Een van de somberste personages in de Nederlandse literatuur merkte over tradities op: „Ik geloof soms dat de koppigheid waarmee mensen aan tradities vasthouden, voldoende is om iedere hoop op te geven dat de mensheid door rationele maatregelen gelukkiger zal worden.” Alfred, het sombere personage uit de roman Nooit meer slapen, kreeg ongelijk: het sinterklaasfeest is het bewijs dat koppigheid al binnen één generatie een minderheid kan worden.
Het is nog geen vijftien jaar geleden dat de leus ‘Zwarte Piet is Racisme’ en het actiecomité Kick Out Zwarte Piet (KOZP) met publieksacties het idee van Zwarte Pieten tegen het licht hield. De eeuwenoude traditie die in de Middeleeuwen begon als katholiek festijn, kreeg vanaf 1850 een zwarte knecht en vierde vanaf 1888 het feest voor het eerst met een intocht waar volgens het Venloosch Weekblad „engelen en knechten” snoep gooiden uit naam van „de Grijze man”. Na bijna 175 jaar aanwezigheid van een Piet die zwart was, bestempelde een VN-werkgroep in 2014 de viering van Sinterklaas als een uiting van racisme die bestreden moest worden via het onderwijs. De werkgroep concludeerde toen dat de traditie van een zwarte knecht achterhaald was. De Franse jurist Mireille Fanon-Mendes-France, voorzitter van die groep, zei dat ze verrast was „dat veel mensen niet inzien waar het probleem ligt”.
Die conclusie is binnen tien jaar zo goed als weerlegd, mede dankzij KOZP. Dat actiecomité heeft niet alleen al die jaren het racistische kader van het feest getoond, maar heeft ook het lef om nu te stoppen met de acties. De dertig demonstraties die tot 5 december gepland stonden werden vanaf vorige week gestaakt.
Inzicht
Dat besluit is om twee redenen te prijzen. In de eerste plaats omdat in de meeste gemeenten de demonstraties niet meer nodig blijken, omdat de meeste mensen inmiddels wel inzien waar het probleem ligt. Piet is zelden nog zwart, de kromme praat en andere stereotype uiterlijke verwijzingen zijn grotendeels van de baan. Zulk maatschappelijk inzicht binnen één generatie geeft aan hoe goed de bewustmaking van KOZP en vergelijkbare initiatieven hebben gewerkt. Dat tradities uitstekend in stand zijn te houden, ook als je ze aanpast door niet meer met kindergeweld te dreigen en slaafgemaakten in te zetten, toont Sinterklaas. Het kinderfeest is er nu daadwerkelijk voor elk kind.
Minstens zo te prijzen is dat KOZP door te stoppen met demonstraties het pietendebat depolariseert, terwijl in de samenleving het minste geringste al leidt tot verdere polarisatie. KOZP zoekt verbinding terwijl de grootste regeringspartij nog voor Zwarte Piet strijdt. En KOZP kiest voor rationaliteit terwijl leden van een extraparlementair kabinet met elkaar over straat rollen, elkaar de maat nemen op sociale media en samen zoekende zijn in een antwoord op de vraag wanneer iets racistisch is.
KOZP-leden gingen theedrinken met gemeenten en zien dat het voor gemeenten en intochtcomités soms niet makkelijk is om veranderingen in hun sinterklaasfeest door te voeren omdat ze ook rekening moeten houden met de „achterban en mogelijke intimidatie”, zoals ze in hun persbericht schrijven. Ze zien dat er wordt gestreefd naar een „inclusieve intocht”, en zien dat er een onnodig grote wissel wordt getrokken op politie en hulpdiensten wanneer demonstranten het recht op een zwarte piet opeisen. De leden van KOZP zien dat er behoefte is aan „ruimte en rust” in een tijd dat die twee ver te zoeken zijn, én omdat ze weten dat tradities en koppigheid ondanks alles op sommige plekken nog steeds goed samengaan.