Band The Ex is al bijna een halve eeuw tegendraads

Omdat de geschiedenis heel soms ook genadig en rechtvaardig is, woont Neerlands meest iconische punker Terrie ‘Ex’ Hessels (70) nog steeds in de statige directeursvilla die hij in 1981 met vijf maten wist te kraken.

Hoewel het pand in Wormer ooit toebehoorde aan de baas van de failliet gegane papierfabriek is het ook weer niet zo dat daar de gouden kranen en marmeren vloeren je tegemoet glinsteren. Op de oprit staan twee gigantische zakken met zand en schelpen. „Isolatiemateriaal voor onder de vloer”, verklaart Hessels met zijn karakteristieke en eeuwige schaterlach. „Ik ben hier eigenlijk altijd aan het verbouwen.”

Hetzelfde doet hij sinds 1979 op podia over de hele wereld, met zijn punkband The Ex. Wat begon als een zooitje boze en bijeengeraapte anarchisten is inmiddels uitgegroeid tot een internationaal icoon dat onontgonnen terrein durft te verkennen en ergens tussen ongeremde noise, spontane improvisatie en ritmische freejazz een eigen biotoop heeft opgeëist.

Het is een bijzonder jaar voor The Ex: niet alleen hebben ze hun tweeduizendste show gegeven en in meer dan 45 landen gespeeld, ze bestaan ook nog eens 45 jaar. Zaterdag viert het viertal die mijlpaal met een festival in het Amsterdamse Bimhuis. Zondag verplaatst dat circus zich naar het Belgische Mechelen.

Het wordt een weerzien met vrienden en zielsverwanten. Zo’n twintig muzikanten komen meevieren en -spelen, onder wie oud-zanger en medeoprichter Jos Kleij (ook wel: G.W. Sok) en drumlegende Han Bennink, met wie de band uitgebreid door Afrika toerde. Uiteraard sluit The Ex zelf af, in de huidige bezetting met oerlid en oprichter Hessels (gitaar), Katherina Bornefeld (drums), Andy Moor (gitaar) en Arnold de Boer (zang, gitaar).

De waarheid schreeuwen en tekeer gaan, dat wilden wij ook

Terrie ‘Ex’ Hessels

Tijdens het gesprek over de nalatenschap van bijna een halve eeuw tegendraads zijn, zal Hessels één keer zichtbaar schrikken. Niet als hij het heeft over de molotovcocktails en splinterbommen waarmee vijandige buurtbewoners uit Wormer de gekraakte villa in de begindagen teisterden („dan kwam je terug van een optreden en lagen alle ramen er weer uit”), gewelddadige confrontaties met de politie („we zijn belaagd door traangas en toen dat op was zenuwgas en rubberen kogels) of agressieve skinheads („die kale koppen nam ik zó – hup! – in een armklem”).

Nee, het gebeurt als hij bij het omschrijven van de levenslange muzikale ontdekkingstocht van The Ex per ongeluk het c-woord in de mond neemt. „We hebben in onze carrière… Of, nou ja, ehm… hoe noem je dat?”

De Boer (50), die als jongste bandlid ook is aangeschoven om terug te blikken, schiet te hulp: „Chaos”, redt hij. „Georganiseerde chaos.”

I. Castricum, 31 augustus 1979Het eerste optreden

Terrie ‘Ex’ Hessels en G.W. Sok (Jos Kleij) tijdens het eerste optreden van The Ex, Castricum 1979
Foto Erik Verzijl

Hessels: „In de kraakbeweging waren er krankzinnig veel punkbands en plekken waar je kon spelen. Iedereen verzon alles zelf. Die sfeer was geweldig. Destijds luisterden veel mensen naar symfonische rock, van dat ingewikkelde intellectuele gedoe. Door de punk snapten we plots: oh, zo kan het ook. De waarheid schreeuwen en tekeer gaan, dat wilden wij ook. Jos schreef teksten en kwam met de naam The Ex: dat was makkelijk op de muur te spuiten. In Paradiso kwam er een jongen naar me toe die zei: ‘Ik organiseer een festival in Castricum. Jullie hebben een band toch? Kunnen jullie spelen?’ Tuurlijk, antwoordde ik. Dat was in 1979… Sjeee-zus…”

De Boer: „Haha, toen was ik vier!”

Hessels: „Jos kon heel goed ‘1-2-3-4!’ schreeuwen, verder kon niemand iets. We hadden niet eens spullen. Ik wilde helemaal niet gitaarspelen, maar dat was het enige instrument dat overbleef. Omdat ik links ben, moest ik er speciaal eentje bestellen. Dat duurde heel lang, maar toen-ie er eindelijk was, zeiden ze in de winkel: ‘Hier is-ie hoor! U kunt hem meteen proberen!’ Ik antwoordde: ‘Dat doe ik thuis wel.’ Ik had namelijk nog nooit een gitaar aangeraakt. Na drie lessen zag ik Gang of Four: KLENG! KLENG! KLENG! Wauw, dacht ik: ik kan gewoon doen wat ik wil. Dat besef is steeds verder gegroeid.”

De Boer: „Johan Cruijff heeft gezegd: óf je doet iets wat anderen doen, dan moet je zorgen dat je je beter bent; óf je doet iets wat nog nooit iemand heeft gedaan, dan ben je sowieso de beste. Dat is wat er is gebeurd.”

II. Van New York tot Addis AbebaHet 2de t/m 2022ste optreden

The Ex & Tom Cora (met cello)
Fotograaf onbekend

Hessels: „Wanneer mensen proeven van macht, overwicht krijgen en precies weten hoe alles moet, is dat altijd rampzalig. Gaandeweg kwamen er een soort kraakbazen en punkpuristen die bepaalden wat wel en niet goed was. Kraken werd streng en oubollig, punk werd een stijl. Je verliest de vrijheid en speelsheid die juist zo belangrijk is. De overgang naar improvisatie ging organisch: we ontdekten telkens nieuwe muzikanten die ogenschijnlijk niets met ons te maken hadden, maar bij wie je dacht, wow, wat een vrije geesten.”

De Boer: „Toen ik in 2009 bij The Ex kwam, kende ik de improvisatiescene nauwelijks. Maar er heerst precies diezelfde DIY-mentaliteit: alles zelf doen, zelf platen uitbrengen, shows organiseren.”

Hessels: „Connecties ontstaan altijd vanzelf. In 1989 speelden we in de beroemde punkclub CBGB’s in New York. We waren nog compleet onbekend en na een minuut of twintig werden de microfoons uitgezet, als teken dat we moesten stoppen. Eén toeschouwer liep naar de geluidsman en schoof het volume weer omhoog. Dat was onze eerste ontmoeting met de Amerikaanse cellist Tom Cora. Ik wist meteen: die gast zit goed in elkaar. Dat we met hem gingen spelen was een belangrijke stap. De volgende keer in CBGB’s waren we hoofdact.

„Zo ging het vaker in Amerika. In Chicago begon een iel ventje te helpen met spullen sjouwen. Wij dachten: wie is dat onnozele mannetje? Het was (de legendarische producer, red.) Steve Albini, die superfan bleek te zijn. Hetzelfde gebeurde met Sonic Youth: zij nodigden ons uit om samen op tour te gaan. Blijkbaar trekken we dat soort types aan.”

De Boer: „De legendarische Ethiopische saxofonist Getatchew Mekuria was natuurlijk ook prachtig.”

Getatchew Mekuria & The Ex in Allones, Frankrijk, 2011
Foto Matias Corral

Hessels: „We kenden hem van cassettes die we op tour in Ethiopië hadden gekocht, en wisten helemaal niet of hij nog leefde. We zijn hem gaan zoeken in Addis Abeba. Toen we hem vonden en vroegen of hij met ons wilde spelen deed hij heel stoer, maar later bleek hij toch onder de indruk te zijn van onze voorwaartse power. Dat is het mooie van al die combinaties: de liefde komt altijd van twee kanten. Voor het optreden bleek hij vanwege de opwinding drie nachten niet te hebben geslapen. We hebben uiteindelijk 93 shows met hem gedaan, door heel Europa en de VS.”

De Boer: „In Afrika is alles net even anders: we spelen meestal ’s middags, het is gratis en er komen veel kinderen.”

Hessels: „We rijden van stad naar stad en vragen overal: kunnen we optreden? Vaak staan we ergens buiten, maar soms ook in een bioscoop of een stadion en zelfs een keer in de kantine van de politie, haha. Meestal spelen we als smeermiddel ook een paar Ethiopische nummers. Alleen doen we dat wel op onze eigen manier, dus liggen ze soms dubbel van het lachen.”

III. Wels, 10 november 2024Het 2023ste optreden

De Boer: „Vorig weekend speelden we op Music Unlimited, een festival in Wels, Oostenrijk. Drie dagen lang geven geniale mensen uit de jazzimprovisatiescene de meest waanzinnige optredens.”

Hessels: „Het blijft verbazingwekkend dat we daar tussen topmuzikanten staan. Maar veel jazzfestivals herkennen de vrijheid van wat we doen.”

De Boer: „Op het einde gaan alle stoelen aan de kant en mogen wij. Voordat we beginnen, zeg ik: ‘Hallo, we zijn The Ex, en we hebben tien nieuwe nummers en die spelen we één voor één.’ Dan moet iedereen lachen natuurlijk.”

Hessels: „Maar ook al is onze stijl heel anders dan abstracte jazz, toch doen we eigenlijk hetzelfde. Alles ontstaat uit wie wij zijn, zonder clichés of regels.”

De Boer: „Het mag nooit klinken alsof je live de plaat afdraait: we zijn geen jukebox van onszelf en willen elke keer bij nul beginnen. Zo houd je het ook 45 jaar lang jaar vol denk ik. Of nou ja, ik dan vijftien. We nemen risico’s en creëren ruimte voor de ander. Dat maakt het spannend, omdat je heel goed naar elkaar moet luisteren en moet reageren, net als in een gesprek. In Wels haakten er op het eind opeens vier saxofonisten in, met wie we nooit eerder hadden gespeeld.”

Hessels: „Waarom zoiets werkt, is moeilijk uit te leggen. Het gaat niet zozeer om techniek, het is meer een soort instinct. Met wie wil je een gesprek voeren? Wat vind je leuk aan iemand? Dat maakt het heel gevoelig én fantastisch. Wauw, ontdek je iedere keer: die gasten die ons interessant vinden, zijn zelf óók gewoon van die eigenwijze harken.”

The Ex in Wormer, 2012 Terrie Hessels, Andy Moor, Arnold de Boer, Katherina Bornefeld
Foto Roger Cremers