ASML, de Nederlandse fabrikant van chipmachines, is gevraagd gedetailleerde informatie over Chinese klanten te delen met de China-commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Binnen het Congres is veel kritiek op de regering-Biden, die onvoldoende maatregelen zou nemen om de groeiende Chinese chipindustrie af te remmen.
Begin november kregen vijf technologiebedrijven elk een openbare brief van deze commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Net als ASML (jaaromzet 30 miljard euro) zijn de Amerikaanse firma’s KLA, Applied Materials en Lam Research aangeschreven, plus Tokyo Elektron uit Japan. Deze bedrijven leveren de belangrijkste machines voor chipproductie en halen een groot deel van hun omzet uit China. Bij ASML is dat dit jaar bijna de helft.
De oproep komt van een commissie die zich specifiek richt op de ‘dreiging van de Chinese Communistische Partij voor Amerika’. Voor 1 december dient ASML een lijst te leveren met de dertig belangrijkste Chinese klanten, een overzicht van alle geleverde apparatuur aan China, en de aangevraagde Amerikaanse exportvergunningen van de afgelopen vier jaar. Ook wil de commissie ASML’s plannen voor uitbreiding van de productie weten.
Het gaat om gevoelige informatie die het hightechbedrijf in veel gevallen niet zal willen of mogen prijsgeven. De chipindustrie, waarin jaarlijks zo’n 600 miljard dollar omgaat, is gebouwd op vertrouwelijke klantenrelaties, miljardeninvesteringen op lange termijn en geheime productiemethoden.
Qua omzet en marktwaarde (245 miljard euro) is ASML de grootste leverancier van chipmachines. Het is de bijna-monopolist in lithografiesystemen, die fijnmazige chippatronen afdrukken op siliciumschijven. Deze apparaten zijn onmisbaar voor massaproductie van halfgeleiders.
ASML wil desgevraagd geen commentaar geven op de brief en zint op een gepast antwoord. De China-commissie kan bedrijven dagvaarden om ze te dwingen te reageren, volgens bronnen in het Capitool. De House Select Committee on the Chinese Communist Party, twee jaar geleden opgericht, heeft tot nu toe geen gebruikgemaakt van dat dwangmiddel. Voorzitter is John Moolenaar, een Republikeins Congreslid uit de staat Michigan, met Nederlandse wortels. Hij staat bekend om zijn scherpe toon tegen China.
Lakse aanpak
Het Amerikaanse Congres gaat echter niet over de exportcontroles – dat is een taak van de uitvoerende macht, tot januari de regering-Biden ligt. Het Bureau of Industry and Security (BIS), onderdeel van het ministerie van Handel, beoordeelt vergunningaanvragen voor export naar Chinese bedrijven die op een snelgroeiende ‘zwarte lijst’ staan, de Entity List.
Een van de redenen dat de China-commissie de chipmachinemakers aanschrijft, is dat het BIS te weinig gegevens van techbedrijven zou krijgen en daardoor in het duister tast. „Zowel de Republikeinen als de Democraten in het Congres zijn gefrustreerd. Niet omdat de exportcontroles niet werken, maar omdat het BIS ze niet goed uitvoert”, zegt een ingewijde bij de commissie, die anoniem wenst te blijven.
De chipindustrie blijkt lastiger te reguleren dan verwacht. Moolenaar drong afgelopen maand aan op strengere handelsmaatregelen tegen het ‘clandestiene chipnetwerk’ van Huawei. Ondanks jaren van Amerikaanse sancties groeit dit Chinese concern en speelt het een sturende rol in de Chinese chipindustrie.
De Democratische senator Mark Warner verweet de regering-Biden een „lakse aanpak”, waardoor Huawei mogelijk via-via de hand heeft weten te leggen op ‘verboden’ AI-chips van de Taiwanese fabrikant TSMC. Warner is voorzitter van de Senaatscommissie voor Inlichtingen.
De chipsector is bang dat de exportmaatregelen hun innovatietempo vertragen. Een ingewijde: „In Washington is veel gelobbyd door chipmachinemakers, ook door Nederlandse en Japanse bedrijven, om de indruk te wekken dat de restricties hun winst en omzet raken. Maar de westerse leveranciers van chipmachines hebben juist een ‘suikerkick’ gehad: ze haalden de afgelopen drie, vier jaar een recordomzet uit China, omdat de Chinezen alles kochten waar ze de hand op konden leggen.”
De commissie ergert zich aan die lobby, blijkt uit Moolenaars toelichting: „Sommige chipmachinemakers vinden dat we de Amerikaanse beperkingen moeten terugschroeven omdat die hun concurrentievermogen zouden aantasten. Maar exportcontroles en een gezondere industrie sluiten elkaar niet uit.”
Bedreigen
Chinese bedrijven hamsteren productieapparatuur voor chips, meer dan de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Taiwan samen afnemen, constateert Moolenaar in zijn brief aan ASML-topman Christophe Fouquet. „Dit zal niet alleen China helpen chips te leveren aan de Russische oorlogsindustrie, maar ook Taiwan bedreigen. China zal zich minder beperkt voelen door de dreiging van Amerikaanse sancties. Die trend is een directe bedreiging voor de nationale en economische veiligheid van de VS en hun bondgenoten.”
De Nederlandse overheid legde in 2020 al exportbeperkingen op voor ASML’s duurste chipmachines, die met extreem ultraviolet licht (EUV) werken en de modernste chips kunnen produceren. Sinds september 2022 geldt ook een zo’n exportvergunning voor een aantal systemen die met diep ultraviolet licht werken, het resultaat van diplomatieke onderhandelingen met de VS en Japan. In september scherpte het kabinet de regels opnieuw aan, om de lijn te volgen die Washington sinds oktober 2023 eenzijdig afdwong.
De lat voor lithografiemachines die nog wél naar China mogen, komt almaar hoger te liggen. Aanvankelijk was het doel van de exportrestricties de Chinese vooruitgang in kunstmatige intelligentie te remmen, vanwege mogelijke militaire toepassingen. De nadruk komt inmiddels meer te liggen op dreigende afhankelijkheid van Chinese chips in het algemeen. Met overcapaciteit en bodemprijzen zou China ook de markt voor halfgeleiders naar zich toe kunnen trekken, net zoals dat gebeurde met batterijen, zonnepanelen en elektrische auto’s.
Uit de toelichting van Commissievoorzitter Moolenaar: „De mate waarin Japan, Amerika en Nederland nu chipmachines naar China exporteren, draagt eraan bij dat de wereld afhankelijker wordt van de Chinese chipproductie.”
De nieuwe regering-Trump kan prijsdumping van chips wellicht tegengaan met importheffingen. Het is niet de verwachting dat ze aan de exportregels tornt die de regering-Biden al instelde. Wel wordt verwacht dat de VS op korte termijn de exportmaatregelen naar Chinese chipfabrieken aanscherpen, en ook Zuid-Korea betrekken in het diplomatieke overleg met Japan en Nederland. Een breder pact biedt betere bescherming tegen eventuele Chinese tegenmaatregelen, is de gedachte.
Geen optie
ASML wordt in de politieke arena van het Capitool getrokken, en dat is een plek waar het bedrijf zich liever niet bevindt. Medewerking aan informatieverzoeken als dat van de Commissie is vrijwillig, „maar je bent sowieso de dupe, of je nou meewerkt of niet”, zegt Hosuk Lee-Makiyama. Hij is directeur van de Europese denktank Ecipe en expert in internationale handel en geopolitiek.
Lee-Makiyama vergelijkt Moolenaars oproep met de manier waarop de Europese Commissie grote Amerikaanse techbedrijven om informatie vraagt om hen te reguleren – tot ongenoegen van veel Amerikaanse politici. In dit geval wordt de Europese hightech-kampioen op het matje geroepen in Washington. Al staat ASML’s hoofdkantoor in Nederland, het bedrijf heeft ook een omvangrijke Amerikaanse tak, waar achtduizend mensen werken. De oproep negeren is daarom geen optie.
De brief van de China-commissie is geen voorzetje voor nieuw beleid, denkt Lee-Makiyama. „Het Congres heeft een andere agenda dan de regering. De leden van zulke commissies moeten het hebben van soundbites en korte videofragmenten waarin ze een agressieve toon kunnen aanslaan tegen China. Dat is niet de setting waarin je een constructieve dialoog over geopolitiek kunt hebben. Als de regering-Trump meer informatie nodig heeft van de chipmachinemakers, zal ze hen bij het ministerie van Handel uitnodigen, achter gesloten deuren, en niet bij het Congres.”
Het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, dat over exportvergunningen gaat, laat in een reactie weten dat het in nauw contact staat met ASML, maar dat het aan het bedrijf is af te wegen welke informatie het wil en kan delen met het Congres. „Onze primaire gesprekspartners zijn de overheden, niet de parlementen.”
Voor Volt-fractievoorzitter Laurens Dassen is de oproep van het Amerikaanse Congres aanleiding om Kamervragen te stellen. „De VS blijven op deze manier de druk opvoeren op ons meest strategische bedrijf en dit kabinet heeft daar geen antwoord op. De belangen van de VS zijn niet altijd de onze. Europa moet een duidelijk signaal afgeven: wij staan voor onze belangen en bedrijven.”