In de nieuwe muziek van rapper Sticks is ‘de dood nooit ver weg, maar het leven altijd dichterbij’

„Dit is het moeilijkste wat ik ooit schreef”, bekent rapper Sticks op de laatste track van zijn nieuwe album Zonneschijn. Het nummer heet ‘Lentezon’ en is „opgedragen aan de vrouw die er altijd voor hem was”. Zijn moeder kreeg vorig jaar te kampen met dementie, takelde in korte tijd af en overleed begin dit jaar. Op een kalme pianobeat klinkt Sticks’ kenmerkende nasale stem, nostalgisch en verdrietig. „Door je overlijden is je lijden over.” Het lied is de letterlijke tekst die hij voordroeg op de crematie.

Junte ‘Sticks’ Uiterwijk (42), stond eind jaren negentig aan de wieg van de Nederlandse hiphop, als deel van rapformatie ‘Opgezwolle’, samen met mede-Zwollenaren Rico, Delic en Typhoon. Hij groeide op met zijn moeder in de wijk Holtenbroek, tegenwoordig woont hij binnen de stadsgracht met zijn vrouw en twee kinderen. „Dat was altijd al de droom. Dus, welkom in mijn wereld”, zegt Sticks breed lachend in een koffiezaak in hartje Zwolle. Hij wijst naar buiten. Een felle herfstzon laat de kleuren van de bladeren oplichten, en doen denken aan de impressionistische werken van Cy Twombly, zijn favoriete kunstenaar.

Wat trekt je aan in zijn kunst?

„Zijn doeken gaan over ritme, over poëzie. In zijn benadering van schilderen herken ik de manier waarop ik muziek maak. Die creatiekracht, dat knagende gevoel dat je moet creëren, dat voel ik ook. Jezelf ‘out there’ gooien, heel kwetsbaar. Daar is veel moed voor nodig. Datzelfde gevoel heb ik bij Nick Cave. Die doet zo veel verschillende dingen. Dan brengt hij weer een boek uit, dan een expositie met keramiek, een nieuwe plaat of een blogpost. En toch voelt het nooit van ‘pff, daar heb je Nick Cave weer’. Het is altijd eerlijk en puur, gedreven door liefde. Ik modelleer mijn carrière wel een beetje naar die van hem. En naar de prachtig verwoorde adviezen van Rilke in zijn Brieven aan een jonge dichter. Schrijven, maken, omdat je niet anders kan.”

Sticks bekleedt een legendarische status in Nederlandse hiphop. Hij is een van de weinige rappers die al zo lang en zo consequent muziek uitbrengt. Vorig jaar nog twee albums (het wat duistere Alles Over Hoop en het optimistischere En Door), dit jaar weer een nieuwe. Eveneens consequent zijn de ingenieuze teksten en spitsvondige woordspelletjes op iedere track. Dat gevoel voor taal heeft hij niet van een vreemde: zijn moeder was docent Nederlands.

Inmiddels is Sticks in de veertig en zelf vader van twee dochters van vijf en acht, die „het taalgevoel van oma geërfd hebben”. Op Zonneschijn rapt hij dan ook veel over vaderschap en zijn nalatenschap. Toch klinken veel tracks nog jeugdig enthousiast. Op de track ‘Zijn we nog OK?’ met James, Rico en Typhoon klinkt de jonge branie van Opgezwolle door, terwijl de tekst gaat over ouder worden. En op ‘1 Take’ rapt Sticks open over zijn nalatenschap en dat hij geobsedeerd is door wat hij achterlaat.

In andere woorden: is het terugkijken begonnen?

„Nou, dat weet ik niet. Zonneschijn is in ieder geval een definitief statement. Het is goed zo. Maar een album is voor mij altijd een momentopname. Je weet niet wat volgend jaar brengt, voor nu is dit alles wat ik wil zeggen. Ik zal me altijd creatief blijven uiten. Maar of het muziek is, schilderen, of iets anders, dat vind ik lastig. En of dat per se iets is wat gedeeld moet worden, is ook nog maar de vraag. Maar ik zeg op ‘1 Take’ ook: het is pas genoeg als ik me bij m’n voorouders voeg.”

Wat drijft je om zo veel te maken?

„Ik word gewoon heel onrustig en down als ik een tijdje niets maak. Tegelijkertijd schaam ik me als ik chagrijnig wakker word, want ik vind dat ik dankbaar moet zijn voor wat ik heb. Maar soms kan ik het gewoon niet helpen. Ik moet creëren.”

Voor mij was het conflict met Ronnie Flex iets dat erbij kwam in een periode waarin ik niets kon hebben. Ik heb er wel spijt van

Rapper Sticks.
Foto Andreas Terlaak

‘Zonneschijn’ ademt nostalgie en verdriet, maar ook blijdschap en verbroedering. Heeft dat te maken met het overlijden van je moeder?

„Ik weet niet of ik dat zo letterlijk zou stellen. Maar het is wel zo dat al die jongens van vroeger naar de crematie zijn gekomen. Dat deed me veel. Niet veel later zijn we de studio in gedoken. Typhoon, Rico, James, iedereen. Dat voelde echt als vanouds, ondanks dat iedereen zijn eigen ding is gaan doen. Mijn kinderen erbij op de bank met een broodje pindakaas. Heerlijk, dan voel ik trots. En tegelijkertijd mis ik mijn moeder enorm. Ze was een grote inspiratiebron, de vrouw die mij gemaakt heeft. ‘Lentezon’ is de speech die ik gaf op haar crematie. Dus, ik weet het niet, het is denk ik tweeledig. Dit album is zowel litteken als liefde. Het leven, gewoon. De dood is op dit album nooit ver weg, maar het leven is altijd dichterbij.”

Zonneschijn gaat over zelfgekozen familie, over liefde en rust. Het was dus nogal out of character toen Sticks dit voorjaar Ronnie Flex leek te ‘dissen’, zo geeft hij ruiterlijk toe. Een zakelijk conflict tussen Sticks’ label Top Notch en Ronnie Flex werd niet alleen in de rechtszaal, maar ook muzikaal uitgevochten. Sticks bracht samen met Jiggy Djé (alias van Vincent Patty, baas van Top Notch) de track ‘Pincodes’ uit, als reactie op de eerdere disstrack ‘Kees Closed’ van Ronnie richting Top Notch. De gemoederen liepen erna hoog op, zeker toen Anouk zich erin mengde en Ronnie Flex met het n-woord bejegende.


Lees ook

Na dissraps tussen Ronnie Flex en Top Notch is nu ook Anouk betrokken. Wat is er aan de hand?

Still uit de video bij ‘Kees Closed’ van Ronnie Flex.

Wat gebeurde daar?

„Tja… Het begon in maart. Ik was net mijn moeder verloren, was helemaal fucked up en in de war van de rouw. Ik besloot met Vincent een paar dagen naar de Ardennen te gaan, even ertussenuit. Tegelijkertijd zat Vincent enorm met de situatie rondom Ronnie in zijn maag. Ik had wat teksten geschreven en Vincent wilde dat ik die op beat zette. Ik dacht, waarom niet, het doet me vast goed om even alles van me af te rappen alsof ik nog begin twintig ben. Verdriet brengt ook woede. Tegelijkertijd weet ik zeker: geen enkele zin op dat nummer ging over Ronnie. Toch werd de track later door iedereen opgevat als een diss. Hand op m’n hart, dat was niet mijn intentie.”

Had je niet kunnen voorzien dat het zou ontploffen?

„Achteraf natuurlijk wel. Er zat ook zeker een stukje ego in. Vincent had een paar scherpe teksten richting Ronnie, dus ja, dan ben je guilty by association. Maar voor mij was het iets dat erbij kwam in een periode waarin niets kon hebben. Ik heb er wel spijt van. Als ik er met mijn hoofd bij was geweest, had ik het niet gedaan. Klinkt misschien als slappe hap, maar het is echt zo. Ik heb Ronnie later nog via de app gesproken en hij zei dat het ‘gewoon hiphop shit was’. Er is geen haat tussen ons. Voor mij gaat het om het welzijn van de mensen om me heen, en uiteindelijk om wat ik zelf belangrijk vind. Op een gegeven moment verandert je leven. Je krijgt kinderen, er gebeuren ingrijpende dingen, en dan worden dat soort ego-dingen minder belangrijk. Het is wat het is: een momentopname, net als alles wat we maken.”