, behalve als dit nodig is voor een signalement van verdachten. Koops is „ervan overtuigd” dat hij de rest van de coalitie aan zijn zijde kan vinden, en wijst naar de rechtsstaatverklaring die coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB aan het begin van de formatie met elkaar opstelden. „Ik heb iedereen in alle toonaarden horen zeggen dat er geen racisten in het kabinet of in de regering zitten”, zegt Koops in de werkkamer van Bamenga. „Mooi zo, denk ik, dan verwacht ik ook niet heel veel tegenstand bij dit wetsvoorstel.”
Toch stemden alle coalitiepartijen, óók NSC, vorige week voor een omstreden VVD-motie waarin het kabinet wordt opgeroepen om „gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden”. De motie werd met 108 stemmen aangenomen. Inmiddels hebben meerdere partijen, waaronder de SP en het CDA, er weer afstand van genomen.
Hoe verenigt Koops, hij is ook strafrechtadvocaat, zijn stem vóór de motie met de rechtsstaatverklaring? „De motie-Becker was niet goed geformuleerd”, zegt hij. „Woorden zijn gevaarlijk, daar moeten we als politici ontzettend goed op letten.” De bedoeling achter de motie, zegt hij, was om te laten onderzoeken „hoe groepen zich tot elkaar verhouden”. Maar dat is niet wat in de motie staat, beaamt hij. „Het lijkt er nu meer op alsof een soort nieuwe geheime discriminerende politie moet worden gecreëerd, die allerlei gegevens over individuen verzamelt zodat die op de een of andere manier kunnen worden aangepakt.” Die boodschap, zegt Koops, heeft hij er zelf niet in gezien. Heeft hij spijt? „Ik sta nog achter mijn stem, zeker ook met de toelichting die nu op onze website staat.”
Bamenga ziet het anders, zijn partij stemde tegen. De motie-Becker is volgens hem een duidelijk voorbeeld van etnisch profileren. Hij plaatst deze in het licht van de „kwalijke uitspraak” van staatssecretaris Jurgen Nobel (Integratie, VVD), die in de nasleep van de Maccabi-rellen in Amsterdam had gezegd dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”. Bamenga is het zat dat mensen „continu worden geproblematiseerd vanwege hun migratieachtergrond”. Hij wil niet zeggen of hij het Koops kwalijk neemt voor de omstreden motie te hebben gestemd.
Vernederende ervaring
Belangrijker vindt hij dat coalitiepartij NSC samen met hem wil optrekken in de strijd tegen etnische profilering. Bamenga, die in Congo werd geboren, klaagde de Nederlandse Staat vier jaar geleden samen met mensenrechtenorganisaties en een andere burger aan nadat hij op het vliegveld van Eindhoven voor controle uit de rij werd gepikt. Toen hij informeerde naar de reden, werd hem verteld dat de Koninklijke Marechaussee zoekt „naar criminelen, naar niet-Nederlanders”. Pas toen begon hem op te vallen dat naast hem óók een zwarte vrouw met twee kinderen, en een andere zwarte man werden gecontroleerd. „Alle witte mensen mochten doorlopen.” Een oneerlijke en vernederende ervaring, zegt Bamenga.
De Koninklijke Marechaussee maakte zich hiermee schuldig aan rassendiscriminatie, oordeelde het gerechtshof Den Haag in februari 2023. Bij de selectie voor controles mag de marechaussee geen ‘raciale’ kenmerken als huidskleur gebruiken, concludeerden de rechters. De landsadvocaat besloot zich bij die uitspraak neer te leggen. Dit onderstreept volgens Koops de juistheid en duidelijkheid van het vonnis. „Dat moet je dan bij uitstek in de wet vastleggen.”
Sindsdien zijn er vanuit het (vorige) kabinet geen maatregelen genomen tegen etnisch profileren door de overheid. Bamenga vertelt dat vanuit het kabinet in de richting van „een handelingskader” wordt gedacht, terwijl hij op zoek is naar „duidelijkheid en rechtszekerheid”. „Beleid is fluïde, principes zijn dat niet”, vult Koops aan.
Het grondwettelijke discriminatieverbod en daaruit voortvloeiende antidiscriminatiewetten, zoals de Algemene wet gelijke behandeling, bieden volgens de Kamerleden onvoldoende garantie tegen etnische profilering, getuige recente onthullingen over discriminerende werkwijzen van de Belastingdienst, DUO en de Immigratie- en Naturalisatiedienst, waarbij Nederlanders met een migratieachtergrond vaker werden gecontroleerd op fraude.
‘Permanente opdracht’
En dus moet in twee al bestaande wetten, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafvordering, worden vastgelegd dat bestuursorganen en opsporingsdiensten onder geen enkele omstandigheid onderscheid mogen maken op grond van ‘ras’, zoals huidskleur en etniciteit. Dit ligt anders voor signalementen van mogelijke daders van strafbare feiten.
Het wetsvoorstel moet wat de Kamerleden betreft als „een instructie, en dus een permanente opdracht” worden gezien. Koops: „Waar ik heel benieuwd naar ben is of mensen er wél een probleem mee hebben, want ik kan voor de wereld niet zien hoe je hier op tegen kan zijn.”
Het wordt gezien als de grootste massazelfmoord uit de hedendaagse geschiedenis: de door de charismatische Amerikaanse sekteleider Jim Jones opgedrongen zelfdoding van ruim negenhonderd volgelingen, eind jaren zeventig diep in de jungle van het Zuid-Amerikaanse Guyana. Nu willen Guyanese toeristenorganisaties van Jonestown, zoals de plek werd genoemd, een toeristische attractie maken.
Gesteund door het ministerie van Toerisme van Guyana hoopt de branche hiermee het toerisme een impuls te geven, omdat de markt voor ‘morbide’ attracties groeiende is. Maar in Guyana zijn de meningen verdeeld.
Guyana was juist de laatste jaren een beetje afgekomen van het stigma ‘lugubere plek waar sekteleider Jones samen met zijn volgelingen massaal zelfmoord had gepleegd’. Dankzij olievondsten is het land uitgegroeid tot een van de snelst groeiende economieën van het continent.
Lees ook
In olieland Guyana maken paard en wagen plaats voor Landrovers
Jones, die in zijn zogeheten Peoples Temple evangelische en socialistische elementen verenigde, had behalve witte Amerikanen ook een grote Afro-Amerikaanse aanhang in de jaren zeventig in de Verenigde Staten. Toen het hem daar te heet onder de voeten werd wegens zijn kritiek op de Amerikaanse staat, zijn marxistisch-georiënteerde ideeën en beschuldigingen van drugsgebruik en seksueel misbruik, vluchtte hij naar Guyana, dat grenst aan Suriname, Brazilië en Venezuela.
Utopische commune
Diep in de jungle stichtte hij zijn ‘utopische commune’. Zijn Amerikaanse volgelingen – onder wie gezinnen met kinderen – volgden hem. Maar eenmaal in de van de buitenwereld afgesneden jungle, ontpopte Jones zich tot een dictatoriale leider met paranoïde waanideeën.
Op 18 november 1978 kregen zijn volgelingen te horen dat hun taak om „de hemel op aarde” te vinden was voltooid. Ook zouden ze door de CIA op de hielen worden gezeten, zei Jones. Collectieve zelfmoord was de enige uitweg.
De driehonderd aanwezige kinderen kregen als eerste het dodelijke cyanide vermengd met fruitdrank via een injectiespuit in de mond toegediend, waarna de rest van de mensen volgde. Sekteleden die weigerden werden gewurgd, Jones schoot zich naar alle waarschijnlijkheid zelf door de borst.
Guyanese toeristenorganisaties willen de plek waar dit drama zich heeft afgespeeld nu nieuw leven inblazen. De lokale touroperator Rose Sewcharran stelt in Guyanese media dat de ontwikkeling van het toerisme in Jonestown moet worden gezien binnen een wereldwijde trend. „Er zijn meerdere voorbeelden van toerisme op plaatsen waar vreselijke dingen zijn gebeurd, denk aan Auschwitz.”
‘Griezelig en bizar’
Maar het plan oogst in Guyana ook grote kritiek. In een open brief sprak de Guyanese rechtenprofessor Neville Bissember van een „griezelig en bizar” idee, dat volgens hem bovendien niets met Guyana te maken heeft. „Welk deel van de natuur of cultuur van Guyana wordt hiermee vertegenwoordigd, op deze plek waar de dood en andere mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden tegenover een groep Amerikaanse staatsburgers?”, schreef hij. Tegenstanders wijzen ook op het risico dat de plek een bedevaartsoord kan worden voor hedendaagse Jonesfans.
Welk deel van de natuur of cultuur van Guyana wordt hiermee vertegenwoordigd?
Het is de bedoeling dat het alleen per vliegtuig en boot bereikbare Jonestown opgeknapt gaat worden en dat de woning van Jones gerestaureerd wordt. De door oerwoud overwoekerde resten van de vestigingsplaats moeten ook worden opgeknapt, voor zover dat mogelijk is.
Het Guyanese ministerie van Toerisme zegt zich bewust te zijn van de kritiek, maar steunt de plannen voor deze nieuwe toeristische trekpleister. „Het kan mogelijk zijn om mensen – met de juiste context – bewust te maken van de gruwelijkheden die er hebben plaatsgevonden, juist door ze naar de plek toe te brengen”, zei de Guyanese minister van Toerisme, Oneidge Walrond, tegen persbureau AP. „We hebben gezien hoe een land als Rwanda dat heeft gedaan met een vreselijke tragedie”, een verwijzing naar tours in dat land met betrekking tot de genocide van 1994.
De komende tijd worden de mogelijkheden om van de plek een toeristische attractie te maken onderzocht, volgend jaar moet begonnen worden met de werkzaamheden.