N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Omkoopschandaal De Belgische politicus Marc Tarabella, die vrijdagochtend werd gearresteerd, wordt genoemd in het corruptieschandaal Qatargate in het Europees Parlement.
De Belgische politie heeft vrijdagochtend de Waalse politicus Marc Tarabella opgepakt. Dat bevestigt het federaal parket aan de VRT. De arrestatie is in het kader van het onderzoek naar het omkoopschandaal in het Europees Parlement. Hij zou vrijdagochtend worden verhoord, waarna een onderzoeksrechter zich buigt over verdere juridische stappen.
Marc Tarabella, onderdeel van de Europese fractie van sociaaldemocraten, is één van de namen die in verband wordt gebracht met de zogeheten Qatargate. Eind 2022 werd bekend dat Qatar en Marokko pogingen ondernamen om economische en politieke besluiten van het Europees Parlement te beïnvloeden. Meerdere invloedrijke Europese parlementsleden zouden daarvoor grote sommen geld en dure geschenken hebben ontvangen.
Afgelopen maand begon de voorzitter van het Europees Parlement Roberta Metsola op verzoek van de Belgische autoriteiten de procedure om de immuniteit van Tarabella en de Italiaanse parlementariër Andrea Cozzolino, die ook betrokken zou zijn, op te heffen. Die opheffing werd afgelopen week door het Europees Parlement goedgekeurd. Eerder werd het duo al uit de Europese fractie van de sociaaldemocraten gezet en geschorst uit hun nationale partijen. Beide parlementsleden hebben meermaals verklaard onschuldig te zijn. Tegen de opheffing van hun immuniteit hebben ze zich evenwel niet verzet. Tarabella zei eerder bereid te zijn dat hij aan het onderzoek mee te werken.
Werken tijdens een rit in een zelfrijdende auto lijkt futuristisch, maar in San Francisco kan het al. Sinds deze zomer zijn taxi’s zonder bestuurders daar voor iedereen beschikbaar. Verslaggever Stijn Bronzwaer stapte in een van deze voertuigen en vraagt zich af: Is dit echt de toekomst?
Opa en oma zijn op bezoek voor de feestdagen. Aan tafel komt het gesprek op genderidentiteit. De kleinkinderen leggen het gebruik van de pronouns uit. Het duurt even, maar dan begrijpt oma het. „Ik zou het fijn vinden als mensen me gewoon met ‘U’ aanspreken.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het klinkt als een simpele oplossing: in alle steden en dorpen van Nederland gewoon „een straatje erbij” bouwen om de woningnood tegen te gaan. Het staat in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof, naast de locaties voor grootschalige woningbouw. Ook de voorganger van woonminister Mona Keijzer (BBB), Hugo de Jonge (CDA), had het vaak over „een straatje erbij”.
Maar waar kunnen die extra straatjes worden gebouwd en hoeveel woningen levert dat uiteindelijk op?
Maximaal 95.000 woningen, heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nu berekend. Daarmee is het „een bescheiden bijdrage” van 10 procent van de woningbouwopgave, volgens het adviesorgaan van regering en parlement. Tussen 2022 en 2030 wil het Rijk in totaal 981.000 woningen bouwen om de woningnood tegen te gaan.
Villa’s
Het idee van ‘een straatje erbij’ is niet nieuw: verspreid door heel Nederland is er al op dit soort kleinschalige manier uitgebreid, met bijvoorbeeld appartementencomplexen, villa’s of een mix van woningtypes, uit verschillende jaren. Maar door het oplopende tekort van ongeveer 400.000 woningen wordt het straatje erbij nu besproken als strategie.
„Met een straatje erbij laat je ruimtelijke ordening eigenlijk los en ga je ad hoc bouwen”, zegt Arjan Harbers van het PBL, hoofdauteur van het rapport. „Het is snel, gemakkelijk en goedkoop, want infrastructuur zoals wegen, riool en kabels hoef je niet nieuw aan te leggen.”
Er zijn ook argumenten tegen straatjes erbij bouwen. Zo hebben steden vaak nog de ruimte om te ‘verdichten’ met extra woningen op lege plekken, terwijl door extra straatjes de groene zones tussen de steden dichtslibben. Nieuwbouwwoningen aan stadsranden zijn vaak ruimer en duurder, wat het landelijke tekort aan sociale huur niet verkleint. In vergelijking met grote bouwlocaties vraagt het relatief veel planning en zijn de uitvoeringskosten hoog.
In de wereld van ruimtelijke ordening zijn er ook duidelijke tegenstanders. Lector Cees-Jan Pen van Fontys Hogeschool bijvoorbeeld noemt de „omarming” van straatje-erbij-planologie „ideeënarmoede”.
Lees ook
Zijn er wel een miljoen woningen nodig? Het kan ook minder zijn, of meer
Overstromingsrisico’s
Het PBL heeft gekeken waar ruimte is voor nieuwe straatjes van maximaal 200 meter en 49 woningen en op landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom. Verder zijn het locaties dicht bij openbaar vervoer, zonder milieubezwaren of overstromingsrisico’s.
Zo komt het PBL uiteindelijk tot ruimte voor 95.000 woningen, verspreid over in totaal 2.100 „woonkernen”. Het zou een toename bedragen van 1,2 procent van de totale voorraad (2023) van de ruim 8.125.000 woningen in Nederland.
Hoeveel straatjes erbij gebouwd kunnen worden, verschilt per provincie, en soms is er een groot gat met de lokale behoefte aan woningen. De meeste woningen tot 2030 zijn gepland in Noord-Holland (199.500) en Zuid-Holland (239.100), maar hiervan is met straatjes erbij slechts 3 procent te realiseren.
In de Randstad zijn dus meer woningen nodig en daarom zijn hier ook grote woningbouwlocaties aangewezen, net als in stedelijk Brabant, de regio Arnhem-Nijmegen, Zwolle en Groningen. Langs acht gemeenten op de „Oude Lijn” tussen Dordrecht en Leiden bijvoorbeeld staan 170.000 woningen gepland; dat zouden héél veel straatjes erbij zijn.
Woonkernen
In sommige landelijke provincies is met de straatjes-erbij-aanpak juist wel een groot deel van de woningbouwopgave te realiseren, zoals in Friesland (59 procent) en Zeeland (73 procent), Drenthe (36 procent) en Limburg (45 procent), zegt het PBL.
Voor kleine gemeenten in de regio is een straatje erbij, naast ‘verdichten’ van de kern zelf, dus wel een oplossing. „Het zou ook niet reëel zijn om langs dorpen met vierhonderd inwoners een enorme wijk met tweeduizend woningen te bouwen”, zegt onderzoeker Harbers.
Hoe makkelijk of moeilijk het is om een straatje erbij te bouwen, verschilt van geval tot geval, zegt Harbers. De grond aan de rand van woonkernen is vaak al in handen van de gemeente of projectontwikkelaars – en dan kan het snel gaan. Maar bouwgrond vinden kan ook langer duren. Harbers: „Een straatje erbij is zeg maar één weiland. Maar ik verwacht niet dat boeren hiervoor uitgekocht moeten gaan worden.”