Oh nee! Eén laatste klap in het gezicht, en je ligt op de grond. Wanhopig grijp je om je heen – dáár is je hoed. Gelukkig. Een piepjonge virtuele Harrison Ford staat weer op, zet zijn hoed op, en flitst een zelfingenomen grijns naar de speler. Perfect nagemaakt, puur Indiana Jones. En hop, weer het gevecht met de Nazi’s in.
Disney poogt al langer om de reeks rond avontuurlijke archeoloog Jones nieuw leven in te blazen. Een film, Dial of Destiny, flopte vorig jaar. De game Indiana Jones and the Great Circle van MachineGames zal meer impact hebben, in ieder geval onder het gamende publiek: zonder afhankelijk te zijn van een stokoude Harrison Ford kan dit spel de Indiana Jones-sfeer helemaal omarmen.
The Great Circle vindt plaats in de twee jaar tussen film één (Raiders of the Lost Ark) en deel drie (The Last Crusade). Na zijn avonturen in Lost Ark en een pijnlijke relatiebreuk drijft Indiana wat verloren door de universiteit waar hij werkt. Een inbraak van een vreemde reus die ervandoor gaat met een mummie biedt uitkomst: eindelijk, een avontuur waar hij zich weer in vast kan bijten. Jones holt vervolgens de wereld over, van het Vaticaan tot de jungle van Thailand, waarbij hij natuurlijk een zelfstandige powervrouw ontmoet en een vaak tenenkrommend flamboyante Nazi moet bevechten.
Het is duidelijk dat MachineGames precies weet hoe een Indiana Jones-verhaal eruit moet zien. Van de personages tot de locaties tot de grappen, alles lijkt met wetenschappelijke precisie uitgedokterd – de echte Indy-fan zal kunnen genieten. Maar een game is lang, grappen en clichés worden voorspelbaar, en op wat performatieve steken naar het kolonialisme na lijkt de game geen echt punt te hebben.
Sfeervolle achtbaanrit
Daar komt bij dat de gamende kant – wat ga je doen, en hoe? – vrijwel altijd ondergeschikt blijft aan het Indy-gevoel. The Great Circle zoekt zijn inspiratie op twee verschillende assen: enerzijds in het strakgeregisseerde Uncharted, de lineaire verhalende games rond de nep-Indiana Jones van studio Naughty Dog, en anderzijds in de immersieve Dishonored-speeldozen van zusterstudio Arkane. Het doel – een perfect Indiana Jones-verhaal in gamevorm gieten – lijkt beter te passen bij die eerste inspirator dan bij de tweede. Wanneer MachineGames zich alleen maar hoeft te richten op spelmomenten die direct iets aan het verhaal moeten toevoegen, voelt deze game als een prettige en sfeervolle achtbaanrit op het juiste tempo.
Maar moet Indiana Jones ergens inbreken, dan zien we minder succesvolle Dishonored-invloeden. Je krijgt een gebied voorgeschoteld waarin vijanden argeloos hun routines volgen, waar jij een weg doorheen moet zien te vinden. In de inspirator leent zich dit tot grote creativiteit en immersie in de wereld, maar The Great Circle wil zichzelf te veel op de rails houden. Vijf verschillende manieren om in een gebouw in te breken zegt weinig als je vervolgens toch bij dezelfde deur op hetzelfde personage met de sleutels moet wachten. Zeker als de vijanden weinig persoonlijkheid tonen, en het je nooit moeilijk maken. Vaak zien ze je niet eens. De puzzels voelen Joneserig, maar ook daar wordt het zelden lastig.
Indiana Jones and the Great Circle is prima voor wat het wil zijn: een perfecte Indiana Jones-simulator voor wie de oude films mist. De paar bugs en onduidelijkheden die NRC tegenkwam zullen vermoedelijk snel worden weggepoetst. Toch ontbeert het deze game net iets te veel nuance en diepgang om echt impact te maken.
De ‘koningin van Hamar’? Ja, zegt Joy Beune, dat klopt wel een beetje. Ze staat de pers te woord na het behalen van haar derde gouden medaille, zondagmiddag op de 1.500 meter. Het was oud-schaatser Ireen Wüst die haar zo noemde, vertelt Beune – zaterdagavond al, nog voordat ze haar laatste race verreden had. „Ik zei: nou, dan moet ik vandaag wel winnen. Ah joh, zei Ireen, dat komt goed.”
Beune werd – met goudgelakte nagels – in het Noorse Hamar drie keer wereldkampioen: op de 3.000 meter, op de 1.500 meter en met de ploegenachtervolging. Daarmee had ze een groot aandeel in een voor de Nederlandse equipe buitengewoon geslaagd WK afstanden. Er werden acht gouden medailles gewonnen, waarvan zes op individuele afstanden. Daarmee was Nederland – afgetekend – het succesvolste land in Hamar, ruim voor Italië (drie keer goud) en Noorwegen (twee keer goud).
Voor de honderden Nederlandse schaatsfans die, inclusief het onvermijdelijke dweilorkest Kleintje Pils, naar Noorwegen waren afgereisd, werd het zo een weekendje ouderwets feestvieren. In het befaamde Vikingskipet – waar voor het eerst sinds de allereerste editie van het toernooi in 1996 een WK afstanden werd gehouden – zat de sfeer er goed in.
Toch zag het er aan het begin van het seizoen helemaal niet zo goed uit voor het Nederlandse schaatsen. Bij de eerste twee wereldbekerwedstrijden, in november in Azië, wist Nederland niet één gouden medaille te winnen op individuele afstanden. En bij het EK allround in Heerenveen, begin januari, waren de Noorse mannen de grote winnaars van een toernooi dat al decennia gedomineerd wordt door Nederlanders. Sander Eitrem werd als eerste Noor in 31 jaar Europees kampioen allround.
Boeiende tweestrijd
In de loop van het jaar werd een kentering zichtbaar. Die voltrok zich met name op de sprintnummers, in de boeiende tweestrijd tussen de Amerikaan Jordan Stolz en Jenning de Boo. Lange tijd won Stolz alle duels, maar in Hamar, tijdens de wedstrijd waar het écht om ging, wist De Boo zijn rivaal te kloppen: op vrijdagavond werd hij wereldkampioen op de 500 meter.
Bij de vrouwen won Femke Kok ook goud op die afstand, ondanks een rit die volgens haar „niet liep, van begin tot eind”. En op zaterdag was daar ineens Joep Wennemars, die na een seizoen vol fysiek malheur en beroerde prestaties „vanuit het niets” – zijn eigen woorden – de 1.000 meter won, en daarbij zowel Stolz als De Boo versloeg.
En dan was er Joy Beune. Vorig jaar brak ze door, na enkele moeilijke seizoenen, met een gouden medaille op het WK allround. Dit jaar lag haar niveau misschien wel hoger. De 1.500 meter op zondag was daar illustratief voor. Haar race, zo zei Beune na afloop, „was echt niet goed”. „Toen ik over de finish kwam, was ik echt niet blij. Ik dacht: dit is nooit genoeg om te winnen.”
Dat een „race op zeventig procent” toch voldoende was voor goud, zegt veel over de vorm waarin Beune verkeert. In dat licht was het „wel jammer”, zo gaf ze toe, dat ze zich niet had weten te kwalificeren voor de 5.000 meter. Had ze daar wél mogen starten, dan had dat zomaar een vierde gouden medaille kunnen winnen. En was ze de ‘keizerin van Hamar’ geweest.
Toen ik over de finish kwam, was ik echt niet blij. Ik dacht: dit is nooit genoeg om te winnen
Beune is volgend jaar meervoudig medaillekandidaat bij de Olympische Winterspelen in Milaan en Cortina d’Ampezzo – daar is geen twijfel over mogelijk. Maar haar absolute topniveau heeft ze nog niet eens bereikt, zei Beune zondag. „Er kunnen nog steeds dingen beter. Mijn basissnelheid kan hoger. En bij de start verlies ik nog vet veel tijd.” Ook haar coach Erik Bouwman ziet „nog behoorlijk wat ruimte”, zo zei hij. „Bijvoorbeeld in haar laatste rondje.”
Er is ook reden tot zorg voor schaatsnatie Nederland in de aanloop naar het olympisch jaar, zo bleek in Hamar. Om te beginnen bij Jutta Leerdam. Jarenlang domineerde ze de 1.000 meter – maar dit seizoen bereikte ze nooit haar vereiste vorm. Vorig jaar verliet ze de ploeg van coach Jac Orie om solo verder te gaan richting Milaan. Ze vond een privé-sponsor en herenigde zich met haar oude coach, de Oekraïense Nederlander Kosta Poltavets, met wie ze veel uitprobeerde – onder meer een wissel van schaatsschoenen en -ijzers.
Ander leven als influencer
Door haar route zonder commerciële ploeg kreeg Leerdam ook meer ruimte voor haar andere leven als influencer (meer dan vijf miljoen volgers op Instagram). Haar vriend, de Amerikaanse bokser en YouTuber Jake Paul, was dit weekend in Hamar, als officiële gast van de internationale schaatsbond ISU. Met in zijn gevolg drie beveiligers en een cameraman struinde hij door de catacomben van het Vikingskipet.
Bij Leerdam draait het om de ‘rake klappen’, zo vertelde ze voorafgaand aan het toernooi. Ze is „altijd sterk en fysiek fit”, dus het verschil tussen winnen en verliezen zit hem in het goede gevoel in haar slagen. Kan ze het ijs „echt raken”? Het is voor haar een voortdurende zoektocht naar „de techniek”, zei ze op woensdag: „Als ik die op orde heb, kan ik al mijn kracht kwijt en ga ik hard.”
Dat lukte niet. Met Suzanne Schulting en Angel Daleman won ze wel goud op de teamsprint en ze werd verrassend tweede bij de 500 meter. Maar op de afstand waar het voor Leerdam écht om draait, de 1.000 meter, kwam ze zaterdag te kort. Ze werd derde, achter haar belangrijkste rivaal Miho Tagaki (Japan) enFemke Kok. Hoofdschuddend kwam Leerdam in de laatste rit over de finish. De ‘rake klappen’ waren uitgebleven. „Ik denk dat ik gewoon té graag wilde”, zei Leerdam na afloop. „Ik had te veel haast, bleef niet rustig genoeg. Ik weet niet wat ik had, maar ik raakte hem totaal niet.”
Zorgen bevestigd
De tweede reden voor ongerustheid in de aanloop naar de Olympische Spelen zijn de Nederlandse mannen op de lange afstanden. Dat speelt al langer, maar in Hamar werden de zorgen opnieuw bevestigd.
Decennia lang was Nederland volstrekt dominant op de 5.000 en 10.000 meter, de klassieke afstanden in het allround schaatsen, maar de laatste jaren gaan de medailles naar andere landen. Op de Olympische Spelen in Beijing (2022) was daar de excentrieke Zweed Nils van der Poel; in de seizoenen erna kwamen de Italiaan Davide Ghiotto en de Noor Sander Eitrem op – allebei schaatsers die veel meer en zwaarder trainen dan de Nederlanders.
In Hamar ontbrak Patrick Roest, de beste Nederlandse langeafstandsrijder van de laatste jaren: hij kwam dit seizoen door fysieke malheur amper aan schaatsen toe. De vaandeldragers waren Chris Huizinga en Beau Snellink, twee stayers die dit jaar hun doorbraak beleefden naar de wereldtop.
Stayer Chris Huizinga op kop tijdens de ploegenachtervolging, met achter hem Beau Snellink en Marcel Bosker. Foto Sem van der Wal/ANP
Snellink vocht donderdag op de 5.000 meter lange tijd een schitterend duel uit met Eitrem, maar werd in de laatste drie ronden uiteindelijk overtuigend geklopt. Huizinga – die dit jaar erkenning kreeg als pionier in het schaatsen met beide armen op de rug in de bocht – stelde op beide afstanden teleur: achtste op de 5.000 meter, negende op de 10.000 meter.
Het gevolg: op de 10.000 kilometer, zoals verwacht gewonnen door de Italiaanse wereldrecordhouder Ghiotto, stond er zondag niet één Nederlandse schaatser op het podium – iets wat tot een paar jaar geleden ondenkbaar zou zijn geweest.
Kort daarna bezorgde Marijke Groenewoud de Nederlandse schaatsfans in het Vikingskipet een vrolijke afsluiter van het weekend: ze werd wereldkampioen op de massastart. Dat was gouden medaille nummer acht.
De uitverkochte Phil-zaal in Haarlem was afgelopen zaterdag gevuld met gelukkige Kensington-fans, die hun ‘verloren zoon’ terugvonden. Want nadat zanger Eloi Youssef tweeënhalf jaar geleden uit de populaire rockband stapte, was hij uit beeld verdwenen. Hij zou weer muziek gaan maken, zei hij, maar hóe bleef onduidelijk.
Of er een solo-album komt, is nog onbekend, Youssefs eerste nieuwe stap is nu een tournee met het strijkorkest Kamarata Zuid, aangevuld met vier zangers van het Nederlands Kamerkoor. De tournee was zo snel uitverkocht dat een reprise gepland wordt voor het najaar.
In Haarlem blijkt dat Youssef een persoonlijke en muzikale zoektocht heeft afgelegd. Zijn transformatie – van rockzanger in stadions, naar voorganger in een spiritueel klinkende fijnproeversavond – is gedurfd en doorvoeld.
Op het podium staat en zit een groep strijkers, erachter staan vier zangers, van bas tot sopraan. De klank van de cello’s, violen en contrabas – blikkerend, vlinderig, kreunend – is al een feest op zich.
Geheimzinnige seance
Samen speelden ze uiteenlopende covers (een Iers folklied, van Radiohead en van Silverchair), enkele nummers van Kensington, en een paar nieuwe liedjes, geschreven door Youssef. In zijn nieuwe rol is hij nu niet de frontman die middenvoor de aandacht trekt. In zwarte monnik-achtige kleding, waar zijn grote expressieve handen wit tegen afsteken, staat hij aan de zijkant.
De zorgvuldige belichting, met lichtflitsen tijdens het epische ‘Emotion Sickness’ van Silverchair, verhoogt de associatie met een geheimzinnige seance. De zangstemmen van de koorleden geven mooie pulserende accenten.
Maar al zat het publiek te headbangen in de stoelen bij Kensington-hit ‘No Me’, de elementen viellen niet altijd samen. Youssefs stem heeft een moeiteloze kracht die soms door de subtiele partijen heen davert. Vooral in de eerste nummers ontbrak daardoor samenhang.
Nieuwe nummers
Er werden drie nieuwe door Youssef geschreven nummers gespeeld, zoals de ballade ‘Hang On’ waarin strijkers en vocalen samen groots op stoom kwamen. Youssef was tevreden: „Dit is mijn eerste foutloze uitvoering”. ‘Old Rain’ frappeerde met de uitbarsting van wanhoop om en liefde voor zijn vader.
Hij zingt een mantra over de behoefte om ‘geaccepteerd te worden zoals je bent’, en het publiek in de zaal participeert subtiel. Zo maakt Youssef zijn belofte waar: terwijl Kensington zich met een nieuwe zanger, de Amerikaan Jason Dowd, voorbereidt op een rentree in december in mega-hal Ziggo Dome, onderzocht hun voormalige zanger nieuwe mogelijkheden en persoonlijk terrein. En dan blijkt: Eloi Youssef heeft zijn stem gevonden.
Opeens rent een grote groep mensen weg voor iets onzichtbaars. Het lijkt alsof ze achterna gezeten worden. Ze kijken meerdere keren achterom, maar er valt niets te zien. De mensen blijven schreeuwen.
Bij het massale protest tegen corruptie en wanbestuur, zaterdag in de Servische hoofdstad Belgrado, werd volgens betogers een geluidskanon tegen hen ingezet. „De helft van de mensen was niet meer bij bewustzijn. Het leek alsof ze door het geluid in een LSD-trip waren beland”, schrijft een betoger op X.
In de binnenstad van Belgrado verzamelden zich ruim 300.000 mensen. Het plan was om tijdens het protest de vijftien slachtoffers van de instorting van het dak van een pas gerenoveerd treinstation in Novi Sad te herdenken. Dit zouden ze gedurende vijftien minuten stilte doen, totdat ze werden verstoord, mogelijk door een geluidskanon.
Het Servische ministerie van Defensie ontkent dat de politie een geluidskanon heeft gebruikt. Volgens militair analist Aleksandar Radic ging het wel degelijk om een sonisch wapen van militaire kwaliteit. Het geluidskanon, ook wel een long-range acoustic device (LRAD) genoemd, maakt sinds een paar jaar deel uit van het arsenaal van de Servische veiligheidstroepen.
Een LRAD-kanon is een niet-dodelijk wapen van Amerikaanse makelij, oorspronkelijk vooral bedoeld voor de civiele scheepvaart. Het heeft de vorm van een grote studiolamp, met in het midden een speaker. Door aan het apparaat te draaien kan de geluidsstraal gericht worden. Met behulp van lage, misselijkmakende bromtonen stelt het mensen buiten gevecht. Hoewel „niet-dodelijk”, kan het wapen de gezondheid aantasten, omdat het permanente gehoorschade, tijdelijk zichtverlies en (fysieke) trauma’s kan veroorzaken. Mensen die niet direct in de straal staan of oordoppen met een hoge demping in hebben worden niet geraakt.
Meestal wordt het LRAD-wapen gebruikt door de marine en civiele scheepvaart om piraten te verjagen. Zo probeerden Somalische piraten in 2005 een Amerikaans cruiseschip te enteren, maar werden ze door het pijnlijke geluid uitgeschakeld. In 2014, tijdens een Black Lives Matter-protest in New York, gebruikte de politie een LRAD-kanon. Vijf jaar na blootstelling aan het geluid hadden sommige slachtoffers nog last van beschadigde zenuwen en migraine.
In Nederland worden geen LRAD-wapens gebruikt om mensen te verjagen. Wel wordt regelmatig gebruikgemaakt van het zogeheten mosquito-apparaat. Dit apparaat zendt een hoge frequentie uit om vooral jongeren van hangplekken te verjagen.
Politie en demonstranten op straat in Belgrado tijdens de anti-corruptiedemonstatie zaterdag. Foto Marko Drobnjakovic/AP
Illegaal wapen
Een filmpje op X toont mensen die in paniek door Belgrado rennen. Eronder reageert een betoger: „Ik was daar, zowel mijn man als ik vielen. Dit is het gruwelijkste wat ik in mijn leven heb meegemaakt.
„Het enige doel van deze daad is een brute vertoning van macht, een bewijs van arrogantie. En de motivatie is haat tegen het eigen volk”, zei militair analist Radic tegen de Servische tv-zender N1.
Het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken houdt vol dat de politie geen „illegale middelen” heeft gebruikt tegen de betogers. Het stelt dat gebruik van een sonisch wapen in strijd zou zijn met de wet.
Tegelijkertijd circuleren op sociale media aanwijzingen dat wel degelijk een geluidskanon is gebruikt. De straat waarin het pijnlijke geluid werd afgespeeld is vanuit verschillende perspectieven gefilmd. Op filmpjes zijn mensen te zien die hun oren bedekken en bukken. De filmpjes worden door Servische studenten massaal gedeeld op Instagram. Het is niet duidelijk hoeveel mensen geraakt zijn door het geluidskanon. Het Servische Openbaar Ministerie heeft besloten geen nader onderzoek te doen.