De organisator van het Eurovisie Songfestival gaat de zangwedstrijd anders inrichten voor artiesten om misstanden zoals die tijdens de vorige editie te voorkomen. Dat heeft de Europese organisatie EBU dinsdag beloofd in een verklaring.
Achter de schermen komt een zone waarin niet gefilmd mag worden. Verder krijgen de artiesten de mogelijkheid voor besloten repetities, zonder publiek of camera’s, en wordt er meer rust ingebouwd in hun schema. De EBU zal ook een veiligheidsmanager benoemen, bij wie artiesten kunnen klagen over incidenten. Woensdag komt de EBU met een gedragscode en zorgplichtprotocol waarin een en ander is vervat.
De maatregelen zijn een reactie op dertien klachten van vier deelnemende landen over een onveilige werksfeer op het festival in Malmö in mei. De Nederlandse artiest Joost Klein werd toen uitgesloten van deelname aan de finale omdat hij na een repetitie een EBU-cameravrouw zou hebben belaagd. Zij filmde Klein tegen diens uitdrukkelijke verzoek, zo meldde AVROTROS. De omroep, die het internationale tv-programma voor Nederland verzorgt, vond de diskwalificatie zwaar overtrokken en dreigde niet meer mee te doen. De anders zo correcte Songfestivalcommentator Cornald Maas vatte de Nederlandse gevoelens toen samen met: „Fuck de EBU!”
De deelname van Israël zorgde voor veel onrust op het Songfestival. Er waren demonstraties in de stad, de Israëlische delegatie zou hebben geprovoceerd, en onder meer de Ierse artiest Bambie Thug hebben belaagd, een uitgesproken tegenstander van de Israëlische oorlog in Gaza. Op de persconferentie na de finale zei Nemo, de Zwitserse festivalwinnaar: „Er zijn veel dingen gebeurd die erop wijzen dat het helemaal niet ging om liefde en eenheid dit jaar.”
Na toezeggingen van de EBU over verbetering van de veiligheid, besloot AVROTROS eind oktober om toch mee te doen aan de editie in 2025. Joost Klein kreeg het aanbod voor een revanche, maar hij sloeg dit af. Dinsdag reageerde de omroep met een voorzichtig positieve reactie op de maatregelen van EBU: „Wij zijn hier content mee omdat we zien dat de EBU geluisterd heeft naar onze opmerkingen. Wij blijven wel monitoren of de veranderingen en afspraken die gemaakt zijn worden nagekomen en worden gehandhaafd.”
Hé las je dat, zei iemand, makreel is nu ook overbevist. Ik had het nog niet gelezen en dacht meteen: ‘dat las ik niet, en dat ga ik niet lezen ook, ik wil het niet weten’. Hier zien we een plaatje van een struisvogel. Maar wie wil een struisvogel zijn, wie kán het zijn, aangezien nieuws je nu eenmaal van alle kanten bereikt, ook makreelnieuws.
Wat jammer nu toch. In alle opzichten natuurlijk, niet alleen voor de eter die het heerlijke roggebroodje met makreel, mayonaise en kappertjes (in kleine stukjes bij een koud borreltje) moet gaan missen en nog veel meer bereidingswijzen, waarover later, maar ook voor de vissen zelf, voor goedwillende vissers, voor de oceanen en eigenlijk voor alles en iedereen.
Er waren goede afspraken, er zijn goede afspraken, maar Noorwegen, de Faeroër en het Verenigd Koninkrijk houden zich er niet aan, zegt Tim Heddema, voorzitter van de Pelagic Freezer Trawler Association (PFA), de brancheorganisatie voor de visverwerkende industrie, die net als de Visfederatie, waarin de visgroothandels zich verenigd hebben, niet erg content is met het besluit van de Viswijzer. De vissector meent dat vooral de genoemde landen het probleem hebben veroorzaakt, want die hebben doodleuk eigen afspraken gemaakt die geen rekening houden met wat verantwoord is volgens wetenschappelijk onderzoek. Hun afspraken houden voornamelijk rekening met bedrijfsresultaten en verdienmodellen, die op deze manier natuurlijk nooit zo heel lang verdienstelijk kunnen blijven. Je vraagt je meteen maar weer eens af waarom de mens zo dom en inhalig is, en zo kortetermijnachtig enzovoort, maar dat is meer het soort vragen dat zich laat bespreken bij het al genoemde borreltje (met dat roggebroodje nu zonder makreel – bah).
Makreel, zo’n schitterende vis met z’n blauw en grijs gestreepte rug, zijn dynamische vormgeving en zijn fraai gevormde staart, was lang een zeer gezonde vis. Als soort. Grote scholen alom, we konden er best wat van eten en je voelde je dus ook altijd heel deugdzaam met een makreeltje: gewoon uit de Noordzee, ruim voorradig, goedkoop, geen opscheppersvis, en ook nog vol gezond vet, wat wil je meer. Maar nu slaat de Viswijzer alarm, een kantelpunt nadert, nog even en de makreelstand gaat hard teruglopen. Stoppen dus. Makreel krijgt een rood waarschuwingsteken op hun lijst, wat betekent dat consumenten wordt afgeraden de vis te kopen.
Zelfs een zo talrijk aanwezige vis als makreel dreigt uitgeroeid te worden.
De PFA raadt consumenten desondanks aan voorlopig vooral makreel te blijven eten. „Wij begrijpen en delen de grote zorgen die er zijn over makreel, maar de Viswijzer wijkt hiermee af van de huidige wetenschappelijke adviezen. De wijzigingen hebben mogelijk een grote impact op de Nederlandse vissector, die op een verantwoorde manier makreel vangt en verhandelt”, zegt voorzitter Heddema.
Illustratie Sara-Noor ten Cate
Consumenten moeten gewoon kijken op de verpakking of de vis in Noorwegen of in de Nederlandse Noordzee is gevangen, want de EU-vissers gedragen zich goed, meent hij. De andere landen moeten dus gestraft worden en niet alle vissers: „Wij zeggen: zet een rood merkje op die landen die zich niet aan de afspraken houden.”
Dat klinkt eenvoudiger dan het is. De Marine Conservation Society, bekend van het wereldwijd gebruikte MSC- en ASC-keurmerk voor respectievelijk in het wild gevangen en gekweekte vis, heeft net als Viswijzer ook drie stoplichtkleuren om aan te geven hoe verantwoord een vis gekocht kan worden, maar die zijn dan weer onderverdeeld in ieder twee niveaus. Bij de makreel is dat geel en oranje, waarbij oranje geldt voor in de buurt van Cornwall gevangen vis en geel voor in het zuidoosten van het VK gevangen vis, maar er is ook nog een oranje melding voor álle vis in het noordoostelijke Atlantische gebied én een rode stip voor datzelfde gebied en die beoordelingen hebben dan ook weer te maken met vangstmethodes, overigens net als bij de Viswijzer.
Je begrijpt niet makkelijk hoe een consument met één blik op een verpakking (welke verpakking trouwens? Op de markt is die er niet) zou moeten vaststellen wat precies de stand van zaken is met betrekking tot de aan te schaffen makreel. Dan is het advies van de Viswijzer wel zo duidelijk: niet doen.
Andere vette vis op rood
Al moet ik toegeven dat het advies van de visserijbranche wel veel aantrekkelijker klonk. Van Heddema mogen we nog wel tot september of oktober makreel eten, van door EU-vissers gevangen makreel, omdat dan pas de nieuwe wetenschappelijke beoordeling over de stand van de makreel beschikbaar komt. Hoera! Maar ook: hmm. Want het is wel duidelijk dat er met veel vis iets aan de hand is.
Andere vette vis, zoals de paling, staat onomstreden op rood, die dreigt echt uit te sterven als we niet ophouden de paling te bevissen. Kweekzalm veroorzaakt, zoals we nog onlangs in NRC konden lezen, veel narigheid voor wilde zalm, onder meer de gevreesde zeeluis, en zalm is ook niet zo erg duurzaam omdat de vis weer gevoerd wordt met andere vis, of met krill die voor de neus van sommige walvissen en pinguïns wordt weggevist. Verder verspreiden de antibiotica die de zalm gezond moet houden zich door het zeewater met ook weer gevolgen voor andere vissen. Mijn visverkoper zegt dat je eigenlijk geen zalm moet eten, kweekzalm dan, en dat is verreweg de meeste zalm, maar hij verkoopt ’m wel. Er is simpelweg te veel vraag naar dan dat hij zich kan permitteren om steeds ‘nee’ te verkopen. Vindt hij als koopman. Als visser denkt hij anders.
Het is wel duidelijk dat er met veel vis iets aan de hand is
Dus daar komt de consument toch weer in beeld, die weliswaar geen vangstafspraken kan afdwingen, maar wel de verkopers kan beïnvloeden en die kunnen, als ze groter zijn dan de visstal op de markt, wel degelijk invloed uitoefenen.
Albert Heijn overweegt al een makreelstop.
Niet dat ik de makreel meestal daar kocht, want die van de markt is veel lekkerder, koud gerookt, niet gestoomd (warm gerookt). Overigens rook ik zelf verse makreel wel warm, en dan vind ik dat ook weer geweldig lekker. Vette vis leent zich zo goed voor roken, juist vanwege dat vettige denk ik, daar blijft de rooksmaak lekker in hangen en vette vis droogt ook niet uit als je geen boter of olie toevoegt.
Maar daar zit ik alweer in de bereidingswijzen, en het punt is nu juist dat we op moeten houden met het bereiden van makreel, als het niet uit braafheid is omdat de Viswijzer het zegt, dan toch minstens om Albert Heijn en andere supermarkten aan te moedigen om te dreigen met een verkoopstop als er geen goede afspraken gemaakt worden.
Visslaatje
Maar wat dan nu? Vanwege die narigheid met de zalm eet ik die niet meer, alleen soms een stukje wilde, en koop ik ook geen blikjes meer (al vindt Viswijzer zalm dan weer niet zo héél erg, die krijgt een oranje beoordeling). Tonijn is ook al niet zo’n beste keus, overbevissing en schade aan de habitat, onder meer door de bijvangst van dolfijnen, dus die blikjes gebruik ik ook alleen nog maar als ze erop zweren dat deze tonijn goed gevangen is. Daarom was ik voor een lekker visslaatje voor op een toastje, dat dan weer goed smaakt bij een glaasje witte wijn, overgestapt op makreel (een stengeltje bleekselderij héél fijn snijden en ook wat lente-ui en dille fijngehakt toevoegen aan de mayonaise doet veel goed), maar nu zitten we met de handen in het haar.
De Good Fish Guide raadt aan om ansjovis of haring te nemen, maar gerookte ansjovis ben ik nog nooit tegengekomenen juist die rooksmaak is zo lekker. Spekbokking (koud gerookte haring) dan? Die is zouter dan makreel en ook veel ‘vissiger’. Dat hoeft geen bezwaar te zijn natuurlijk, ook die zal zich ongetwijfeld met wat ingrepen laten temmen tot iets dat iedereen graag geserveerd krijgt, maar tot nu toe koop je die uitsluitend op de markt en dan met alles er nog in, ingewanden enzo. Hoeft geen bezwaar te zijn (kun je zelfs wel een leuk werkje vinden als je zo iemand bent die graag mooie werkjes doet in de keuken) maar dat visje blijft wat grofstoffelijker en meer aangelegd op wodka en oude jenever dan de gebruiksvriendelijker makreel, laat staan dan de elegante zalm.
Nu ja. Het is ook maar waar je aan wilt denken. Je kunt je altijd concentreren op wat je dan niet meer ‘mag’ – toch al het verkeerde woord –, of je kunt denken aan scholen zilverige makrelen in de oceaan, aan hoe we die gaan redden, misschien wel heel eenvoudig door gewoon een poosje verder te leven zonder makreel bij de borrel.
Na een week van escalatie in de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China laten de gevolgen zich in beide landen niet alleen op de beurzen zien. Een sojaboer in Kentucky, die zegt trouw op Trump te stemmen, lijdt door de Chinese tegenmaatregelen verlies op zijn oogst. China is ruimschoots de grootste afnemer van Amerikaanse sojabonen. Om een langdurige handelsoorlog te overbruggen, moet hij net als veel collega’s leningen afsluiten, schrijft hij in een opiniestuk op de website The Free Press. „In feite moeten we nu betalen om ons werk te doen.”
Twaalfduizend kilometer verderop, in de Oost-Chinese stad Yiwu, leven vergelijkbare zorgen. Jiang Jiayu produceert daar kerstdecoraties, waarvan ze een aanzienlijk deel naar de VS exporteert. Normaal zouden de bestellingen nu binnenstromen, maar dit jaar blijven die uit. Ze overweegt te stoppen als er niet snel iets verandert, zegt ze tegen persbureau AP. „Ik ga er geen geld op toeleggen om in deze markt te blijven.”
Maar een snel einde aan de handelsoorlog lijkt nog niet in zicht. Washington stapelde sinds vorige week de ene importheffing op de andere: 34 procent, 50 procent, 20 procent, 21 procent, opgeteld 125 procent. Die nieuwe heffingen komen nog bovenop de 20 procent die de VS eerder al op Chinese producten legden. En China reageerde steeds met eenzelfde tegenmaatregel, zodat op de invoer van Amerikaanse producten in China sinds vrijdag eveneens 125 procent invoerbelasting moet worden betaald. ’s Werelds grootste twee economieën liggen op ramkoers en aan beide zijden overheerst strijdbare retoriek.
Toch is Jue Wang, die aan de Universiteit Leiden doceert over de politieke economie van China, voorzichtig optimistisch dat beide partijen met elkaar gaan praten. „Ik denk niet dat de heffingen verder omhoog gaan, want ze zijn al veel te hoog”, zegt ze. „Uiteindelijk moet er onderhandeld worden, want dit loopt uit de hand.”
Er is hierover voor zover bekend nog geen enkel contact tussen China en de VS. Hoe ziet u die onderhandelingen tot stand komen?
„Beide regeringen begrijpen dat de welvaart van producenten en van handelaren wordt aangetast, onderhandelingen zijn de enige uitweg. Ik kan niet zeggen wie de eerste stap zal zetten, maar uiteindelijk doet dat er niet toe. Het is nu zo hoog opgelopen, dat de impact niet meer te kwantificeren valt. Wat betekent 145 procent eigenlijk? Wat doet dat met je bbp? Hoeveel ondernemers gaan er failliet? De getallen hebben bijna hun betekenis verloren. Ongeacht wie de eerste stap zet: beide partijen zoeken een manier om dit op te lossen.
„Ze zullen nu op zoek zijn naar de juiste mensen om de boodschap over te brengen. Dat is hoe het altijd werkt als staten onderlinge problemen willen oplossen. Zo hebben China en de VS het contact hersteld in 1972 [toen de Amerikaanse president Richard Nixon naar China reisde voor een bezoek dat buitenlandminister Henry Kissinger in het geheim had voorbereid]. Ik weet niet precies wie dat nu doen voor China. Waarschijnlijk dezelfde of een vergelijkbare groep mensen als die de onderhandelingen met de VS deden na de eerste ronde van de handelsoorlog.”
Dit weekend werd duidelijk dat de Amerikaanse heffingen voorlopig niet gelden voor elektronica, zoals iPhones. Is dat een olijftak?
„Nee, dat is welbegrepen eigenbelang. Sommige belangrijke producten kunnen ze niet zelf maken. En sommige sectoren hebben veel invloed binnen de Amerikaanse regering, waaronder de industrie die je noemt.”
Zou China, met zijn haperende economie, een langdurige handelsoorlog eigenlijk wel aankunnen? Bestaat het gevaar dat dit tot sociale onrust leidt?
„China is in staat de situatie enige tijd onder controle te houden. De regering kent een traditie van steun aan exporteurs en producenten en ze heeft instrumenten om consumenten te ondersteunen.
„Kan China het overleven? Ja. Kan Amerika het overleven? Ja. Maar op de lange duur is het natuurlijk niet wenselijk: als dit voortduurt, zullen meer mensen hun werk verliezen, meer fabrieken en boerenbedrijven zullen sluiten. En dat terwijl de Chinese economie al zoveel problemen kent. Maar mensen zullen niet in armoede en hongersnood vervallen, of de straat op gaan. De export naar Amerika is een deel van China’s bbp [ongeveer 3 procent], maar het is niet alles. Er zijn andere markten voor Chinese producenten. Er is ook een grote binnenlandse markt.”
China probeert de binnenlandse consumptie al heel lang aan te wakkeren om minder afhankelijk te worden van de export. Is deze crisis daar een extra katalysator voor?
„China heeft de laatste jaren geprobeerd de binnenlandse consumptie te bevorderen, maar niet als vervanging voor de export. Het wil natuurlijk dat de export ook blijft groeien, en die groei vertraagt nu – door stijgende productie- en loonkosten en door de handelsoorlog.
„De Chinese overheid kan de consumptie aanwakkeren met stimuleringsmaatregelen en steunpakketten, maar als je wil dat mensen minder sparen en meer uitgeven, moet je ze vertrouwen geven. Publieke dienstverlening moet zo goed zijn dat mensen minder geld opzij leggen voor onderwijs, gezondheidszorg of hun pensioen. Ik denk dat deze situatie de regering nog meer nadruk op binnenlandse bestedingen zal laten leggen, maar dat deed ze al enige tijd.”
Denkt u dat China de verstoorde handelsrelatie met de VS ziet als een kans om de economische relatie met Europa te verbeteren?
„China heeft altijd gestreefd naar een sterke handelsrelatie met Europa, los van wat met de VS gebeurt. Het is geen simpele driehoeksverhouding. De EU heeft haar eigen zorgen over China, zoals veiligheid, de angst voor dumping van goedkope goederen, of de angst de VS te zeer tegen de haren in te strijken. Maar het bouwen van nieuwe handelsrelaties met Europa, en het bestendigen van bestaande, is voor China altijd een prioriteit. Europese beleidsmakers moeten nu urgent nadenken wat voor handelsrelaties zij met China wensen.”
Wat zou er bij een onderhandeling met de VS op tafel kunnen liggen?
„Allereerst moeten beide kanten kalmeren. Heffingen van 145 procent zijn choquerend – het worden holle getallen. Je zou ook kunnen zeggen: 2.000 procent, maar het slaat nergens op: mensen gaan simpelweg geen handel meer drijven. Dus als eerste stap moeten ze die heffingen terugbrengen naar niveaus waarover reëel te onderhandelen valt. En dan komen de andere punten weer in beeld: de Amerikanen willen dat China zijn markt verder openstelt, de Chinezen zullen bepaalde rode lijnen trekken. Daarbij zullen ze bijvoorbeeld eisen dat de Amerikanen hun beperkingen op China’s technologische ontwikkeling afzwakken. Of de Amerikaanse kritiek op de rol van de staat in de Chinese economie.”
De VS en China hebben allebei veel nationalistische retoriek gebruikt: China laat zich niet treiteren, Amerika laat zich niet uitknijpen… Hoe maak je dan de draai naar een gesprek?
„Ze bedienen hun thuispubliek. Dat is een politiek spel om te laten zien dat ze sterke leiders zijn, de juiste partij. Maar de Chinese regering is er ook goed in om politieke retoriek en propaganda te combineren met praktische oplossingen. Het is niet moeilijk om dan te zeggen: we moeten onze exporteurs en onze bedrijven beschermen. Wij zijn bereid om te onderhandelen, als de VS dat niet zijn, doen ze iets fundamenteel verkeerd.”
Het is 16.15 uur maandagmiddag als Leon van de Zande, secretaris van de Universiteit van Amsterdam, de bezetters van het Maagdenhuis per megafoon oproept het universiteitsgebouw te verlaten. Tevergeefs. „Oink, oink, piggy, piggy”, zingen demonstranten richting de agenten. Die ogen ontspannen. Uit het raam hangt een spandoek waarop tot een boycot van Israël wordt opgeroepen. De activisten steken nog een keer een groene rookfakkel aan.
En dan stormt een arrestatieteam naar binnen en is de Maagdenhuis-bezetting van 2025 ten einde. Die duurde zes uur en kwam na anderhalf jaar pro-Palestinaprotest toch ogenschijnlijk uit het niets.
Volgens het universiteitsbestuur waren de demonstranten voor het grootste deel onherkenbaar door gezichtsbedekking. Ze hadden slaapzakken bij zich en breekgereedschap, zegt UvA-woordvoerder Annelies van Dijk. Bij het innemen van het pand is voor zover bekend geen geweld gebruikt, maar het was „wel heel intimiderend”, zegt Van Dijk, die maandagochtend in het pand was toen de bezetters toesloegen. Het universiteitsbestuur heeft aangifte gedaan van huisvredebreuk.
Op de vraag of de dodelijke Israëlische aanval op vijftien hulpverleners vorige maand de aanleiding vormt voor deze bezetting, zegt de buiten staande activist Sam (die niet met achternaam in NRC wil): „Hoeveel aanleidingen zijn er nodig?”
De protesten waren begin dit jaar geluwd, nadat het staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël was ingegaan. Inmiddels bombardeert het Israëlische leger volop doelen in de Palestijnse strook, met vele burgerdoden tot gevolg.
Het protest bij de UvA en andere universiteiten richt zich op samenwerkingsverbanden met Israëlische academische instellingen. Tot dusver heeft de UvA alleen het studentenuitwisselingsprogramma met de Hebrew University stopgezet. De demonstranten eisen dat alle banden worden doorgesneden met Israëlische universiteiten, vanwege hun vermeende faciliterende rol bij het onderdrukken van Palestijnen.
De bezetters houden maandagochtend een spandoek omhoog met ‘Dr. Sirin Al-Attar House’, zoals het Maagdenhuis volgens hen nu heet. Deze gynaecoloog en moeder van drie kinderen werd op 11 oktober 2023 gedood bij een van de eerste vergeldingsaanvallen van de Israëliërs voor de terreuraanval van Hamas van 7 oktober. Later verwijdert de politie het spandoek.
Buiten worden demonstranten door een ME-peloton naar achter gedreven, om controle te houden over de stegen direct om het universiteitsgebouw, dat midden in het centrum van Amsterdam ligt. Sommige demonstranten komt dat op klappen met de lange lat te staan. Even is het grimmig. Glas vliegt vanachter de demonstranten op de agenten, iemand roept „niet gooien!”
‘Oink, oink, piggy, piggy’, zingen demonstranten richting de agenten
Vanaf drie uur is het rustig en begint de verdere opmaat naar de ontruiming. De chauffeur van de mobiele gevangenisbus van de Dienst Justitiële Inrichting parkeert voor het Maagdenhuis. Nadat de demonstranten worden gesommeerd het gebouw te verlaten, trekt een arrestatieteam naar binnen. Nog één keer zwaaien de activisten naar hun sympathisanten. Dan draaien ze zich om en gaan hun handen omhoog.
Acht overgebleven activisten worden tegen vijven geboeid en zonder gezichtsbedekking naar buiten geleid, langs de pers. Bij de bus worden ze ingerekend. Van de tientallen bezetters bleken aan het eind van de middag slechts enkele te resteren. De rest is opgegaan in de groep buiten of aangehouden bij het verlaten van het Maagdenhuis.
Glitters
In het verleden hebben activisten het Maagdenhuis vaker bezet. Voor het laatst langdurig in 2015, toen demonstranten meer inspraak en betere arbeidsvoorwaarden eisten van het bestuur. Na zes weken werd het pand toen ontruimd. De heftigste studentenprotesten tegen Israël waren een jaar geleden, toen er een confrontatie was tussen demonstranten en politie bij de Oudemanhuispoort en het Roeterseiland. De schade bedroeg volgens de UvA 4,1 miljoen euro.
Na de huidige bezetting blijven blauwe glitters achter in het atrium van het Maagdenhuis. Op tafel liggen proteïnerepen, een rood valharnas en het telefoonnummer van een advocaat die geregeld demonstranten bijstaat. Op een blad staan regels, zoals: „The goal of this action is not to destroy the building.”
Elders in het gebouw werden computerschermen vernield. Meubilair is naar het trappenhuis versleept. Over twee portretten van kunstenaar Rosemin Hendriks werden rode strepen getrokken. Tot op de bovenste etage staan graffiti-slogans op de muren, zoals „Fuck your complicity”, „Free Gaza” en „Shame on UvA”.