„Vreselijk” vonden de Nederlandse handbalsters deze zomer de uitschakeling op de Olympische Spelen. Net als vier jaar daarvoor in Tokio was de kwartfinale het eindstation. Tegen Denemarken werd een vroege voorsprong weggegeven. „We hebben niks, dat is gewoon kut”, vatte Angela Malestein de uitschakeling samen, voordat het team nog diezelfde avond in de bus stapte van Lille richting Papendal.
Zelfs bij de meest geroutineerde speler van de selectie bleef de uitschakeling nog lang door het hoofd spoken. „Ik ben wel een maand gefrustreerd geweest”, blikt de 34-jarige Laura van der Heijden dinsdag terug op de 29-25 nederlaag tegen de Denen. „We waren zo dicht bij de halve finale, en dan haal je het niet.”
De kans op revanche dient zich woensdagavond aan. Dan spelen de handbalvrouwen op het Europees Kampioenschap in Wenen de laatste wedstrijd van de hoofdronde tegen Denemarken. Bij winst plaatst Nederland zich ten koste van de Denen voor de halve finale, anders rest de strijd om plaats vijf en zes. „We hebben vanochtend als team de revanchegevoelens hardop uitgesproken”, zegt Van der Heijden vanuit het spelershotel.
De landen kennen elkaar goed. In de voorbereiding op het EK troffen Nederland en Denemarken elkaar nog in de Golden League, een serie vriendschappelijke wedstrijden. Toen was Nederland wél de sterkste. Die wedstrijd was tevens het debuut van de nieuwe bondscoach Henrik Signell. De Zweed volgde zijn landgenoot Per Johansson op, die na de Spelen zijn tot maart 2026 doorlopende contract had ingeleverd.
Selectiebeleid
In zijn eerste weken kwam Signell meteen onder vuur te liggen. Hoewel hij bij zijn presentatie begin oktober nog had gezegd niet zomaar dingen te zullen veranderen, baarde hij een week later opzien met het niet selecteren van sterspeelster Estavana Polman (32, 190 interlands) en recordinternational Van der Heijden, die voor het EK begon 288 keer uitkwam voor Oranje. „Voor de aankomende jaren is het van belang het team in de breedte sterker te maken”, zei Signell in een persbericht bij de bekendmaking van zijn verjongde selectie. „Ook met het WK 2025 in Nederland in het achterhoofd.”
Oud-bondscoaches als Monique Tijsterman en Bert Bouwer, maar ook speelsters van de huidige Oranje-selectie uitten hun ongenoegen over het selectiebeleid van Signell. De 31-jarige Malestein deelde openlijk met journalisten wat haar dwars zat. „Ik vind dat je altijd naar een EK moet gaan met het kwalitatief sterkste team”, zei ze tegen de NOS. „Er zijn meningen over leeftijd en weet ik allemaal. Ik ben het daar gewoon niet mee eens.” Niet dat ze tegen het integreren van jongere speelsters in de ploeg was, maar of dat „op deze manier” en „op dit moment” moest gebeuren?
Ook hekelde Malestein de communicatie van Signell, die haar ploeggenoten met een kort telefoontje zou hebben geïnformeerd dat zij niet meer bij de selectie zaten. Ze vond het respectloos hoe met haar vriendinnen Polman en Van der Heijden was omgegaan, en kreeg daarin bijval van een andere oudgediende: Loïs Abbingh.


Foto’s: Ronald Hoogendoorn/ANP
Toch een uitnodiging
De soap kreeg een saillant vervolg toen de 19-jarige Alieke van Maurik medio november in de Golden League-wedstrijd tegen Roemenië geblesseerd raakte. Meteen polste Signell of Van der Heijden, net als Van Maurik spelend op de rechterflank, ondanks de gebeurtenissen toch nog bereid was mee te gaan naar het EK in Oostenrijk. Niet veel later volgde een officiële uitnodiging, die ze accepteerde. Op Schiphol gaf ze een paar dagen later toe wel even te hebben getwijfeld. Ze moest voor haar terugkeer in het nationale team „over haar teleurstelling heen stappen”.
Ze nam zich ook voor extra van het Europees Kampioenschap te gaan genieten, want het zou zomaar eens de laatste keer kunnen zijn dat ze erbij is.
En dat genieten lukt, zegt ze dinsdag in het spelershotel. „Al helpt het natuurlijk dat we zoveel winnen.” In de voorronde begon Nederland met zeges op IJsland, Duitsland en Oekraïne, waarbij in die laatste wedstrijd een recordzege werd geboekt (23-43). Nooit eerder won Oranje met zulke grote cijfers op het EK. Door de eerste plaats in de poule nam Nederland twee punten mee naar de hoofdronde.
Pittige gesprekken
Daarin was Slovenië afgelopen donderdag het volgende land dat werd verslagen. Zaterdag volgde de eerste teleurstelling voor Nederland, dat met vijf speelsters zonder toernooiervaring deelneemt aan het EK. Topland Noorwegen was met 21-31 te sterk, terwijl vooraf nog werd gehoopt op een stunt tegen de regerend olympisch kampioen. Na een zondag vol „pittige gesprekken” won Nederland maandag van Zwitserland, waarop oudgediende Loïs Abbingh inging op het spel van de jongere speelsters: „Dit hele toernooi is natuurlijk een leerproces voor de jonge meiden.”
Van der Heijden zegt goed te begrijpen waarom de jonge speelsters als Judith van der Helm (19) en Romée Maarschalkerweerd (20) erbij zijn gehaald. „Ze zitten er niet voor niets bij, draaien goed mee in het team.” Ook spelmaker Isa Terwede, die nog veel in actie kwam, krijgt complimenten: „Dan komt ze erin tegen Zwitserland en maakt ze een mooi doelpunt. De jonge speelsters zijn allemaal niet bang om te laten zien wat ze kunnen.”
In hun ontwikkeling heeft Van der Heijden een bescheiden rol, zegt ze. „Ik ben binnen het team niet meteen iemand die de leiding pakt, maar wel een rustige, stabiele factor als de jongelingen even wat rust nodig hebben. Ik benoem wat goed en minder goed ging, geef ze praktische tips als ze daar om vragen. Maar vergeet niet dat de meeste meiden ook al wel een paar toernooien hebben gespeeld.”
Zelf moet de routinier genoegen nemen met een rol als wisselspeler. De eerste wedstrijd, tegen IJsland, moest ze even op gang komen, „ook vanwege alles wat er is gebeurd”. Maar nu doet ze „gewoon haar ding”. Ook als ze vanaf de bank in het veld komt draagt ze bij aan de teamprestatie. Vanaf de kant kan ze bovendien „hele kleine dingen” zeggen tegen haar ploeggenoten. „De meeste tactische dingen weten de meiden wel, maar als het even niet loopt, laat ik ze wel weten dat ze moeten doorgaan met waar ze mee bezig waren.”
Met haar eigen toekomst bij het Nederlandse handbalteam is Van der Heijden naar eigen zeggen niet bezig. „Ik focus me op dit toernooi, het EK is nu het belangrijkste.” Je zou kunnen stellen dat dit haar kans is om zich alsnog bij de bondscoach in de kijker te spelen met het oog op de toekomst, maar zo ziet ze het zelf niet. „Ik weet wat ik kan, zij weten ook wat ik kan.”
En dus wacht woensdag Denemarken, een wedstrijd waar met een halvefinaleplek als inzet veel druk op staat. „Ik zie die druk als iets positiefs”, zei Signell dinsdag. „Denemarken is een fysiek sterk team, met sterke individuele klasse en verschillende kwaliteiten. Ze spelen ook goed als team samen, zowel verdedigend als aanvallend.” Hij schrijft Nederland de underdogrol toe, „maar dat vinden we een fijn uitgangspunt”.
Dinsdag besteedden de handbalvrouwen veel tijd voor de tv. In kleine groepjes werden videobeelden van Denemarken nauwlettend bestudeerd. Ook de traumatische wedstrijd in de kwartfinale van de Spelen zou ongetwijfeld langskomen, zei Van der Heijden voor de kijksessie begon, „om te zien wat we op dat moment niet goed deden”. Voor haar is één ding duidelijk „We moeten tegen Denemarken met ons beste spel komen. Nog beter spelen dan in alle wedstrijden hiervoor.”
