Opinie | Nieuwe wet gecombineerde achternamen discrimineert vrouwen

Op het geboortekaartje van onze zoon stonden bijna zes jaar geleden alleen zijn voornamen. Wat zijn achternaam was geworden was niet van belang voor zo’n bericht, besloten mijn man en ik. Voor mij speelde er nog iets anders: onze zoon droeg niet mijn achternaam. Dat zichtbaar maken vond ik op een bepaalde manier confronterend. Alsof ik stilletjes akkoord was gegaan met dat aloude systeem waarin vanzelfsprekend de naam van de vader wordt doorgegeven. Maar stil was het niet geweest. We hadden er meerdere gesprekken over gevoerd, alleen er was geen oplossing. Gaven we hem mijn achternaam, dan vond mijn man dat net zo spijtig als dat ik dat vond in het tegengestelde geval. Ik begreep hem, hij begreep mij, en uiteindelijk besloot ik dat het allemaal niet zoveel uitmaakte en kreeg ons kind zijn achternaam.

Maar dan wordt er een nieuwe wet ingevoerd, waardoor ouders vanaf 1 januari 2024 hun kind een gecombineerde achternaam kunnen geven. Voor kinderen geboren op of na 1 januari 2016 geldt er een overgangsregeling, waardoor ook zij alsnog die dubbele achternaam kunnen krijgen. Dit kan tot 31 december 2024. Met andere woorden: we krijgen een herkansing. In eerste instantie vraag ik me af of onze zoon, intussen vijf, niet te oud is voor zo’n naamswijziging. Als ik het aan hem voorleg wordt hij eerst boos („jouw achternaam is een meisjesnaam”) maar na mijn uitleg draait hij bij. Maak er niet zo’n groot ding van, adviseert een vriendin. Op officiële papieren draagt hij mede jouw naam, maar laat hem zelf bepalen of hij die ook wil gebruiken. Dat geeft de doorslag, naast het feit dat dit besluit inmiddels voelt als een noodzakelijke stap op weg naar meer gelijkwaardigheid. Mijn man is het ermee eens, en ik maak een afspraak bij de gemeente.

Bij aanmelding lees ik dat het toevoegen van mijn naam alleen mogelijk is als mijn man daarmee instemt, en dat we samen naar het gemeentehuis moeten komen. Je kon als vrouw tot eind jaren negentig niet eens je eigen achternaam meegeven aan je kind, wat toch het minste is als je een zwangerschap en bevalling achter de rug hebt, maar kennelijk zijn we nu op het punt dat je je (ex-) partner moet meenemen voor het tóévoegen van een extra achternaam.

Zonder zijn handtekening was dit niet gebeurd, een absurde gedachte die me ineens terugwerpt in de tijd

Dat deze toestemmingseis in de praktijk problematisch kan uitpakken, blijkt als ik een vriendin spreek die een nare scheiding achter de rug heeft. Ook zij wil haar zoon haar achternaam meegeven, maar ziet ervan af omdat ze geen zin heeft om haar ex om toestemming te vragen. Dat ze samen naar het gemeentehuis moeten komen, voelt voor haar bovendien niet veilig.

Schaduwkanten

Ik realiseer me ineens dat deze nieuwe wet, die me voorkwam als een stap vooruit, schaduwkanten heeft waar ik niet eerder bij heb stilgestaan. In de huidige vorm zou je zelfs kunnen stellen dat de wet vrouwen discrimineert. Vrouwen in heteroseksuele relaties die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, kunnen hun achternaam niet aan hun kind doorgeven zonder toestemming van de vader. Omgekeerd kunnen mannen dat ook niet, maar omdat door eerdere wetgeving een kind meestal de naam van de man draagt, zijn het in de praktijk vooral vrouwen die hun naam laten toevoegen, en voor wie dit dus nadelig kan uitpakken. Dat blijkt eveneens uit het verhaal van Rebecca, die uit privacyoverweging haar achternaam niet publiekelijk deelt. Mede vanwege haar bi-culturele achtergrond wil ze haar kind een gecombineerde achternaam geven. De vader van haar dochter, van wie ze gescheiden is, stemt hier niet mee in, en daarom is ze met steun van vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann (BCW) naar de rechter gestapt om vervangende toestemming te vragen voor een gecombineerde achternaam. Er zijn meer vrouwen die zo’n rechtsgang hebben gemaakt, maar dat was tot nu toe zonder succes, omdat rechtbanken deze zaken hebben afgewezen. Volgens BCW is dat opmerkelijk, omdat de wet op dit moment aantoonbaar in strijd is met meerdere mensenrechtenverdragen, waaronder het verbod op discriminatie.

Geen bankrekening of hypotheek

Begin december staan mijn man en ik aan de balie bij het gemeentehuis. Voor ons ligt de ondertekende ‘akte van naamskeuze’. Als ik onze achternamen naast elkaar zie staan, raakt me dat meer dan ik had verwacht. Het voelt alsof er iets is rechtgezet. Niettemin zit er ook nog iets onbestaanbaar scheef. Zonder zijn handtekening was dit niet gebeurd, een absurde gedachte die me ineens terugwerpt in de tijd. Terug naar de jaren dat je als getrouwde vrouw niet zelf een bankrekening kon openen, geen hypotheek of verzekering kon afsluiten, en dat je alleen aan het werk kon met toestemming van je man.

En natuurlijk, ik snap dat het ook goed is dat moeders én (in dit geval) vaders gelijk betrokken zijn bij alles rond het kind. Maar hoe de wet nu is vormgegeven pakt die niet voor iedereen gelijk uit, en daar moet iets aan veranderen. Laten we daar stampij over maken, te beginnen met het aanvragen van die gecombineerde achternaam, als je daar nog steeds over twijfelt. Werkelijke gelijkwaardigheid blijft helaas een strijd die nog lang niet gestreden is.


Lees ook

Stilte over vrouwenrechten is veelzeggend

Huishoudbeurs in de RAI, 1960.