Stroeve onderhandelingen en nog altijd geen akkoord. De vier coalitiepartijen spraken maandag met het ‘monsterverbond’ van D66, CDA, ChristenUnie, JA21, SGP over de onderwijsbegroting, waarin een bezuiniging van 2 miljard euro gepland staat. Daarvoor heeft de coalitie geen meerderheid in de Eerste Kamer. Dat is geen unicum: afgelopen jaren moest de coalitie vaak met de oppositie om tafel om een meerderheid in de senaat te verkrijgen. Wat wél vreemd is, is dat deze coalitie überhaupt amper aan onderhandelen toekomt. En lukt het haar niet een meerderheid te behalen, dan ontstaat een miljardengat in de begroting.
De oppositie wil 1,3 miljard van de bezuinigingen voorkomen; de coalitie kwam met een voorstel voor 363 miljoen. „Losse flodders”, zei een ingewijde, zeker omdat de coalitie geen financiële dekking heeft gevonden voor die 363 miljoen euro.
Al op 21 september bleek in de Eerste Kamer geen meerderheid voor de onderwijsbegroting. Dat was een goed moment geweest voor onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) om te onderhandelen met de oppositie. Waarom Bruins dat naliet, is onduidelijk – maar intussen stapelden de brandbrieven van topbestuurders van grote bedrijven zich op en protesteerden twintigduizend studenten en docenten op het Malieveld. En de oppositie maakte steeds duidelijker dat ze de bezuinigingsplannen écht niet zou slikken.
Pas vorige week woensdag begonnen de onderhandelingen, eerst met CDA-leider Henri Bontenbal en vervolgens met D66, ChristenUnie, JA21 en later ook de SGP. Zij kwamen met een amendement op de begroting met daarin voor ieder wat wils. Bezuinigingen op levensbeschouwelijk onderwijs en de maatschappelijke diensttijd worden teruggedraaid voor de confessionelen; voor D66 de langstudeerboete en voor JA21 de inperking van internationale studenten. De dekking moet voornamelijk komen uit het minder verlagen van het eigen risico, dat dit kabinet wil halveren.
Lees ook
‘Studeren is een recht’, klinkt het op het Malieveld. En ook: ‘Oorlog is een keuze’
Matig
Een goed gesprek over dat alternatief is nooit gevoerd, vertellen ingewijden. Omdat het kabinet nog altijd geen gedekt tegenvoorstel heeft gedaan, maar ook omdat het maar matig geïnteresseerd lijkt. Tijdens een bespreking met de onderwijswoordvoerders van de coalitie en het verbond op donderdag, hebben Kamerleden Claudia van Zanten (BBB) en Patrick van der Hoeff (PVV) zich volgens aanwezigen amper in de discussie gemengd. Sindsdien is een weekend gepasseerd en nog altijd is amper sprake van echte onderhandelingen. Maandag spraken oppositie en coalitie drie kwartier.
Oppositiepartijen ervaren een déjà vu: vorige maand bleek de coalitie ook al onvoorbereid op een begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer. Toen hebben D66, CDA, ChristenUnie en SGP het kabinet geholpen aan een meerderheid voor het belastingplan. Ingewijden vragen zich dan ook af hoe het wéér kan dat kabinet en coalitie zich niet hebben voorbereid op het vergaren van een senaatsmeerderheid.
Losse flodders
Er is kritiek op D66, CDA en ChristenUnie omdat ze over onderwijs weer met de coalitie, voornamelijk de PVV, om tafel willen. D66-leider Rob Jetten zei maandag bij de inloop van de onderhandelingen dat D66 nu eenmaal de (zelfbenoemde) onderwijspartij is, dus dat hij het aan de achterban verplicht is deze coalitieplannen aan te passen. Van meet af aan heeft het CDA gezegd goede voorstellen te steunen en met alternatieven te komen waar nodig.
De oppositiepartijen willen de coalitie op afstand houden door zich aan elkaar vast te houden. De coalitie kan proberen ze uit elkaar te spelen. Zeteltechnisch is dat verleidelijk: de coalitie mist ‘slechts’ acht zetels in de senaat. Bijvoorbeeld met CDA (zes zetels) en JA21 (drie zetels) zouden ze al een meerderheid hebben, of met D66 en ChristenUnie. Maar de meeste oppositiepartijen willen niet alleen de coalitie stutten. Samen of niet, klinkt het vanuit het verbond.
PVV
Maar de oppositie heeft ook uiteenlopende belangen. Het CDA wil zichzelf vooral profileren als een constructieve partij. Voor hen is het snel afhandelen van deze kwestie aantrekkelijk. D66, dat principiële bezwaren heeft tegen samenwerken met de PVV, moet juist tonen dat het niet te makkelijk is te paaien. Bovendien is dit voor de partij een opportuun moment om aan de achterban te tonen dat ze hard en lang wil strijden voor het onderwijs.
Ook binnen de coalitie gaan de belangen niet gelijk op. Het oppositieverbond heeft voorgesteld het geld voor de onderwijsbegroting vrij te spelen door de verlaging op het eigen risico te verminderen. Halvering daarvan kost jaarlijks 4,3 miljard euro extra, met elk tientje boven op het eigen risico worden grote hoeveelheden geld vrijgespeeld.
Ironisch genoeg heeft Schoof het moeilijker gemaakt voor de oppositie om zich constructief op te stellen
Voor VVD, NSC en BBB is dat niet per se problematisch, die hebben de halvering nooit voorgestaan. Voor PVV-leider Geert Wilders ligt dat anders. Tijdens de campagne beloofde hij het eigen risico per direct af te schaffen. Tijdens de formatie werd dat halveren en pas vanaf 2027. Nogmaals inbinden op dit voor de PVV belangrijke thema, zou pijnlijk zijn. Al op woensdag zei hij absoluut niet te willen toornen aan het eigen risico. Maar, zeggen ingewijden van de oppositie, dat is dan zíjn probleem. Graag of niet, laten ze weten.
Premier Dick Schoof zei vrijdag dat hij wil dat de onderwijsonderhandelingen worden verbreed, want ook op andere dossiers heeft hij de Eerste Kamer nodig. Dat was onhandig, want het laatste wat de oppositiepartijen willen, is het beeld schetsen dat ze brede gedoogsteun geven. Ironisch genoeg heeft Schoof het aldus moeilijker gemaakt voor de oppositie zich constructief op te stellen.
Wilders nam een andere houding aan. Hij is „zeker niet” bereid om te onderhandelen over een totaalpakket.
Lees ook
Onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) slalomt om zijn eigen normen en waarden