Voormalig staatssecretaris Folkert Idsinga komt terug als Tweede Kamerlid voor Nieuw Sociaal Contract. Dat bevestigt hij telefonisch, op de dag dat twee andere Kamerleden van NSC vertrekken. Idsinga zegt dat partijleider Pieter Omtzigt en interim fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven hem hebben gevraagd om terug te komen.
Folkert Idsinga was staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in het huidige kabinet, maar vertrok na vragen over zijn aandelenportefeuille. De Tweede Kamer wilde, met steun van coalitiepartij PVV, dat hij die openbaar maakte. Dat de PVV dat van hem vroeg, terwijl hij zich aan de transparantieregels hield, vond hij onverteerbaar. Waarna Idsinga vertrok.
Wilders vermoedde dat de steun van de PVV niet de échte reden was dat Idsinga vertrok. Als hij „ballen” had gehad, dan was hij met de Kamer in debat gegaan, vond Wilders. Idsinga reageerde daarop met een inmiddels verdwenen bericht op X: „Als je een beetje ballen hebt, zeg je sorry dat ik je voor de bus hebt gegooid.” Hij vervolgde: „You picked the wrong guy, Geert.”
Lees ook
Dat ‘powerwoman’ Achahbar als enige opstapte, verbaast Marokkaanse Nederlanders niets: ‘Racisme aankaarten is heel gevaarlijk’
Portefeuille
Wat kan Geert Wilders nu verwachten? Daar wil Idsinga niet op ingaan. Hij wil „vooruitkijken” en „gewoon” zijn „werk doen als Kamerlid”. Het is nog niet besloten welke portefeuille Idsinga krijgt in de fractie. In ieder geval wordt het geen fiscaliteit, zegt hij. „Ik wil mijn opvolger niet voor de voeten lopen.”
Dat deze dinsdag twee Kamerleden van NSC vertrokken en dat NSC-staatssecretaris Toeslagen en Douane Nora Achahbar vrijdag ook uit het kabinet stapte, maakt het „niet gemakkelijker” om terug te keren naar de Tweede Kamer, zegt Idsinga. Wat hij daarmee bedoelt, wil hij „voor nu” niet verder toelichten.
Lees ook
Overheidsfinanciën zijn nieuw voor hem. Toch draagt NSC ‘selfmade miljonair’ Tjebbe van Oostenbruggen voor als nieuwe staatssecretaris
Paris Saint-Germain is voor de tweede keer in de clubgeschiedenis doorgedrongen tot de finale van de Champions League. De kampioen van Frankrijk versloeg in de returnwedstrijd in Parijs het Arsenal van Oranje-international Jurriën Timber met 2-1. PSG had het eerste duel in Londen al met 1-0 gewonnen.
Fabián Ruiz opende na een klein halfuur de score namens de thuisploeg. PSG-middenvelder Vitinha miste na rust een strafschop, voordat Achraf Hakimi alsnog de 2-0 maakte. Bukayo Saka schoot een kwartier voor tijd de 2-1 binnen, maar verder kwam Arsenal niet.
Paris Saint-Germain, verliezend finalist in 2020, speelt in de finale op 31 mei tegen Internazionale. De ploeg van Denzel Dumfries en Stefan de Vrij won dinsdag van FC Barcelona na verlenging de returnwedstrijd in Milaan met 4-3, nadat het eerste duel in 3-3 was geëindigd.
Lees ook
Internazionale tegen Barça werd een totaalbeleving van het moderne topvoetbal zoals je het zelden ziet
Spierblessure
Ousmane Dembélé had PSG de zege bezorgd in het eerste duel met een vroeg doelpunt. De topscorer van Frankrijk kampte na die wedstrijd met een spierblessure en zat voor de return op de bank. Timber was wel op tijd hersteld van zijn fysieke klachten voor een basisplaats.
Waar PSG in Londen de Engelsen had overrompeld in de openingsfase, draaide Arsenal in Parijs de zaken om. Declan Rice kopte al in de derde minuut een voorzet van Timber net naast, waarna PSG-keeper Gianluigi Donnarumma redde op inzetten van Gabriel Martinelli en Martin Ødegaard.
De thuisploeg kwam pas na ruim een kwartier in de buurt van het doel van Arsenal. Khvicha Kvaratskhelia schoot meteen uit de eerste kans op de paal, waarna Arsenal-keeper David Raya een inzet van Désiré Doué onschadelijk maakte. De doelman was in de 27ste minuut echter kansloos bij een hard schot van Ruiz, 1-0. Bradley Barcola had het erger voor Arsenal kunnen maken, maar hij wachtte te lang.
Ongelukkige handsbal
Paris Saint-Germain hield na rust lange tijd de controle, al moest Donnarumma nog redding brengen op een fraai schot van Saka. Na een ongelukkige handsbal van Myles Lewis-Skelly had Vitinha vanaf de stip de marge van PSG kunnen vergroten, maar de Portugees faalde. Hakimi maakte alsnog de 2-0, voordat Saka vier minuten later wat terugdeed namens Arsenal, 2-1. De aanvaller kreeg nog een grote kans op de gelijkmaker, maar hij schoot over het lege doel.
Lees ook
Zonder wereldsterren is PSG in de Champions League wel ineens in grootse vorm
Port Sudan, een havenstad in Soedan, is de afgelopen dagen herhaaldelijk aangevallen door drones. Dat melden internationale persbureaus. Volgens de Britse maritieme veiligheidsfirma Ambrey zijn de aanvallen uitgevoerd door de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) en gericht op cruciale infrastructuur, waaronder de containerterminal, brandstofdepots en het vliegveld.
Sinds het uitbreken van de oorlog in Soedan tot de recente overname van Khartoem door het regeringsleger gold Port Sudan als de facto hoofdstad van het door oorlog verscheurde land. Ministeries en hulporganisaties verhuisden naar de havenstad. De aanvallen hebben geleid tot grootschalige stroomuitval en ernstige verstoringen van humanitaire hulpverlening via de belangrijkste haven van het land.
Op 7 mei meldde het Soedanese leger dat het drones had onderschept die gericht waren op de Flamingo-marinebasis in Port Sudan. Desondanks werden er explosies gehoord in de stad, wat wijst op voortdurende aanvallen. Deze aanvallen markeren een significante escalatie in het conflict, aangezien Port Sudan tot nu toe relatief gespaard was gebleven sinds de burgeroorlog in april 2023 uitbrak.
Lees ook
Soedan, twee jaar later: een oorlog zonder genade, zonder einde
Nieuwe fase in conflict
De recente aanvallen hebben niet alleen militaire doelen getroffen, maar ook civiele infrastructuur. Het gaat onder meer om een hotel nabij de residentie van generaal Abdel Fattah al-Burhan, het hoofd van de Soedanese overgangsraad. Hoewel de RSF geen directe verantwoordelijkheid hebben opgeëist, worden zij algemeen beschouwd als de daders van deze aanvallen. De inzet van drones door de RSF kenmerkt een nieuwe fase in het conflict, waarbij geavanceerde technologie wordt ingezet om strategische doelen te treffen.
Internationaal is er bezorgdheid geuit over de verslechterende humanitaire situatie in Soedan. De Verenigde Naties hebben vluchten met humanitaire hulp opgeschort vanwege de onveilige omstandigheden, en er zijn oproepen gedaan aan alle partijen om het internationaal humanitair recht te respecteren en veilige toegang voor hulpverlening te garanderen.
De Soedanese regering heeft ondertussen de diplomatieke betrekkingen met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) verbroken, onder beschuldiging van steun aan de RSF. Het zou onder meer om de levering van drones gaan. Dergelijke beschuldigingen worden door de Emiraten ontkend. Eerder deze week heeft het Internationaal Gerechtshof een door Soedan aangespannen genocidezaak tegen de VAE verworpen. Het hof stelt dat het „niet bevoegd” is om te oordelen in de zaak.
Met medewerking van Eva Oude Elferink en Koert Lindijer.
Lees ook
De oorlog in Soedan wordt gevoed met wapens, goud en geopolitiek opportunisme. Met hun steun aan de van genocide beschuldigde RSF spelen de Verenigde Arabische Emiraten een sleutelrol
„Jai Hind! Jai Hind!” In de nacht van dinsdag op woensdag stroomden bij menige Indiër de WhatsApp-groepen vol met berichten met die strijdkreet: „Lange leve India”, of „De overwinning aan India”. Journaals openden ermee en Indiase politici deelden de kreet op X, ter ondersteuning van de Indiase krijgsmacht, die een reeks aanvallen uitvoerde op Pakistaans grondgebied. Daarbij zijn volgens de Pakistaanse autoriteiten zeker 31 doden gevallen. Het Indiase ministerie van Defensie stelt dat in ‘Operatie Sindoor’ raketten zijn afgevuurd op doelwitten in het door Pakistan gecontroleerde deel van Kasjmir en de provincie Punjab. New Delhi bestempelt de doelen als „infrastructuur die is gebruikt door terroristen”. Het is de ernstigste militaire confrontatie van India en Pakistan sinds 1999, gevreesd wordt voor escalatie van het conflict tussen de twee kernmachten.
In een persconferentie woensdagochtend zei een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat de militaire actie was uitgevoerd in het kader van terreurbestrijding. Pakistan stelde vergelding in het vooruitschiet. Woensdag waren er de gehele dag vuurgevechten in het grensgebied. Aan Indiase zijde zijn daarbij volgens autoriteiten twaalf burgerdoden gevallen, meldt persbureau AP.
De Indiase aanvallen volgen na twee weken van hoogoplopende spanningen tussen de buurlanden, na een dodelijke aanslag in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Op 22 april vielen in de stad Pahalgam 26 doden, voornamelijk toeristen. India houdt Pakistan verantwoordelijk voor het ondersteunen van en onderdak bieden aan militanten, Islamabad ontkent betrokkenheid.
De twee landen hebben elkaar sindsdien over en weer afgestraft: diplomatieke banden zijn afgeschaald, handel over de grens is gestopt en India annuleerde de visa van aldaar wonende Pakistanen. De Indiase premier Narendra Modi kondigde ook opschorting aan van het Indus-waterdelingsverdrag. Islamabad waarschuwde dat het dat ziet als „oorlogsdaad” – door de opschorting zit Pakistan zonder water uit de Indus en zijrivieren, dat gebruikt wordt voor irrigatie en waterkrachtcentrales.
Voor de Indiase premier Modi vormt Kasjmir een spil in zijn politieke agenda
Homogene staat
Ook werd de afgelopen weken het staakt-het-vuren langs de Line of Control, de bestandslijn tussen India en Pakistan die door de regio Kasjmir loopt, meermaals geschonden. Beide landen maken sinds de onafhankelijkheid in 1947 aanspraak op het gehele gebied en refereren aan de regio als „bezet” door de andere staat.
Een militaire actie door India werd als vrijwel onvermijdelijk gezien. Voor de Indiase premier Modi vormt Kasjmir een spil in zijn politieke agenda: hij wil een meer homogene, hindoeïstische staat. Zijn regering ontnam de regio, waar de meerderheid van de bevolking moslim is, de speciale status van beperkte autonomie en liet ook Indiërs van buiten Kasjmir land kopen, mogelijk een manier om de demografie van de regio te veranderen. De aanslag in april was een klap voor Modi, die zich laat voorstaan op de harde aanpak van terreur.
Lees ook
Decennia-oud conflict tussen India en Pakistan laait op – waarom gebeurt dat nu?
Moskeeën getroffen
New Delhi noemt de aanvallen steevast „niet-escalerend” – wat door Pakistan ongetwijfeld niet zo wordt gezien. Dat zal zich, gezien de omvang van de Indiase actie, genoodzaakt zien tot een militair antwoord, zegt Syed Ali Zia Jaffery van het in de Pakistaanse stad Lahore gevestigde Center for Security, Strategy and Policy Research. Hoewel India geen militaire doelwitten heeft getroffen, koos het locaties in Pakistaanse steden, waar zich terreurorganisaties of ondersteuners daarvan zouden ophouden. Opvallend is dat niet alleen Pakistaans Kasjmir werd bestookt, maar ook doelen in steden in de Pakistaanse provincie Punjab. Dat behoort tot onbetwist Pakistaans grondgebied. Jaffrey: „Stel dat Pakistan nu niet reageert, dan zou dat in wezen betekenen dat Pakistan toeliet dat India aanvallen uitvoerde op zijn grondgebied, waarbij burgerdoden zijn gevallen.”
Bij de aanval op een moskee in Bahalwapur vielen dertien doden; ook in Muridke werd een moskee geraakt. Beide gebouwen werden ooit gebruikt door militante groeperingen die strijden voor een ‘vrij Kashmir’ en die volgens Pakistaanse autoriteiten inmiddels verboden zijn. Islamabad stelt dat civiele infrastructuur is geraakt, namelijk een waterkrachtcentrale.
Aanhangers van een islamitische partij verbranden een op een pop bevestigde foto van de Indiase premier Narendra Modi op straat in Hyderabad, Pakistan.
Over de toedracht van de Indiase aanval blijven veel vragen. Zo is onduidelijk of gevechtsvliegtuigen zijn ingezet, waarschijnlijk vooral bij de aanvallen in Punjab. Het Pakistaanse leger stelde meerdere Indiase gevechtsvliegtuigen en een drone te hebben neergeschoten. Die berichten konden woensdag niet worden geverifieerd; van de Indiase autoriteiten kwam geen bevestiging. Ook uit Islamabad kreeg NRC bij navraag geen verduidelijking.
Misinformatie en propaganda waren er wel. In de Pakistaanse nationale media was de stemming „agressief”, vertelde een burger NRC. Jaffrey wijst erop dat in Pakistan „evenzeer als in India” interne politieke en maatschappelijke druk meespeelt in beslissingen over de militaire tegenactie.
Deze woensdag stonden in heel India civiele drills gepland: oefeningen ter voorbereiding op een oorlogsscenario. Onderwijl beraadde de Pakistaanse nationale veiligheidsraad zich op een militair antwoord.
Meer over de spanningen tussen India en Pakistan pagina 6-7