
De schaamte moet van kant wisselen. Het is de strijdkreet van Gisèle Pelicot, de Franse vrouw die bijna tien jaar lang werd gedrogeerd en verkracht door Dominique Perlicot, inmiddels haar ex echtgenoot. Hij nodigde ook tientallen andere mannen uit om de bewusteloze Gisèle te misbruiken.
Die oproep om de schaamte van kant te laten wisselen is ijzersterk, en roept dan ook wereldwijd adhesie op, zoals afgelopen zaterdag nog in het opinieartikel van schrijver Lotte Bouwman. Ondertussen betekent de eis van Gisèle Pelicot ook de afsluiting van een libertair tijdperk, zo vanaf de jaren ’70, waarin de schaamte in zijn geheel moest worden ontmanteld, omdat het een kleinburgerlijke emotie zou zijn. Het tekent het succes van #MeToo dat de schaamte weer volop mee mag doen, mits de daders ermee worden opgezadeld. Pelicot voelt zich na een lange strijd voor erkenning niet langer ‘minderwaardig’: ze vindt dat het gevoel van zelfverachting haar aanranders hoort te treffen.
Voorbij zijn de dagen dat we ons alleen nog moesten ‘schamen voor de schaamte’, want schaamte was truttig, en de seksueel bevrijde mens – lees man – had genoeg leukers te doen.
De kreet van Pelicot heeft ook zoveel zeggingskracht, omdat daarmee, bedoeld of onbedoeld, ook het dekolonisatiedebat wordt samengevat. De ‘minderwaardigheidsgevoelens’ die vroeger voor de mensen in de kolonie stonden gereserveerd, ver weg van het moederland, overzee, zijn van eigenaar verhuisd: de oude koloniale machten, hun uitvoerders en al die mensen die er praktisch nut van ondervonden, tot en met het schepje suiker in hun koffie – die moeten zich nu schamen, al was het maar voor hun onwetendheid. En daarvoor hoeven ze niet meer over zee, want de nakomelingen van die gekoloniseerde mensen wonen in overvloed gewoon hier, in Nederland en in Europa.
Ik kan het moeiteloos met Gisèle Pelicot eens zijn: niet zijzelf, maar haar seksuele belagers treft de sociale schande, niet zozeer vanwege hun mannelijke, hetero- of cisgender identiteit, maar vanwege hun daden, hoogstpersoonlijk uitgevoerd.
Het wordt al ingewikkelder als je een heel volk, bijvoorbeeld het Nederlandse, wilt verplichten tot ‘schaamte’, vanwege kolonialisme en slavernij. Erkenning, excuses, genoegdoening, het ligt allemaal in de rede, maar hoe wil je alle witte Nederlanders een leven lang tot schaamte verplichten? Hoeveel generaties duurt het, voordat deze erfzonde is uitgezweet? Is dat überhaupt mogelijk?
Alleen wie zelf de schaamte heeft ondergaan, kan wisseling van schaamte voorstellen. De wens van Pelicot is doorleefd. Zij kan de daders aanwijzen. Het maakt het grote globale spreken vanuit westerse universiteiten over ‘het slechte westen’ en ‘het bonafide niet-westen’ ook zo onwaarachtig. Het treft iedereen – en dus niemand.
Dat is geen wisseling van schaamte, maar stuivertje wisselen.
Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.
