N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Turkije noemt zeer precieze dodenaantallen, in Syrië lukt dat niet. Experts vrezen dat de aantallen nog aanzienlijk kunnen oplopen.
Het dodental van de aardbevingen van maandag is de laatste dagen snel opgelopen. Volgens gegevens van AFAD, de centrale Turkse organisatie voor rampenbestrijding, waren er vrijdagmiddag in totaal 19.388 doden in Turkije geborgen en bedroeg het aantal gewonden 77.711. In Syrië, waar de telling beduidend minder systematisch verloopt, waren toen ruim 3.300 doden geborgen. Daarmee is het de op vijf na ernstigste beving van deze eeuw, met al een hoger dodental dan de beving en tsunami in Japan van 2011.
Lees ook: Turkse rampenbestrijder AFAD: geliefd om redden driejarige, vervloekt als de nood hoog is
Dat het dodental halverwege de week snel opliep is bij zo’n ramp niet ongewoon. In het begin ontbreken graafmachines en hijskranen om stukken beton van ingestorte gebouwen op te tillen. Pas als die er zijn kunnen grotere aantallen slachtoffers worden geborgen. In Syrië zijn die nog vrijwel afwezig.
Het dodental kan volgens experts nog aanzienlijk oplopen. Risklayer, een in het Duitse Karlsruhe gevestigde organisatie die schattingen maakt van dodentallen en economische schade na aardbevingen, raamde woensdag het uiteindelijke dodental op 45.000 voor Turkije en Syrië samen. Vrijdag mailde directeur James Daniell, een geofysicus, op vragen van NRC dat deze raming inmiddels naar boven is bijgesteld tot ruim 52.000. Het betreft een mediaan tussen uitersten van 23.284 tot 107.671.
Deze prognoses berusten op een analyse van grote aantallen historische en actuele aardbevingsgegevens maar ook andere informatie zoals lokale bebouwing en demografie in het getroffen gebied.
Syrische vluchtelingen
David Wald, een geofysicus van de Amerikaanse Geologische Dienst en eveneens een specialist in de tol van aardbevingen, acht het nog te vroeg voor schattingen, al sluit hij niet uit dat Risklayer gelijk krijgt. „We hebben nog meer gegevens uit het gebied nodig”, zegt hij telefonisch vanuit Colorado. „Het is bij voorbeeld onduidelijk hoe de komst van al die Syrische vluchtelingen van de laatste jaren het dodental beïnvloedt.”
De Turken zijn volgens hem ditmaal overigens veel transparanter met hun cijfers dan bij de grote beving van 1999, toen er nogal wat twijfels over het dodental bleven bestaan.
Zowel Wald als Daniell onderstreept dat er voor Syrië na ruim tien jaar burgeroorlog veel minder betrouwbare gegevens zijn. Het land heeft geen centrale rampendienst zoals Turkije. In de meeste gebieden, zelfs waar het bewind van president Assad heerst, is zelfs nauwelijks sprake van een functionerende overheid. Het cijfer van ruim 3.300 doden is samengesteld uit 1.347 in het regeringsgebied en 2.030 in het rebellengebied. Dat laatste is afkomstig van de hulporganisatie Witte Helmen. Of ook doden zijn meegerekend in de Syrische gebieden die door Turkse troepen worden bezet, is niet duidelijk.
Lees ook ‘Als je al zes jaar in een tent zit, is zo’n aardbeving echt de laatste druppel’