We verzuipen in plastic. Durft de wereld te zeggen: genoeg is genoeg?

Het is teruggevonden in moedermelk, in honingbijen, in hondentestikels, in appels, in het diepste van de oceaan, in wolken en in versgevallen sneeuw op Antartica. Plastic is een wondermiddel en een vloek. Na de biodiversiteitstop en de klimaattop start maandag een laatste belangrijke milieutop, een die het slotakkoord moet worden van onderhandelingen die sinds 2022 lopen. Op een VN-top in Zuid-Korea willen landen een juridisch bindend akkoord sluiten tegen plastic vervuiling.

Boven die onderhandelingen hangt één belangrijke vraag. Gaan landen afspreken dat ze minder plastic zullen produceren? Studies laten zien dat plasticvervuiling fundamenteel aanpakken niet kan zonder de losgeslagen productie ervan in te perken. Maar het politieke klimaat is er niet naar, en voorstander Verenigde Staten nam afgelopen week toch nog afstand van zo’n productieplafond.

Plastic is niet nieuw, maar de explosie van plastic om ons heen wel. Sinds 1950 is de productie ervan meer dan vertweehonderdvoudigd. De productie groeit bovendien steeds harder. Vooral in China, maar ook in andere Aziatische landen en de Verenigde Staten verrezen de afgelopen jaren nieuwe fabriekskolossen die de plastic productie verder omhoogstuwen.

Met die productie kwam ook meer vervuiling. De uitstoot van microplastics in het milieu wordt momenteel geschat op tussen de 10 en 40 miljoen ton per jaar, een hoeveelheid die tegen 2040 zou kunnen zijn verdubbeld, staat in een studie gepubliceerd in Science. Microplastics zijn in ons water gevonden, in ons eten – zoals zout, suiker, honing, bier en thee – in ons bloed en organen. Wetenschappers zien steeds meer aanwijzingen voor negatieve gezondheidseffecten.

Tegen 2050 ‚zwemmen’ er mogelijk meer stukken plastic in de zee dan vissen, berekenden onderzoekers

Duidelijk is dat het zeeleven al lijdt onder plastic. Zo werd in de buik van één aangespoelde walvis in Spanje 29 kilo plastic gevonden: tassen, netten, zelfs een jerrycan. Vermoedelijk was al dat plastic het dier fataal geworden. Tegen 2050 ‘zwemmen’ er mogelijk meer stukken plastic in zee dan vissen, berekenden onderzoekers. Om te illustreren hoe hard het gaat: bij tellingen van The Ocean Cleanup in de Stille Oceaan bleek dat het aantal gevonden plastics in slechts een kleine zeven jaar tijd was vervijfvoudigd.

Het plasticprobleem valt niet te ontkennen, en daarom startten 175 landen in 2022 onderhandelingen met de bedoeling eind dit jaar tot een akkoord te komen. Het zou een juridisch bindend instrument moeten worden tegen plastic vervuiling. Dat pakket maatregelen zou moeten gelden voor de „hele levenscyclus” van plastics; dit werd expres zo geformuleerd zodat het de deur openzet om ook de productie van plastic aan te pakken.


Lees ook

Milieuvervuiling door plastic? Het wordt nog veel erger, laten cijfers zien

Afgelopen zomer groeide de hoop op een deal met een productieplafond erin, toen uitlekte dat de regering-Biden zo’n akkoord zou steunen. Tot ergernis van zijn Republikeinse opponenten, maar vreugde van milieu-ngo’s. Het land zou als tweede grootste plasticproducent van de wereld (na China) tegenwicht kunnen bieden aan China en Saudi-Arabië. Die zien een productiebeperking niet zitten en praten liever over recyclingdoelstellingen.

Maar deze week lekte uit dat de regering-Biden, mogelijk met het oog op het naderende presidentschap van Donald Trump, een deal met een productiebeperking toch niet zal steunen.

Dan blijven de Europese landen, Australië, Peru, Chili en veel Afrikaanse landen zoals Ghana en Nigeria over, die juist wel uitgesproken voorstander zijn van een plafond. In een gezamenlijke verklaring genaamd Brug naar Busan noemen ze de huidige productie van plastics „onhoudbaar”. „Als er niets wordt gedaan, zal de productie van plastics naar verwachting exponentieel toenemen. Het zou nationale afvalbeheer- en recyclingsprogramma’s kunnen overweldigen.”

In dat standpunt worden ze gesteund door studies, zoals een die vorige week verscheen in Science. Onderzoekers van de University of California berekenden aan de hand van verschillende scenario’s dat plasticvervuiling niet te stoppen is zonder ook de productie van plastic aan banden te leggen.

De onderzoekers namen in een denkbeeldig scenario de productie uit het jaar van 2020 als plafond. „Uit ons onderzoek blijkt dat zo’n plafond de vervuiling van plastic niet alleen flink terugbrengt”, zegt Douglas McCauley, een van de auteurs van de studie en professor oceaanwetenschap. „Het bleek ook van alle onderzochte interventies de meest effectieve manier om de broeikasgassen die worden uitgestoten door plastic te verminderen.”

EU voortrekkersrol

Bij het pleiten voor een productieplafond pakt de Europese Unie een voortrekkersrol. Maar hoeveel heeft het continent eigenlijk nog te zeggen over plastic productie? Het marktaandeel van plasticfabrieken in Europa nam af van 28 procent in 2006 naar 12 procent vorig jaar. Plastic uit Azië en de VS, gemaakt met goedkoop schaliegas of (Russische) olie, zorgt er al jaren voor dat de Europese plasticproducenten worden weggeconcurreerd. De Europese productie daalde alleen al vorig jaar met 8 procent. Onbedoeld is die Europese productiebeperking er dus al.

De EU vindt daarnaast niet alleen plastic producerende grootmachten zoals de VS en China tegenover zich. Ook oliebedrijven lobbyen actief tegen regels die de productie van plastic moeten beteugelen. „Een productieplafond gaat ons niet helpen wat betreft vervuiling en het milieu”, aldus Karen McKee, topvrouw bij oliegigant ExxonMobil tegen zakenkrant Financial Times in aanloop naar de top.

Oliereuzen zoals Saudi-Aramco, ExxonMobil en Shell investeerden samen vierhonderd miljard dollar in plasticfabrieken, zo berekende Forbes in 2020. „Soms vergeten we dat plastic gemaakt is van olie en gas”, zegt McCauley. „Nu er meer energie uit hernieuwbare bronnen komt vanwege de strijd tegen klimaatverandering, zetten olie- en gasbedrijven in op het opvoeren van de plasticproductie als plan B.”

Plastic wordt gezien als de grootste toekomstige groeimotor van de vraag naar olie. De vraag naar brandstof gaat door de opkomst van elektrische auto’s mogelijk pieken. Plastic is een levensverzekering voor fossiel.

Bij de vorige onderhandelingssessie in Canada in april waren er 196 lobbyisten van de fossiele en chemische industrie aanwezig. Meer dan de mensen die aanwezig waren namens delegaties van de Europese Unie.

Lang niet alle industrie is overigens tegenstander van een productieplafond. Bedrijven die plastic verwerken, zoals Coca-Cola en Unilever, hebben hier gezamenlijk juist voor gepleit. Een productieplafond zou goed zijn voor de recyclingindustrie, aldus een topman van Unilever tegen de Britse zakenkrant Financial Times.

Frappant genoeg is het ook de olie-industrie die recycling zegt te steunen, sterker nog: volgens critici hebben oliebedrijven de potentie van recycling jarenlang schromelijk overdreven. „Oliebedrijven houden ervan met de mythe van recycling te schermen als manier om het probleem van plastic vervuiling aan te pakken”, zegt McCauley. „Maar ze zitten ook weer niet te wachten op stevige afspraken over gerecycled plastic, want dat zorgt voor minder vraag naar fossiel plastic.”

Alleen al in Nederland gingen dit jaar vijf plasticrecyclers failliet

Recycling is in werkelijkheid weerbarstig. Wereldwijd wordt ongeveer 9 procent van het plastic gerecycled. In Europa wordt steeds mínder plastic gerecycled. En alleen al in Nederland gingen dit jaar vijf plasticrecyclers failliet.

Recyclers kunnen momenteel niet op tegen de lage prijzen van nieuw plastic, en het gemak ervan in het productieproces. Bedrijven die huisafval ophalen, schoonmaken, sorteren, en omsmelten naar gerecyclede plastic korrels, moeten concurreren met een totaal andere markt van goedkope fossiele plastics uit gigantische fabrieken in Azië en de VS. En de duurzame ambities van voedingsgiganten en verpakkingsbedrijven blijken niet groot genoeg om ook vast te houden aan gerecycled plastic als dat duurder is.

De problemen in de plastic-recyclingindustrie lijken sterk op die in de kledingindustrie. Tweederde van de nieuw verkochte kleding bestaat tegenwoordig (geheel of gedeeltelijk) uit plastic (denk aan namen als polyester, elastaan of acryl). Ook textielrecyclers (die van oude kleding nieuwe willen maken) kunnen niet op tegen fossiele goedkope materialen.

Mogelijk toch afspraken

Hoe groot de noodzaak volgens voorstanders ook, het lijkt politiek gezien volgende week niet uit te draaien op een juridisch afdwingbaar productieplafond. Over andere onderwerpen lijken de standpunten van landen minder ver uiteen te liggen. Zo zijn er plannen om afspraken te maken over beter beheer van plastic afval, meer recycling en mogelijk beter ontwerp van producten (waardoor recycling makkelijker is). Ook zouden er mogelijk afspraken gemaakt kunnen worden om vervuiling in oceanen door plastic vistouw te beperken.

De top in Zuid-Korea (trouwens zelf ook een grote plasticproducent) trekt veel minder aandacht – en regeringsleiders – dan de klimaattop van afgelopen weken. Wordt het plastic probleem misschien nog onderschat?

„Absoluut”, vindt McCauley. „Maar als er geen akkoord komt, accepteren we een toekomst waar mensen onnodig ziek worden door plastic vervuiling, een wereld waarin oceanen een plastic soep worden. Dit is een once in a lifetime kans en die mogen we niet verspillen.”