De Canadese rapper Drake wil juridische stappen ondernemen tegen zijn label Universal Music Group (UMG). UMG zou met Spotify hebben samengespannen om de luistercijfers van Kendricks Lamars track ‘Not Like Us’ kunstmatig op te voeren – een nummer waarop Lamar, die ook bij UMG is aangesloten, Drake aanvalt. Hoewel het nog onduidelijk is of een juridische strijd positief zal uitpakken voor Drake, legt de kwestie wel de commerciële verhoudingen in de muziekindustrie onder een vergrootglas.
Supersterren Kendrick Lamar en Drake werkten in het verleden nog wel eens samen, maar hun relatie is de afgelopen jaren flink bekoeld. De rivaliteit kwam in mei van dit jaar tot een kookpunt, toen beide rappers in korte tijd een trits aan disstracks uitbrachten, vol persoonlijke steken onder water en heftige beschuldigingen over en weer. Het Amerikaanse Billboard riep de vete uit tot ‘Hiphop’s civil war’.
Aan de ruzie lijkt voorlopig geen einde te komen. Lamar bracht afgelopen vrijdag onverwachts zijn album GNX uit, waarop hij stoïcijns doorgaat met het uitdagen van Drake (en een hoop andere rappers). Het werd door publiek en pers zeer lovend ontvangen. Dinsdag werd bekend dat Drake van plan is om meerdere juridische stappen te ondernemen tegen UMG.
Lees ook
Heeft de hiphop een nieuwe ‘burgeroorlog’?
Samenspanning en laster
Drake beschuldigt UMG en Spotify ervan samen doelbewust de disstrack ‘Not Like Us’ van Lamar te hebben opgestuwd, door middel van het inzetten van ‘bots’ die de luistercijfers zouden hebben beïnvloed. De hoge streamingscijfers van ‘Not Like Us’ op Spotify (boven de 900 miljoen) zouden dus deels nep zijn. „UMG ontwierp, financierde en voerde een plan uit om van ‘Not Like Us’ een virale mega-hit te maken”, schrijven Drake’s advocaten, „met de intentie om de schade aan Drake en zijn bedrijven te gebruiken om consumentenhysterie te creëren en, uiteraard, enorme inkomsten te genereren. Dat plan slaagde, waarschijnlijk beter dan UMG zich ooit had kunnen voorstellen.”
Ook beschuldigt Drake UMG ervan betaalde influencers te hebben ingezet ter promotie van de disstrack. Drake’s muziek zou daardoor ondergesneeuwd zijn geraakt. Lamar noemde Drake op ‘Not Like Us’ bovendien een „certified pedophile” en een „predator”. Dit had UMG ertoe moeten zetten om de track niet (of aangepast) uit te brengen, aldus Drake.
Aan het Amerikaanse blad Billboard laat UMG weten dat „de suggestie dat UMG iets zou doen om een van haar artiesten te ondermijnen beledigend [is] en onwaar.” En: „Geen enkele hoeveelheid absurde juridische argumenten kan verhullen dat fans de muziek kiezen die zij willen horen.” Het gaat hier overigens nog niet om een formele rechtszaak, maar om een zogeheten ‘pre-action filing’, een voorbereiding op een rechtsgang. Lamar is zelf geen gedaagde, Drake richt zich alleen op het label.
Ruziemoeheid
Waar hiphopfans in mei nog flink smulden van ‘hiphop’s civil war’, omdat die in korte tijd veel goede muziek opleverde, lijkt er nu toch wat ruziemoeheid te ontstaan. Zo gaan er virale video’s rond waarin Lamar op humoristische wijze wordt neergezet als een paranoïde rapper die maar niet kan stoppen met dissen. Aan de andere kant is het not done om een rapbeef uit te vechten in de rechtszaal. Dat wordt Drake door fans op sociale media dan ook niet in dank afgenomen – hij zou een slechte verliezer zijn.
De aantijging brengt ondertussen wel de rol van enorme labels als UMG en de commerciële verhoudingen in de muziekindustrie onder het voetlicht. Zo werpt het de vraag op of het wenselijk is dat de twee grootste rappers ter wereld bij hetzelfde label zitten. De online nu veel besproken verdenking dat de ruzie tussen Lamar en Drake een commerciële publiciteitsstunt van UMG is geweest, wordt zo alleen maar opgestookt.
De kwestie werpt ook opnieuw vragen op over de toegankelijkheid van muziek in het digitale tijdperk. Spotify speelt een naar monopolie neigende rol in de muziekindustrie en de consument moet er maar op vertrouwen dat de Zweedse streamingdienst iedere artiest gelijkwaardig behandelt. Als nu zou blijken dat dat niet gebeurt, schaadt dat muzikanten. De zeer succesvolle Drake zou er zelf weinig financiële hinder van ondervinden, maar dat geldt niet voor alle artiesten.