Nederlandse musical over de bouw van de Eiffeltoren wil te veel vertellen

Als je in Parijs de arm om je geliefde slaat en samen een foto maakt met de Eiffeltoren op de achtergrond, sta je vast niet stil bij alle verhalen achter de bouw van dit Franse icoon. Musical Eiffel vertelt ze wel: verhalen over het bedrijf dat de ijzeren toren uit de grond stampte; verhalen over de bouwers van de ruim driehonderd meter hoge constructie; verhalen over politiek gesjoemel, een overleden echtgenote en een sterke dochter.

Goedemorgen Theaterproducties vormt vaker hapjes geschiedenis om tot muziektheater. De producent ontwikkelde vorig jaar bijvoorbeeld Checkpoint Charlie over hoe de Berlijnse Muur levens spleet. Ook daar raakten (deels overlappende) levens vervlochten; in Eiffel is het narratief fragmentarischer. Centraal staat ingenieur Gustave Eiffel. Hij wordt gespeeld door Ad Knippels, die een stabiele rol neerzet, maar wel heel keurig binnen de lijntjes blijft.

In de voorstelling stort Gustave zich op de bouw van het Parijse monument, als het project dat zijn naam definitief moet vestigen. Hij laat ontwerpen of bouwen aan anderen over en worstelt zelf vooral met de mensen om hem heen. Af en toe duikt Gustaves overleden echtgenote op. Zij heeft altijd wijze raad paraat, bijvoorbeeld over de omgang met zijn dochter.

Scène uit de voorstelling Eiffel.
Foto Dinne van Rongen

Opstapje

Actrice Soraya Gerrits maakt van deze vrouw, die een belangrijke schakel vormt in het bedrijf van haar vader, een sympathiek en onafhankelijk personage. In solonummers knalt haar stem krachtig van de bühne. De dochter vecht tegen de normen van haar tijd, normen die bepalen dat een vrouw thuis voor de kinderen moet zorgen en dus niet meewerkt aan architectonische hoogstandjes. Omdat haar geliefde weinig weerstand biedt en acteur Ruben van Keer vooral de sulligheid van zijn personage aanzet, blijft deze verhaallijn hangen in slapstick.

Daarnaast wordt de romance van een bouwer (leuk-speelse rol van Roman Brasser) uitgewerkt, een vertelling die het opstapje vormt naar de protesten van hardwerkende en onderbetaalde arbeiders op de toren die razendsnel gerealiseerd moet worden in de aanloop van de Wereldtentoonstelling in 1889.

Het verhaal van Eiffel schiet heen en weer tussen al deze perspectieven en komt daardoor niet echt tot leven. Net als een personage dichtbij komt, schiet de voorstelling een andere kant op. Dramatische momenten, zoals een heftig duet tussen Gustave en zijn overleden vrouw, krijgen hierdoor iets grotesk: emoties komen plotseling, de opbouw ontbreekt.

In andere scènes wordt met jaartallen gestrooid of een historische setting al te nadrukkelijk uitgetekend. Regisseur Fons van Rongen krijgt de spanning maar niet in de voorstelling. De muziek – met veel piano en strijkers, die de romantiek of het drama nadrukkelijk de hoogte in moeten stuwen – helpt niet mee. Het maakt dat Eiffel, ondanks humoristische bijdrages van acteur Dennis Willekens in allerlei rollen, soms meer als een geschiedenislesje voelt dan een theatervoorstelling.