In Maastricht is de hele kunstgeschiedenis te zien: in gips

Reportage

Gipsen beelden Elke academie had vroeger de kunstgeschiedenis in huis. In Maastricht bleef de verzameling ‘gipsen’ bewaard én in gebruik. „Je hoeft minder te reizen om kunst te zien.”

De leeuw is een van de gipsen beelden waarmee studenten ‘scientific illustration’ van het Maastricht Institute of Arts oefenen. Links docent Rogier Trompert.
De leeuw is een van de gipsen beelden waarmee studenten ‘scientific illustration’ van het Maastricht Institute of Arts oefenen. Links docent Rogier Trompert.

Foto Chris Keulen

Echt goed leren tekenen begint met „observeren en visualiseren”, vindt Rogier Trompert, hoofd van de tweejarige master ‘scientific illustration’ van het Maastricht Institute of Arts. Dus krijgen de acht studenten die elk jaar mogen starten met de opleiding (een van de vijf in de wereld en de enige masteropleiding in Europa) een gipsen hond en leeuw voor zich. De simpele opdracht: leg ze zo natuurgetrouw vast. De vervolgopdracht daarna: een transparantpapier eroverheen leggen en het skelet weergeven. Trompert: „Zo leer je begrijpen wat je tekent.”

Komend jaar moeten studenten en docenten zich een beetje behelpen. Dan is een selectie van tweehonderd van de circa vijfhonderd gipsen beelden en objecten van het instituut te zien tijdens de tentoonstelling Tussen kunst en kopie in museum Bonnefanten. Het is een van de manifestaties ter gelegenheid van tweehonderd jaar kunstonderwijs in de stad.

Honger naar gips

Er is in die twee eeuwen behoorlijk ingekocht door de kunstacademies die de voorlopers waren van het Maastricht Institute of Arts, weet Marjan Melkert, conservator van de ‘gipsotheek’ van het instituut. „Docenten zeiden dat bepaalde beelden echt nodig waren, al leek het ze soms toch echt te doen om honger naar gips, het hebben. De gemeente stelde het geld beschikbaar, waarmee ze werden gekocht, vooral bij een gerenommeerd atelier in Brussel.”

Nog altijd zweren de studenten van de master ‘scientific illustration’ bij deze ouderwets aandoende ambachtelijkheid. „Het witte gips kent geen kleuren die afleiden”, meent student Suzanne Stelwagen. „Het driedimensionale en licht-donker zijn mooi zichtbaar.” Elders op het instituut hebben de ‘gipsen’ eveneens hun plek in het onderwijs. Bij het tekenen naar levend model staat vaak een beeld in de buurt om de spieropbouw van de mensen beter te doorgronden.

De waardering voor de groeiende verzameling ( met veel nadruk op de oude Grieken en de Renaissance) wisselde door de jaren heen. Na twee wereldoorlogen won het modernisme terrein. Vanaf het midden van de jaren zestig verdwenen bij veel instellingen de collecties gipsen in de container. Maastricht vormde een uitzondering tijdens deze ‘beeldenstorm’: daar zagen voldoende mensen op invloedrijke posities de waarde van de verzameling.

„Maar de discussie keert om de zoveel tijd terug”, zegt conservator Melkert. „In 2010 moest er nog een advies komen over wat er met de gipsen diende te gebeuren. Dat diverse Nederlandse musea toen de waarde van de collectie onderstreepten, hielp enorm.”

Hiaten

Mogelijk helpt de verzameling om hiaten in de kunstgeschiedenis te vullen, zegt ze. „Hier in Maastricht bestond een tijdlang een grote voorkeur voor gipsen naar voorbeeld van de Duitse houtsnijder-beeldhouwer Tilman Riemenschneider (1460-1531). Een flink deel van zijn werk is verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Duitsland vergelijken op dit moment onderzoekers vier van onze gipsen met beelden en beschrijvingen uit catalogi van voor 1939-1945.”

Melkert ziet bovendien een rol voor de gipsen beelden in actuele discussies. „Als kunst wordt teruggegeven aan landen van oorsprong, kunnen gipsen replica’s als vervanging dienen. Wij hebben hier bijvoorbeeld verkleinde weergaven van de Elgin Marbles.” De originele marmeren friezen van het Parthenon van de Atheense Akropolis zijn begin 19de eeuw overgebracht naar het British Museum in Londen, maar de Griekse regering eist hun terugkeer.

Melkert: „Denk ook aan de noodzaak van minder reizen in tijden van klimaatverandering. Gispen bieden een mogelijkheid om een flink deel van de canon dicht bij huis te zien, zonder een heleboel musea over de hele wereld te bezoeken.”

Adonis met feesthoedje

Voor de docenten en studenten van de Maastricht Institute of Arts zijn de gipsen beelden vertrouwde metgezellen geworden. In de zolderruimte waar scientific illustration wordt onderwezen, is een gespierde adonis voorzien van een feesthoedje. Op de gang ernaast staat een replica van de 15de-eeuwse David van Andrea del Verrocchio, waarvoor misschien diens leerling Leonardo Da Vinci model stond. De gipsen versie in Maastricht ligt half uit elkaar. Het hoofd en een van de armen worden apart bewaard. „Toch is het zo’n beetje de mascotte van onze master geworden”, vertelt docent Trompert.

Ook de hond en de leeuw zijn een eigen leven gaan leiden. Student Margaux Huelvan vertelt hoe ze net als medestudenten geregeld sites van gevestigde illustratoren bekijkt. „Kom je in digitale portfolio’s tekeningen van die hond en die leeuw tegen, dan is meteen duidelijk: die heeft in Maastricht gezeten.”

Tussen kunst en kopie is t/m 25/2 in museum Bonnefanten, Maastricht