Bashar al-Assad, de beul van Syrië, is ten val gebracht. Syrische rebellen hebben zondag de hoofdstad Damascus ingenomen en Assad is het land ontvlucht. Een elf dagen durend bliksemoffensief onder leiding van de islamistische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham lijkt het einde in te luiden van een regime dat Syrië al meer dan een halve eeuw onderdrukt.
Waar Assad naartoe vluchtte, bleef aanvankelijk onduidelijk. Zondagavond berichtten Russische staatsmedia dat de verdreven dictator is aangekomen in Moskou en daar asiel is verleend.
Intussen vieren Syriërs wereldwijd feest. Uit alle uithoeken van Syrië, zelfs vanuit de kustgebieden waar Assad historisch veel aanhang genoot, verschenen zondag beelden op sociale media van mensen die standbeelden van leden van de familie Assad omverwerpen. Ook in verschillende wereldhoofdsteden gingen Syriërs met duizenden tegelijk de straat op, gehuld in de vlag van de Syrische revolutie van 2011 waarvan de eerste stap na bijna veertien jaar eindelijk is volbracht.
Vrije verkiezingen
Zelfs handlangers van het oude regime staan nu te dringen om trouw te zweren aan de revolutie. De Syrische staatstelevisie, die tot voor kort nog deed alsof er niets aan de hand was, opende zondag met de woorden: „De overwinning van de grote Syrische revolutie en de val van het criminele Assad-regime.” De nog in september door Assad aangestelde premier Jalali zei in een videoboodschap dat hij „de hand reikt” naar de oppositie en riep op tot vrije verkiezingen.
HTS-leider Abu Mohammed al-Jolani benadrukte zondag eveneens dat hij uit is op een civiele regering en een ordentelijke machtswisseling. In een verklaring, waarin hij niet langer zijn nom de guerre Jolani maar zijn echte naam Ahmed al-Sharaa gebruikte, gaf de rebellenleider aan dat staatsinstituties voorlopig onder het gezag van premier Jalali blijven en verbood hij zijn strijders overheidsgebouwen aan te vallen.
„Dit is een overwinning voor alle Syriërs”, sprak Jolani zondagmiddag tijdens zijn overwinningstoespraak vanuit de uit de 8ste eeuw daterende Omajjadenmoskee in Damascus. De voormalige jihadist (HTS kwam voort uit Jolani’s breuk met al-Qaida) is zich ervan bewust dat veel Syriërs en de buitenwereld huiverig zijn over zijn intenties. Strategisch als hij is, benadrukte Jolani de afgelopen dagen meermaals dat hij niet uit is op wraak en dat hij de rechten van minderheden zal respecteren. Ook legde hij contact met figuren binnen het regime om alvast te onderhandelen over de transitie.
Machtswisseling
Het moet nog blijken wat er in de praktijk van Jolani’s verzoenende woorden terecht zal komen. Als er één consistente factor is in zijn ontwikkeling van jihadist tot pragmatische islamist, is het immers wel dat Jolani uit is op macht. Bovendien is de vraag in hoeverre de rebellenleider zijn strijders in het gareel kan houden. Daarbij bestaat er niet alleen een risico op wraakacties tegen handlangers van het regime, maar ook op geweld tussen rebellen onderling. Sommige van de strijdgroepen die zaterdag vanuit het zuiden en noorden als eerste Damascus binnenvielen, vochten in het verleden tegen de voorloper van HTS, het jihadistische Nusra Front.
Zelfs handlangers van het oude regime staan nu te dringen om trouw te zweren aan de revolutie
Zoals altijd zal Syriës toekomst ook afhangen van buitenlandse machten. Assads bondgenoten Rusland en Iran hebben de dictator weliswaar laten vallen, maar behouden grote strategische belangen én een deel van de militaire infrastructuur in het land. Het valt nog te bezien hoe vreedzaam de machtswisseling zal verlopen wanneer over die belangen wordt onderhandeld – en hoe inkomend Amerikaans president Trump zich tijdens die onderhandelingen zal opstellen.
Bovendien is daar Israël, dat meteen op zondag al de neutrale ‘bufferzone’ tussen Syrië en de door Israël illegaal bezette Hoogvlakte van Golan binnenviel. Jolani’s eigen ouders werden in 1967 door Israël uit dat gebied verdreven (de naam Jolani betekent zoveel als ‘van de Golan’) en de rebellenleider draagt Israël geen warm hart toe. Hij zal nu weinig behoefte hebben aan een confrontatie, maar het moet nog blijken hoe Israël zich tot Jolani zal verhouden. Dat hangt weer in sterke mate af van wat er met Assads oude bondgenoot Hezbollah in Libanon zal gebeuren en in hoeverre Iran zich nu uit Syrië zal terugtrekken.
Temidden van al die onzekerheden stonden bij Turkse en Libanese grensovergangen zondagmiddag grote menigtes Syrische vluchtelingen te dringen om terug naar huis te gaan. Velen willen simpelweg niet langer wachten om hun in Syrië achtergebleven familie weer in de armen te sluiten.
Datzelfde geldt voor de gevangenen die dit weekend werden vrijgelaten uit Saydnaya, de beruchtste martelgevangenis van het regime. Beelden van de vrijlating laten zien hoe ver het Assad-regime bereid was te gaan om het Syrische volk te onderdrukken: tussen de vrouwen die gillend hun cellen uit komen rennen, staat een angstige peuter die hier kennelijk ook was opgesloten.
Lees ook
Bashar al-Assad: de brute dictator vol geldingsdrang die Syrië verschroeide
Er is één man verantwoordelijk voor succes of falen van de NAVO-top in Den Haag die dinsdag begint: secretaris-generaal Mark Rutte. Hoe probeerde Rutte, met oorlog in Europa en een onberekenbare president in het Witte Huis, de alliantie op koers te houden? Hoe bereidde hij zich voor op zijn vuurproef? En wat doet hij met het Spaanse verzet?
1 oktober, NAVO-hoofdkwartier.
Zijn vlotte stijl is op het politieke hoofdkwartier in Brussel het gesprek van de dag. Mark Rutte heeft in de eerste uren al meer grapjes gemaakt dan zijn voorganger in jaren, zegt een diplomaat. Hij is informeel en direct en straalt uit dat hij er zin in heeft. Dat valt goed. Waren de woorden en de bewegingen van zijn voorganger Jens Stoltenberg strak geregisseerd, Rutte lacht en zwaait naar iedereen. Op zijn eerste persconferentie praat hij lang over het Europees begrotingsbeleid en als de beveiliging hem al de perszaal wil uitleiden, staat hij nog snel tv-verslaggever Jaïr Ferwerda te woord. Zo zou hij het in Den Haag ook gedaan hebben.
Maar dit is Brussel. Hier kijkt de wereld mee. In suboptimaal Engels probeert Rutte de onrust in het bondgenootschap over de Amerikaanse koers na een eventuele verkiezingsoverwinning van Donald Trump weg te nemen. „Ik maak me geen zorgen.” En hij begint meteen met het uitdelen van complimenten. „Ik heb vier jaar met Donald Trump gewerkt. Hij was het die erop aandrong om meer uit te geven en hij was succesvol omdat we nu meer uitgeven dan voordat hij aan de macht kwam.” Europese regeringsleiders zijn niet vergeten dat Trump ze in zijn eerste termijn als klaplopers in de hoek zette omdat ze niet genoeg geld uitgaven aan defensie.
De steun aan Kyiv, stelt Rutte, blijft topprioriteit. „Er kan geen veiligheid zijn in Europa zonder een sterk en onafhankelijk Oekraïne.” Het land hoort volgens hem zeker thuis in de NAVO, maar over de timing van het lidmaatschap blijft hij vaag. Hij zegt dat de situatie op het slagveld moeilijk is en dat Rusland mondjesmaat terrein wint. Maar, onderstreept hij, de prijs die Rusland daarvoor betaalt is hoog: duizend doden en gewonden per dag.
Het Kremlin laat die dag weten dat het geen verbetering verwacht in de relatie met de NAVO nu er een nieuwe secretaris-generaal is aangetreden.
22 november, Mar-a-Lago, Florida
Een NAVO-chef kan alleen overleven als hij de Amerikaanse president te vriend houdt. Al snel na Trumps verkiezing in november vliegt Rutte met het Nederlandse regeringsvliegtuig, dat de NAVO voor hem heeft gecharterd, naar Mar-a-Lago. De secretaris-generaal heeft geen eigen jet.
Over de bijeenkomst komt niet veel naar buiten. In die weken duikt in Ruttes toespraken een redenering op die erop toegesneden lijkt Trump te overtuigen van het belang van de NAVO én van het belang Oekraïne te steunen. Met de deelname van Noord-Koreaanse militairen aan Russische kant in de gevechten tegen Oekraïne is een nieuwe situatie ontstaan, schetst Rutte. De as Rusland/China/Iran/Noord-Korea betekent dat de oorlog in Oekraïne niet alleen een dreiging is voor Europa, maar ook voor de VS. Rutte onderstreept ook dat de steun van Iran en Noord-Korea aan Rusland niet gratis is. Ze krijgen er iets voor terug. Iran krijgt geld. Pyongyang wordt betaald met wapentechnologie. De Russische oorlog maakt de vijanden van de VS sterker.
13 december, Concert Noble, Brussel.
„We zijn niet in oorlog, maar we hebben ook zeker geen vrede”. Een opvallend strijdbare Rutte richt zich in zijn eerste grote toespraak direct tot de bevolking van de NAVO-landen. Dat is nieuw en een opvallend politieke invulling van de functie van secretaris-generaal.
Hij zegt tegen de honderden miljoenen inwoners van de NAVO: ik heb uw hulp nodig. De NAVO kan een Russische aanval nu goed pareren, zegt hij in een neo-classicistische balzaal in de Europese wijk in Brussel. Maar als het Westen niet snel in actie komt is Rusland binnen vier tot vijf jaar te sterk voor de NAVO. Rusland heeft een oorlogseconomie ingericht en kan een voorsprong nemen op de alliantie. Dus moeten ook in Europa en Canada de uitgaven omhoog.
Rutte maakt ook een politieke schuiver. Hogere uitgaven voor defensie stellen politici voor lastige keuzes. Waar moeten ze dat geld vandaan halen? Rutte doet alvast een suggestie: als je de sociale uitgaven en de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg een beetje verlaagt, kom je al een heel eind. Het is een politiek gekleurde inmenging in nationale politiek – een arena waar een secretaris-generaal zich normaal niet in begeeft. Landen zouden er ook voor kunnen kiezen de belastingen te verhogen of meer schulden aan te gaan. NAVO-speechwriter Claire Craanen krijgt later van vakgenoten een prijs voor de speech: ‘To Prevent War, Spend More’.
Rutte zegt die dag niet hoeveel de defensie-uitgaven moeten stijgen. Een derde van de bondgenoten voldoet op dat moment nog niet aan de bestaande NAVO-norm van 2 procent van het bbp. Op het hoofdkwartier wordt gemompeld over een nieuwe norm van 2,5 procent of 3 procent, misschien zelfs een tikkie meer.
14 februari, Hotel Bayerischer Hof, München.
Donald Trump deelt in de eerste weken van 2025 de ene dreun na de andere uit aan Europa. Op een persconferentie begin januari eist hij plompverloren een NAVO-uitgavennorm van 5 procent. Dat percentage voelt astronomisch. Nederland, bijvoorbeeld, heeft zijn uitgaven in vijf jaar tijd verdubbeld van 11 miljard tot 22 miljard om aan de oude norm van 2 procent te komen. Het optrekken van de uitgaven naar 5 procent betekent dat de defensiebegroting op 55 miljard zou uitkomen. „Volstrekt idioot”, zegt defensie-expert Dick Zandee van denktank Clingendael tegen NRC.
De Amerikaanse vice-president JD Vance las Europa in München de les over democratie.
Als Trump eenmaal zijn intrek heeft genomen in het Witte Huis volgen nog meer verrassingen. Op 12 februari maakt hij bekend dat hij met de Russische president Vladimir Poetin vredesbesprekingen over Oekraïne heeft geopend. De NAVO-ministers van defensie maken die dag in Brussel net kennis met hun nieuwe collega Pete Hegseth. Op zijn eerste vergadering zegt hij dat Oekraïne geen NAVO-lid kan worden als onderdeel van een vredesakkoord en dat het niet realistisch is te verwachten dat Rusland de veroverde gebieden zal teruggeven. Europa, zegt Hegseth, heeft voor de VS niet langer de hoogste prioriteit.
Amper bekomen van de schrik reizen de ministers door naar de jaarlijkse Veiligheidsconferentie in München waar ze opgewacht worden door de Amerikaanse vice-president JD Vance. De Europeanen zetten zich schrap voor een kastijding over defensie-uitgaven, maar krijgen van populist Vance de les gelezen over democratie. Gaat hier de Atlantische band aan diggelen?
Mark Rutte spoort de Europeanen in München aan tot actie. Loop niet zo te klagen, zegt hij, kom met ideeën en voorstellen. De Europeanen moeten Oekraïne blijven steunen en op de NAVO-top in Den Haag, zegt Rutte, moet een nieuwe norm vastgesteld worden voor defensie-uitgaven, die beduidend hoger zal uitvallen dan 3 procent.
Tegelijk probeert hij de Europeanen gerust te stellen. De VS, zegt hij, blijven gecommitteerd aan de NAVO. „We zijn één familie”.
13 maart, Oval Office, Washington.
En daar is het weer: het compliment. Als Rutte, zittend naast Trump, het woord krijgt, prijst hij de gastheer uitvoerig. Dankzij Trump gaan de defensie-uitgeven in Europa snel om hoog. Hij dankt Trump ook voor zijn inspanningen om vrede tussen Oekraïne en Rusland te bewerkstelligen. „U heeft de impasse doorbroken”, zegt hij. Het zal uitgroeien tot een vast bestanddeel van zijn speeches.
Het wordt ongemakkelijk als Trump probeert Rutte mee te zuigen in een pleidooi voor de annexatie van Groenland
Het openbare deel van de ontmoeting begint allervriendelijkst. Het wordt ongemakkelijk als Trump Rutte mee probeert mee te zuigen in een pleidooi voor annexatie van Groenland, deel van NAVO-partner Denemarken. Rutte verdedigt Denemarken niet en zegt dat hij de NAVO buiten die discussie wil houden. Wél complimenteert hij Trump met het feit dat hij de veiligheid van het Arctisch gebied op de agenda heeft gezet.
In het Oval Office brengt Rutte complimentjes en een plan mee.
Rutte heeft meer op zak dan complimentjes. Hij heeft een plan. Hij wil de nieuwe NAVO-defensienorm splitsen in 3,5 procent harde militaire uitgaven en 1,5 procent uitgaven voor randvoorwaarden als infrastructuur. Het is een vondst. De NAVO-planners hebben uitgerekend dat 3,5 procent nodig is voor de verdediging van Europa, inclusief steun voor Oekraïne. Door een aparte categorie te creëren voor randvoorwaarden voorkomt hij dat landen hun militaire uitgaven laten verwateren door uitgaven op te voeren die eigenlijk niet strikt militair zijn. En Trump krijgt zijn 5 procent.
Met goedkeuring van de VS op zak, kan Rutte aan de slag om consensus te bouwen voor het belangrijkste besluit op de NAVO-top in Den Haag. Hij heeft nog drie maanden.
15 mei, Nest Convention Centre, Belek.
In de loop van april worden sommige NAVO-landen ongedurig. De top komt snel dichterbij en er is nog steeds geen formeel begin gemaakt met de discussie over geld. Na zijn bezoek aan de VS probeert Rutte eerst de grote Europese landen achter zijn voorstel te krijgen: Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Polen.
Ook gaat in die dagen in Brussel het verhaal dat de top wel eens zou kunnen eindigen zonder het traditionele communiqué. Gezien de pogingen om Rusland en Oekraïne aan tafel te krijgen lijkt het de VS niet handig om een harde veroordeling van Rusland op te nemen in de slotverklaring. De Europeanen willen juist wel opnieuw uitspreken dat Rusland de vijand is. De Amerikanen willen ook geen formele vergadering met de Oekraïense president Zelensky. De Europeanen willen Zelensky in Den Haag juist graag ontmoeten om hun steun te betuigen.
Als de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO voor een informele vergadering bijeenkomen aan de Turkse Rivièra hebben de problemen zich opgestapeld. Rutte heeft zijn 5-procentvondst op 2 mei in een ‘scoping paper’ gegoten om de discussie te stroomlijnen. Minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) zegt dat er aan tafel „brede steun” is voor Ruttes voorstel. Maar consensus is er nog niet.
In het Turkse Belek blijkt Ruttes plan op steun, maar nog niet op unanimiteit te kunnen rekenen.
Spanje is niet blij. En ook België ziet niets in het plan, aldus minister Maxime Prévot. „Ik zal in naam van België vandaag duidelijk uitleggen dat ons land grote budgettaire tekorten heeft en dus op korte – zelfs middellange – termijn niet kan instemmen met een doelstelling van 5 procent en eerlijk gezegd zelfs niet met 3,5 procent”, zegt hij die ochtend. Prévot zoekt steun bij zuidelijke Europese landen.
Veldkamp breekt tijdens de vergadering een lans voor de komst van Zelensky naar Nederland.
De voorbereidingen lopen op zijn eind. Om het risico op bananenschillen zo klein mogelijk te maken is besloten tot een korte top. In essentie is de bijeenkomst ingekookt tot een aantal diners op dinsdagavond 24 juni en één vergadering op woensdagochtend. Zelensky is uitgenodigd voor het diner met regeringsleiders bij de koning. De slotverklaring zal maar uit een paar alinea’s bestaan. Op uitdrukkelijk verzoek van Europa wordt Rusland wel als vijand omschreven.
En dan is er post. Rutte ontvangt een brief van de Spaanse premier Pedro Sanchez. Spanje kan zijn voorstel voor verhoging van de uitgaven onmogelijk steunen, schrijft hij. De brief is een tegenvaller. In de marge van een Europese vergadering in Tirana in mei hebben Rutte en Sanchez over de Spaanse aarzeling gesproken. Later spraken de twee elkaar nog eens in Brussel. Terwijl in Den Haag het gebied rond de locatie van de top al op slot gaat, begint in Brussel nog een diplomatiek slotoffensief.
In een vergadering van NAVO-ambassadeurs wordt Spanje, soms in felle bewoordingen, in de hoek gedrukt. Meerdere landen zeggen dat ze het ook graag anders gezien hadden, maar dat eensgezindheid in Den Haag de boodschap moet zijn.
Om twijfelaars als België en Spanje tegemoet te komen krijgen landen extra tijd om de nieuwe norm te bereiken, tien jaar in plaats van zeven, zoals Rutte oorspronkelijk voorstelde. Maar ook daarmee is Spanje niet gered. Op de vergadering is het 31 tegen één. Rutte heeft nog een weekend om zijn Spaanse probleem op te lossen.
Correctie (20 juni 2025 om 21.22 uur): In een eerdere versie van dit artikel stond dat de NAVO-landen samen een miljard inwoners hebben. Dat zijn er minder en is hierboven aangepast.
Niemand weet wat Donald Trump gaat doen. Grote kans dat Trump het zelf ook niet weet. „Ik neem het uiteindelijke besluit graag in de laatste seconde”, zei hij toen hem woensdag werd gevraagd of de Verenigde Staten, samen met Israël, Iran gaan bombarderen. Dit lijkt geen – of niet alleen een – pose om Iran te doen gissen of en wanneer de Amerikaanse president de opdracht geeft hun belangrijkste ondergrondse kerninstallatie te bombarderen. Trump twijfelt. Tussen zijn kiezersbelofte de VS buiten uitzichtloze internationale conflicten te houden en de kleine maar aantrekkelijke kans een heldenrol te spelen op een historisch gunstig moment.
Het bevestigt wel het beeld van Trump als impulsieve, onberekenbare, egocentrische en beïnvloedbare leider. Degene die hem vlak voor die laatste seconde spreekt, kan hem ervan overtuigen afzijdig te blijven, of juist om een onvoorspelbare nieuwe oorlog te ontketenen. De ene dag roept de president op tot „totale overgave” van het Iraanse regime. Een paar dagen later laat hij zijn woordvoerder de boel sussen met de boodschap dat er ruimte blijft voor diplomatieke onderhandelingen. Het kan volgens haar nog weken duren voor de president een besluit neemt.
Lees ook
Trump houdt niet van internationaal conflict, maar hij wil óók de machtige krachtpatser van de wereld zijn
Trumps achterban is diep verdeeld over de mogelijke militaire interventie. America First-fundamentalisten als Tucker Carlson (ex-Fox) en Steve Bannon (ex-adviseur), vooral invloedrijk via hun podcasts, roepen Trump op binnenlandse oorlogshitsers en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te negeren. Republikeinse Trumpbekeerlingen als senatoren Lindsey Graham en Ted Cruz hopen juist dat hij de heilige bondgenoot Israël helpt en voor eens en altijd een einde maakt aan Irans nucleaire ambities. Voor- en tegenstanders proberen op hem in te praten, door bezoekjes aan het Witte Huis te regelen, en via Fox News en op X.
Missie volbracht
Trumps isolationisme is meer imago dan realiteit, want hij legt andere landen graag zijn wil op. Dreigen met militair ingrijpen is hem niet vreemd. Maar zodra de eerste Amerikaanse megabom valt op het Fordow-complex waar Iran uranium verrijkt, heeft hij geen controle meer over wat hij voor zichzelf politiek kapotmaakt.
Trump overrompelde het politieke establishment in 2016 als de zakenman die immigratie zou aanpakken. Maar hij won de Republikeinse voorverkiezingen misschien wel door af te rekenen met het partijdogma van moralistische buitenlandse militaire interventies, zoals de „eindeloze oorlogen” in Afghanistan en vooral Irak. Trump noemde de inval in Irak in 2003, een besluit van George W. Bush, „misschien wel de vreselijkste beslissing” in de presidentiële geschiedenis. En de legitimering ervan, dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens zou hebben gehad, „een leugen”.
Zes weken na het begin van de invasie had Bush een toespraak gegeven op een vliegdekschip met achter hem een enorm spandoek met de woorden ‘mission accomplished’. De Amerikaanse krijgsmacht zou vervolgens nog bijna negen jaar oorlog voeren in Irak, naar schatting tweeduizend miljard dollar spenderen en er vierduizend militairen verliezen. Om over de desastreuze gevolgen voor Irakezen zelf nog maar te zwijgen.
Irak is een collectief trauma en een nooit herstelde deuk in de reputatie van de VS. Zowel Democraten als Republikeinen erkennen inmiddels de verzinsels en fouten die er zijn gemaakt om daar regime change te bewerkstelligen. Toch dreigt uitgerekend Trump zich nu op vergelijkbare wijze in een Midden-Oosters drama te storten.
Er is op dit moment geen sprake van inzet van Amerikaanse grondtroepen, laat staan een volledige invasie van Iran of enige ‘nation building’. Maar een besluit om het nucleaire programma van Iran te vernietigen, zodat het geen gevaar meer kan vormen voor de rest van de wereld, kan gestoeld zijn op vergelijkbare misvattingen en bewust ingestoken leugens over massavernietigingswapens.
Trumps eigen inlichtingenchef, Tulsi Gabbard, heeft gezegd dat Iran wel uranium verrijkt, maar niet aan een kernwapen werkt. Trump valt haar openlijk af en beweert het tegendeel. „Het kan me niet schelen wat zij zei. Ze waren heel dichtbij het krijgen van een kernbom.” Bewijs heeft hij niet geleverd.
Daar houdt de parallel met Irak niet op. Net als in 2003 overheerst bij voorstanders een naïef geloof dat een korte klap voldoende zal zijn. Het is onzeker of Amerikaanse ‘bunkerbusterbommen’ het nucleaire programma van Iran volledig kunnen uitschakelen. En zo’n aanval zal sowieso tot vergelding leiden, bijvoorbeeld op de tienduizenden Amerikaanse militairen die in het Midden-Oosten gestationeerd zijn. Of met een terreuraanslag in de VS.
De Iraanse ayatollah Khamenei heeft de Amerikanen „onherstelbare schade” in het vooruitzicht gesteld als ze zich in het conflict mengen. Vernietiging van diens bewind in Iran, waar Netanyahu op uit lijkt, kan de regio bovendien verder destabiliseren. Zo kan Trump in eenzelfde moeras terechtkomen als zijn voorgangers.
President Trump liet tijdens de installatie van een vlaggenmast bij het Witte Huis in het midden of hij Iran wil bombarderen. Foto Brendan Smialowski/AFP
Het bombarderen van Iran is vooral verleidelijk uit opportunisme. De slagen die Israël recent heeft toegebracht aan Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen en de Iraanse luchtverdediging maken dat het land op dit moment relatief weinig terug kan doen. Opeenvolgende Amerikaanse presidenten hebben willen voorkomen dat Iran een kernwapen kan ontwikkelen. Generaal Erik Kurilla, de hoogste Amerikaanse bevelhebber in het Midden-Oosten, zei eerder deze maand tegen het Congres dat er nu een unieke kans ligt, „als we de moed hebben”.
Bovendien zou Trump het niet kunnen verkroppen als Netanyahu de eer krijgt van een – tot nu toe – succesvolle militaire campagne tegen Iran. Volgens een reconstructie van The New York Times heeft de Israëlische premier het Witte Huis telkens op de hoogte gehouden van zijn aanvalsplannen en probeerde Trump hem daar maandenlang van te weerhouden. In de nacht van de eerste beschietingen distantieerde Marco Rubio, de minister van Buitenlandse Zaken en interim-Nationale Veiligheidsadviseur, zich braaf van Israëls „eenzijdige actie”. Maar sinds de rechtse zender Fox News en mensen om Trump heen de aanval prezen, doet de president juist alsof hij daar een hand in had.
Schietgrage bondgenoten
De wijze waarop Israël Trump lokt om mee te doen aan zijn missie, doet meer denken aan ‘Libië’ dan aan ‘Irak’. In 2011 wilden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ingrijpen tegen het moorddadige regime van de Libische dictator Moammar Gaddafi, maar konden dat niet zonder Amerikaanse slagkracht. De Verenigde Staten onder president Barack Obama volgden de schietgrage bondgenoten. In wat eigenlijk alleen een snelle luchtoorlog had moeten zijn, kwam Gaddafi aan zijn eind – net als een jaar later de Amerikaanse ambassadeur. Libië is nog steeds een onveilige puinhoop. Het bewijst dat eenvoudig lijkende bombardementen nooit zonder nevenschade zijn.
Lees ook
Hoe Libië weer eens opduikt in het nieuws
Ook in Iran hebben ze Libië op hun netvlies. Gaddafi had, in de hoop buitenlandse bombardementen te voorkomen, juist zijn nucleaire programma opgegeven.
Als Trump besluit Israël te volgen en Iran zelf te bombarderen, loopt hij het risico terecht te komen in het rijtje Amerikaanse presidenten die zich in het Midden-Oosten verslikten. De reputatie van George W. Bush is blijvend aangetast door zijn keuze Irak onder valse voorwendselen binnen te vallen. Barack Obama noemde het gebrek aan voorbereiding op de nasleep van de oorlog in Libië zijn grootste fout. Trumps voorganger Joe Biden verslikte zich in 2021 in de terugtrekking uit Afghanistan, na twintig jaar mislukte Amerikaanse staatsopbouw. Dat angstbeeld maakt dat Trump nog wel even zal twijfelen.
Volgens The Wall Street Journal ligt het Amerikaanse aanvalsplan al klaar. Trump zal niet proberen het bombarderen van Iran tegenover de Verenigde Naties of de NAVO te rechtvaardigen. Het is zelfs de vraag of hij het Congres erbij zal betrekken. Hoe sterk een deel van zijn achterban ook ageert tegen dit avontuur, „de MAGA-beweging zal Trump steunen”, zei Steve Bannon deze week over Trumps Make America Great Again-aanhang. „We vinden het niet leuk. Misschien haten we het wel”, aldus Bannon. „Maar uiteindelijk gaan we erin mee.”
Midden in de nacht, kwart over drie, een appje van Sigrid Kaag. „Goedemorgen…” Twintig minuten eerder heeft de Israëlische minister van Defensie Israel Katz een „special situation” afgekondigd. Het is vrijdag 13 juni en Israël voert bombardementen uit op Iran.
Terwijl Israëls genocidale oorlog in Gaza onverminderd voortduurt, heeft het land zich in een nieuwe oorlog gestort, met grootschalige aanvallen op Irans nucleaire installaties en kopstukken uit politiek, leger en wetenschap. In afwachting van de reactie van Iran, spreken we Kaag de middag na de aanval op het terras van haar woning in Jeruzalem.
Ik zei: niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten
Sigrid Kaag werd eind 2023 via een resolutie van de VN-Veiligheidsraad (nummer 2720) aangesteld als coördinator voor hulp en wederopbouw voor Gaza. Dat mandaat is inmiddels verlopen. In januari nam ze na lang aarzelen ook het VN-gezantschap voor het vredesproces in het Midden-Oosten tijdelijk op zich. „Ik was laatst op een luchthaven. Een Israëlische meneer vroeg: wat doe jij? Ik zei: nou moet je niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Hij vroeg: is er een proces dan? Nee, zei ik, dat is juist het probleem.”
Als VN-gezant zet Kaag in op politieke diplomatie en de-escalatie. Maar waar Israëls traditionele bondgenoten eerst nog opriepen tot de-escalatie, schuiven ze nu op naar volledige steun. De Israëlische aanvallen op Iran hebben de Amerikaans-Iraanse onderhandelingen over het atoomprogramma van Iran voorlopig getorpedeerd. „Ik had verwacht dat die gesprekken nog wel een kans zouden krijgen.” Verbaasd over Israëls aanval op Iran is ze echter niet, door haar gesprekken met Israëlische politici. „Iran is een constante in elk gesprek, en zeker met Netanyahu. Hij heeft het hier al twintig jaar over.”
De oorlog met Iran laat niet alleen de nucleaire onderhandelingen stuklopen, hij trekt ook de aandacht van Gaza weg. Kaag: „Gaza wordt in feite geofferd, en gezien als een chronische humanitaire crisis. De media-aandacht verschuift. En geopolitieke vragen rond Israël-Iran, zoals de mogelijke gevolgen voor de regionale veiligheid en de wereldeconomie, krijgen nu de overhand. In die situatie is het moeilijk aankomen met het verzoek om nog vijftig vrachtwagens Gaza binnen te laten.”
Een jaar geleden beschreef Kaag in een interview in NRC welke tegenslagen ze moest overwinnen om via onderhandeling te komen tot een systematiek voor de import en distributie van grote hoeveelheden hulpgoederen in Gaza. Ze was ingevlogen door de VN als politiek-diplomatieke troubleshooter. Om haar werk niet in gevaar te brengen, koos ze haar woorden zorgvuldig – ze was immers afhankelijk van het Israëlische kabinet en vooral van premier Netanyahu. Ten tijde van het gesprek stond ze op het punt om vanuit Gaza te gaan werken. Het schortte nog aan politieke wil om hulp door te laten, maar alles stond klaar. Kaag was hoopvol.
Hoe is het u sindsdien vergaan?
„Soms moet ik aan een Bijbeltekst denken: ‘een dag is als duizend jaar’. Zo voelen de afgelopen maanden. Er gebeurde heel veel, en ik zag alleen maar dramatische verslechtering.
„Vorig jaar om deze tijd was er nog een Amerikaanse regering die meedacht over internationaal recht en over de burgerbevolking in Gaza. De afschaffing van [de Amerikaanse overheidsorganisatie voor ontwikkelingshulp] USAID onder Trump heeft veel VN-instellingen hard geraakt en er is een gebrek aan financiering. Toch zijn we braaf doorgegaan. Er was perspectief. Maar dat is natuurlijk helemaal vernietigd. Ik vind het heel moeilijk om nog uit te blijven dragen dat er perspectieven zijn.”
In januari werd in Gaza een gefaseerd staakt-het-vuren van kracht. Geloofde u daarin?
„Ik had op politiek niveau contact met de Israëliërs, de Egyptenaren en de Qatarezen. En ik had app-contact met [de Amerikaanse Midden-Oostengezant] Steve Witkoff. Het ging in de onderhandelingen altijd om de gegijzelden en soms om wat hulp. Het was nooit duidelijk, tenminste voor mij, dat het ook echt ging om een permanent staakt-het-vuren. En daar kwam toen ook nog Trumps verklaring tussendoor dat hij van Gaza een mooi beach resort wilde maken. Dat heeft veel mensen achterdochtig gemaakt. Als je luistert naar de stemmen van de radicale politieke flanken in Israël, dan dient alles maar één doel: de hele burgerbevolking van Gaza moet vertrekken. Of vernietigd worden. Dat maakt het hele proces nog complexer.”
U had regelmatig contact met het Israëlische veiligheidskabinet en ministers over hulp in Gaza. Hoe verliepen die gesprekken?
„Ik probeerde pragmatisch te zijn en in praktische mogelijkheden te denken, wetende dat we het over het grotere politieke verhaal niet eens zijn. Ik heb een paar keer met minister Bezalel Smotrich [Financiën] gesproken. Hij was een van degenen die hulp tegenhield en natuurlijk ook helemaal niet geloofde in het voeden van mensen in Gaza. Mij was grappig genoeg door een aantal Israëlische politici gevraagd of ik het een keertje met hem kon proberen. Ik dacht, ik gooi het over de boeg dat we (oud-)collega’s van Financiën zijn, en ben meteen over de dilemma’s van rijksbegroten begonnen. Maar al snel voer je allebei een totaal ander gesprek. Hij vindt [PVV-leider] Wilders geweldig en denkt dat er een cultuuroorlog gaande is. Daartegenover heb ik het dan over mensenrechten en de internationale rechtsorde. Ik ben met hem niet ver gekomen.”
Israël doorbrak half maart definitief het staakt-het-vuren, dat ook de weg naar wederopbouw mogelijk had moeten maken. Was er eigenlijk al een plan voor wederopbouw?
„Ik ben iemand die altijd ver vooruitkijkt en heb steeds benadrukt dat investeren in Gaza belangrijk is voor de tweestatenoplossing [een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israël], de rechten van de Palestijnen en de veiligheid van Israël. Van zowel Europa als de Golfstaten hoorde ik dan dat niet zij Gaza aan puin hebben geschoten. En ze wilden weten of de financiering van wederopbouw een duurzame investering zou zijn. In postconflictgebieden is bovendien het risico op corruptie altijd enorm. Daarom hebben we de beste scenario’s uitgedacht voor hoe de wederopbouw kon worden begeleid. We hebben gekeken naar ontmijning, behuizing en puinruimen, eigenlijk naar alle sectoren. We dachten na over wat te doen met de lichamen van duizenden vermisten die nog onder het puin liggen, onder wie veel kinderen. Je kunt niet zomaar met een graafmachine komen, je wilt mensen de mogelijkheid geven om met respect afscheid te nemen.
„En waar zijn we nu? Nul uitvoering. Eerdere conflicten tussen Israël en Hamas waren van veel kortere duur. Natuurlijk is alles anders sinds de terreuraanslagen van Hamas en de verschrikkingen van 7 oktober 2023. Die hebben Israël veranderd: er was geen empathie meer voor Palestijnse burgerslachtoffers zolang de gegijzelden nog vastzitten, al is er nu een kleine verschuiving. Maar dat we twintig maanden later nog steeds zouden moeten praten over een staakt-het-vuren, terwijl Gaza totaal vernietigd is, dat is een heel ander perspectief dan praten over wederopbouw.”
Foto Samar Hazboun
Het afgelopen jaar heeft Kaag talloze bezoeken gebracht aan Gaza. Ze zag alleen achteruitgang. „Een jaar geleden was het grootste deel van de infrastructuur in Gaza al zwaar beschadigd of vernietigd. De afgelopen maanden zagen we de verdere systematische vernietiging van civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen en scholen.” Op haar telefoon laat ze foto’s zien: kinderen die doelloos rondlopen te midden van de totale verwoesting, een gigantische vuilnisbelt, een man gewikkeld in een deken in een verwoest gebouw.
Afgelopen januari voelde ze onder de bevolking nog „totale opluchting” over het bestand, en hoop op een permanent bestand. „Nu weet men het gewoon niet meer. Wie er nog leeft in Gaza, kan alleen nog denken aan overleven. Het leven is er ondraaglijk. Als de dood een verlossing wordt, dan zijn we heel erg van het pad af.”
Drie dagen voor het gesprek was ze er voor het laatst. „Ik zag er eerlijk gezegd een beetje tegenop. Je schaamt je gewoon voor het collectieve onvermogen. Tijdens bezoeken kwam ik vaak in veldziekenhuizen met zwaar ondervoede kinderen en gewonde zwangere vrouwen. Als je hen spreekt, vragen ze eigenlijk alleen wanneer het ophoudt, en wat de internationale gemeenschap gaat doen.”
Na een bijna drie maanden durende volledige Israëlische blokkade van Gaza, begon de door Israël en de VS gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF) eind mei met de distributie van voedselpakketten. Hoe kijkt u daarnaar?
„Onder het oorlogsrecht heeft iedereen recht op medische zorg, voedsel en bescherming, maar op dit moment is het GHF naar ons begrip berekend op 15 procent van de bevolking. Er zijn minder dan tien distributiepunten in Gaza voor een bevolking van twee miljoen. Conform het internationaal humanitair recht breng je hulp naar de mensen toe. Nu worden zij gedwongen van het noorden naar het zuiden te gaan, waar de distributiepunten zijn. Collega’s zagen hordes kinderen die gewoon niet meer bang zijn voor de dood. Ook als er waarschuwingsschoten worden gelost. De dood telt bijna niet meer.
„Ik begrijp heel goed dat de Israëliërs het vertrek en de ontwapening van Hamas willen en hun veiligheid willen garanderen. Maar hulp is niet onderhandelbaar. Het GHF komt in mijn optiek voort uit militaire overwegingen. Door Gaza staat de internationale rechtsorde heel erg op het spel. Als landen nu zouden gaan samenwerken met een onderaannemer [het GHF, red.] van de oorlogvoerende partij, hoe ga je dan elders werken? Dan kan in de toekomst iedere dictator de VN en het Rode Kruis in een hoek duwen.”
Wat kunnen de VN nog doen in Gaza?
„De Israëliërs zijn erg boos dat de VN niet willen meewerken aan het GHF. Onze houding was: we kunnen feedback geven op het concept, maar willen tegelijk conform onze humanitaire principes opereren. Volgens het Internationaal Gerechtshof is Israël de bezettende mogendheid in Gaza, dus Israël heeft de plicht om de bevolking te beschermen en hulp te leveren. Maar dat zou een begrotingsprobleem opleveren, en je wint in Israël ook geen verkiezingen met het voeden van de Palestijnse bevolking. Dus kom je uit bij ons werk, dat wordt gesteund door VN-lidstaten. Inmiddels mogen we parallel aan het GHF werken, maar we hebben te maken met enorm lange Israëlische procedures die een hele hulpoperatie lam kunnen leggen. Laatst heeft het Wereldvoedselprogramma 46 uur moeten wachten op goedkeuring voor chauffeurs van hulpkonvooien.”
De wereld is, zegt ze, is sinds het aantreden van Trump niet meer voldoende gericht op een oplossing voor Gaza. „We leven echt in een andere tijd. Je merkt dat er mondiaal een andere focus is, minder gericht op internationale samenwerking. De Wereldhandelsorganisatie ligt ook al jaren op zijn gat, terwijl we handelsafspraken keihard nodig hebben. De destructie vindt onder onze ogen plaats.”
Gaza is in feite een politieke crisis, zegt Kaag, maar wordt gereduceerd tot een humanitaire crisis. „Dat is een enorme fout die we in het verleden te vaak hebben gemaakt. Daarom zetten de Saoediërs en Fransen nu de tweestatenoplossing weer op de agenda middels een conferentie.” Kaag zou enkele dagen na het interview afreizen naar New York voor die conferentie, maar deze werd vanwege de Israëlische aanvallen op Iran uitgesteld.
Hoe realistisch is het eigenlijk nog om over de tweestatenoplossing te praten als VN-vredesgezant voor het Midden-Oosten? In een recente toespraak voor de VN-Veiligheidsraad zei u dat deze „aan de beademing ligt”.
„Mijn functie als gezant is een rol die dateert uit de tijd van de Oslo-akkoorden [1993-1995, tussen Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, red.]. Er was toen nog een perspectief op vrede. Sindsdien zijn de Israëlische nederzettingen uitgebreid, is de vernieling van Palestijnse huizen toegenomen, en is er sprake van sluipende annexatie. Geen politicus in Israël heeft het over een Palestijnse staat, en Palestijnen zien Israëliërs vooral aan de andere kant van het geweer.
„Daarnaast is het hele politieke proces verschoven, ver weg van de VN, die nu met name effectief zijn op humanitair gebied. Als de VN zich vroeger uitspraken, dan was dat nieuws. Nu zijn de VN niet meer normerend, en dat zegt veel over de manier waarop we internationaal samenwerken. Dus doen alsof je als VN nog een belangrijke onderhandelingspositie hebt, dat vind ik niet geloofwaardig. Ik heb deze functie op me genomen als ‘after service’, en omdat ik geef om wat er met Israël en de Palestijnen gebeurt.
Binnenkort legt Kaag ook die functie neer, een opvolger is nog niet in beeld. Ze vertrekt uit Jeruzalem, om in Zwitserland haar „blik te verbreden”. In het najaar geeft ze les op de Sciences Po-universiteit in Parijs. „Ik wil echt weer andere dingen doen. Ik wil met iets anders, iets positiefs aan de gang. Iets waarbij je verandering teweeg kunt brengen.” Jeruzalem, waar ze al 35 jaar komt, zal altijd een „thuis” blijven.
Ze wil, zegt ze, beslist niet overkomen als cynisch. Maar haar geloof in internationale samenwerking en in de VN heeft een fikse deuk opgelopen. „Het is goed om een signaal af te geven dat het bij de VN anders moet. Ik vind dat er hervormd moet worden. Het vrede- en veiligheidsmandaat, dat nog steeds normerend kan zijn, wordt steeds meer in de humanitaire hoek gedrongen.”
Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap
Vindt u het moeilijk om juist nu uw VN-werk los te laten?
„Je moet je eigen rol niet overschatten. Dat doen mannen overigens meer dan vrouwen, dat zeg ik er maar even bij. Schrijf dat vooral op!
„Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap. Ik ben geen doekje voor het bloeden. De structuur die ik heb opgebouwd is overgedragen.Op een gegeven moment hebben wij alles gedaan, maar is er één factor die al de hele tijd ontbreekt: politieke moed van VN-lidstaten. We bevinden ons in een kritische fase, waarbij het internationaal oorlogsrecht in feite begraven is met de duizenden gedode kinderen in Gaza, en de gegijzelden die nog steeds vastzitten.
„Ik weet echt niet wat er gaat gebeuren. De toekomst ziet er niet mooi uit. Ik word tegenwoordig niet meer gevraagd voor mijn opbeurende verhaal. Maar zo lang er geen politieke moed is, zijn we terug bij het tellen van vrachtwagens. En daar gaat het nu eigenlijk helemaal niet om. Iedereen doet graag iets humanitairs. Dat is makkelijk. Dat is tastbaar. Maar dan kun je ook gemakkelijk wegkijken.”