Opinie | Schadelijker dan de incidenten zelf: de politieke reactie erop

‘Ik begrijp heel goed dat dit de herinnering aan pogroms terugbrengt. En dat dit in Amsterdam is gebeurd, is onverdraaglijk en onverteerbaar”, zei burgemeester Femke Halsema naar aanleiding van de antisemitische gewelddadigheden rondom Ajax-Maccabi Tel Aviv. Het redactioneel commentaar in deze krant was het met haar eens: „Dat is het zeker.”

Toen ik enkele dagen later tijdens een openbare discussie in Brussel sprak over een „milde vorm van Jodenjacht”, kwam er na afloop een jongeman op me af die me licht verwijtend vroeg waarom ik Israëlische staatspropaganda had herhaald. Wist ik dan niet dat de Maccabi-supporters soldaten waren die zich hoogstwaarschijnlijk hadden schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden en die hun Amsterdamse aanvallers ook nog eens hadden geprovoceerd?

De onverteerbaarheid mag in NRC als een paal boven water staan, nogal wat mensen in Nederland en elders zien dat anders. Laat ik het zo zeggen: zeg mij wat uw politieke voorkeuren zijn en ik zal u zeggen wat uw zekerheden zijn.

In een samenleving waar over fundamentele taboes als ‘op Jodenjacht gaan’ geen consensus meer bestaat wordt ironie een ingewikkelde zaak, want die bestaat bij de gratie van een zekere overeenstemming inzake het grensoverschrijdende. Het voortdurende misverstand dat vervolgens ontstaat zou misschien nog wel ironisch genoemd kunnen worden maar is dat voor de betrokkenen vermoedelijk niet meer.

Ajax-Feyenoordachtige taferelen

We zetten, hoe ouderwets dat ook mag zijn, nog even de feiten op een rijtje, wetend dat zo’n rijtje altijd ook een interpretatie is die aanleiding kan geven tot twist, maar in onze hysterische samenleving blijven de rijtjes te verkiezen boven de retoriek van de heilige verontwaardiging.

Ongeveer 2.600 Maccabi-supporters reisden naar Amsterdam. Op de nacht voorafgaand aan de wedstrijd verzamelden zich tientallen van deze supporters voor Villa Mokum, een kraakpand op het Rokin waar een Palestijnse vlag hing. Ze gooiden stenen naar het pand, rukten de vlag van de gevel, trapten tegen deuren en naar het schijnt staken ze ook nog hun middelvinger op.

Diezelfde nacht werd tevens de confrontatie gezocht door pro-Palestijnse jongeren en wie wat uitlokte is moeilijk te zeggen.

Na de wedstrijd, donderdagavond, verzamelden circa honderd Maccabi-supporters zich in de stad. Zij staken vuurwerk af, en scandeerden „Olé, olé, laat IDF [het Israëlische leger] winnen, fuck de Arabieren”. Opnieuw werden Palestijnse vlaggen van gevels getrokken terwijl de groep met riemen en planken door de stad liep.

Ondertussen verzamelden zich ook Palestina-aanhangers. Tot zover een soort Ajax-Feyenoordachtige taferelen.

Op Telegram gingen echter ook berichten rond waarin ‘strijders’ werden opgeroepen de aanval te openen op Israëlische voetbalsupporters, en er werd ook gerept van ‘Jodenjacht’. Maccabi-supporters die niets over Arabieren hadden gezongen en mensen die zelfs niet als supporter herkenbaar waren werden aangevallen. Passanten leken te kunnen ontsnappen aan een flink pak slaag door te verklaren dat ze niet Israëlisch waren en ook echt niet Joods.

Vijf Maccabi-supporters moesten worden behandeld in het ziekenhuis, tientallen supporters liepen verwondingen op. Geruchten dat Maccabi-supporters ontvoerd zijn bleken niet op waarheid te berusten.

De politie arresteerde donderdagavond en -nacht 63 mensen, voorafgaand en tijdens de wedstrijd, niet daarna. Een team van het OM zoekt nog naar nachtelijke relschoppers, acht mensen zijn inmiddels gearresteerd.

Op X schrijft een Israëliër teleurgesteld te zijn in de prestaties van het Israëlische leger in Amsterdam: in plaats van terug te vechten is het leger naar Amstelveen gevlucht. Hoe ironisch deze tweet bedoeld is kan ik niet vaststellen.

Het Israëlische leger laat weten dat Israëlische soldaten niet meer naar Nederland mogen reizen. Dat is zeker geen ironie.

Als ik naar een Trump-bijeenkomst ga, zet ik een rood MAGA-petje op; ik zou niet met Ajax-vlaggen door Rotterdam gaan hollen

Premier Schoof liet maandag tijdens een persconferentie weten er nog eens goed over te willen nadenken of de integratie mislukt is, daarmee toch suggererend dat hedendaags antisemitisme een fenomeen is dat exclusief toebehoort aan islamitische nieuwkomers.

De politieke implicaties zijn hoe dan ook groter dan toen Feyenoord-supporters een Romeinse fontein vernielden. Destijds begreep men, meer of minder welwillend, dat zulke vernielzucht onlosmakelijk samenhangt met de hartstocht die betaald voetbal heet. En je weet nooit wanneer de hartstocht van jonge mannen nog eens van pas komt.

Het slachtoffer als held

Of de recente Jodenjacht ook zou hebben plaatsgevonden zonder voorafgaande provocaties is moeilijk te zeggen. Zeker is dat de Jodenjacht in de historische context van Europa een ernstige grensoverschrijding is. De reacties van Halsema, maar ook van wereldleiders als president Macron en president Biden, maken duidelijk hoe ernstig.

Tegelijkertijd stel ik vast dat een deel van de bevolking, en zeker niet alleen dat deel dat zich als moslim identificeert, iedere verwijzing naar de Holocaust meer en meer als Israëlische propaganda heeft leren herkennen. En toegegeven, er gaan dagen voorbij dat de propaganda zich als een oceaan rondom ons uitstrekt, maar dat betekent niet dat we iedere herinnering straffeloos kunnen veronachtzamen. Naarmate de tijd vordert zal die genocide steeds minder heilig zijn, steeds minder het grote taboe. Of we dat leuk vinden of niet, dat is onvermijdelijk.

Wat de nasleep van de gebeurtenissen in Amsterdam duidelijk maakt is dat een min of meer objectieve grondslag, die het mogelijk maakt over de interpretatie van feiten van mening te verschillen, ontbreekt. De subjectivering is heiligverklaard, mede dankzij wat ‘woke’ wordt genoemd. Je hoeft niet te bewijzen dat je beledigd bent, je voelt je beledigd en dat is genoeg voor de aanklacht en soms ook de veroordeling. Je hoeft niet te bewijzen dat je onveilig bent, je voelt je onveilig en dat is genoeg. Tijdens het vragenrondje van de reeds genoemde discussie in Brussel zei een jongeman uit het publiek dat iedereen in de zaal in levensgevaar verkeerde, een mededeling die het publiek met applaus onthaalde.

De verheerlijking van het subjectieve gevoel en de voorstelling van het slachtoffer als held, ja de verslaving aan slachtofferschap, gaan uiteraard hand in hand – een verslaving die kenmerkend is voor de Israëlische samenleving. De Palestijns-Israëlische kwestie kan omschreven worden als een volledig uit de hand gelopen leedcompetitie, een competitie die een deel van de Joodse gemeenschap buiten Israël al langer in zijn greep houdt, maar die nu vrijwel elke gemeenschap heeft getroffen, zoals het coronavirus indertijd vrijwel geen gemeenschap heeft overgeslagen.

Het was ook onvermijdelijk: als slachtofferschap je status en spreekrecht verleent, dan zal de meerderheid zich vroeg of laat omtoveren tot slachtoffer. Als onveiligheid slechts een gevoel is, dan hoeft een asielcrisis ook alleen maar een gevoel te zijn. Als de identificatie met slachtoffers het hoogste goed is, dan kan Wilders straffeloos spreken over de deportatie van rellende jongeren, vooruit, antisemitische jongeren, vooruit, antisemitische jongeren van pakweg Marokkaans-Nederlandse afkomst. De lijdende mens heeft gesproken. En de feiten? Zijn de YouTube-filmpjes dan niet duidelijk genoeg?

Maar als je een stap achteruit doet en je de emotie niet het primaat geeft dan zie je dat die jongens op scooters en de fanatieke Maccabi-supporters erg op elkaar lijken. De hartstocht neemt, ik zei het al, verschillende vormen aan: in Tel Aviv baart de hartstocht rellende Maccabi-supporters en fanatieke soldaten, in Amsterdam-West droomt hij van een scooter. De jonge mannen gingen elkaar niet te lijf omdat ze zo van elkaar verschilden maar omdat ze iets in elkaar herkenden: zichzelf. Hooligans herkennen hooligans, waarmee niet gezegd is dat elke soldaat, van welk leger dan ook, per definitie een hooligan is.

Essentieel mensenrecht

Abel Herzberg, een van de helderste denkers die Nederland heeft voortgebracht, overlevende van Bergen-Belsen en overigens ook zionist, zei na de oorlog dat hij niet graag over de Duitsers oordeelde omdat hij niet in de verleiding was geweest. Dit voorbehoud lijkt mij essentieel. Daarmee is niet alles goedgepraat en zelfs niet alles begrijpelijk geworden maar wel veel. Mensen zijn wezens die verleidbaar zijn en dikwijls geven ze aan die verleidingen toe. Wie zo naar zijn opponent kijkt hoeft niet meer per definitie het monster te zien dat hij eerst zag.

Dat deze blik door de verheerlijking van de eigen subjectiviteit wordt bemoeilijkt is betreurenswaardig. Men lijkt de eigen identiteit, bijvoorbeeld die van witte cis-man, publiekelijk te móeten openbaren. (Ik vind de betiteling heteroseksuele witte cis-man beledigender dan kankerjood maar dit terzijde.) Ik geloof dat het recht om achter de voordeur een ander leven te leiden dan in de openbaarheid echter een essentieel mensenrecht is. Voor zover dat kan mag men zich verhullen. Als ik naar een Trump-bijeenkomst ga, zet ik een rood MAGA-petje op; ik zou niet met Ajax-vlaggen door Rotterdam gaan hollen.

Foto Mouneb Taim / Anadolu / Getty Images

Enige onzichtbaarheid in de openbaarheid is wat mij betreft onderdeel van een gelukkig leven. Ik zou als Maccabi-fan ook hebben gedacht: dit is niet het juiste moment om met Israëlische vlaggen door Amsterdam te rennen. Overigens zou ik me nooit in welke vlag dan ook wikkelen. Ik ben een universalist, de gemeenschappelijkheid met alle anderen ben ik niet bereid op te geven.

Of het nu om 9/11 gaat, om 7 oktober 2023, om de klopjacht na Ajax-Maccabi: de reactie, de overreactie, is vaak schadelijker dan het incident zelf

Wie in de eigen identiteit het ware, het laatste en het enige woord ziet is niet bereid tot die flexibiliteit. Hij spreekt ook niet namens zichzelf, maar altijd als lid van de groep waarvan hij deel zou uitmaken. En daarbij vergeet hij, nogmaals, dat hij zo gemakkelijk die ander had kunnen zijn.

Sonderkommando

Het is die vergeetachtigheid die veelal doorgaat voor engagement en vervolgens steevast leidt tot de productie van vijandbeelden. Men is tegen antisemitisme en daarom mag men moslims deporteren. Men vindt Gaza een schande daarom mag men mensen met keppeltjes lastigvallen of fantaseren over het doorsnijden van Joodse kelen. En elke geëngageerde heeft zijn eigen favoriete minderheid, daarbij uiteraard met graagte die minderheden tegen elkaar uitspelend. De een houdt van de Joden, de ander eerder van moslims. Maar wat de Joden betreft, die moeten wel de juiste meningen hebben, anders zijn ze meteen kapo’s of lid van het Sonderkommando, kijk maar even op X. Dat daarmee de herinnering aan het Sonderkommando wordt besmeurd is voor de geëngageerde bijzaak.

Dat soort engagement is voor mij zoiets als het eten van varkensvlees: een grens die ik niet wens te overschrijden, ook omdat de smaak ervan mij niet bevalt.

Of het nu om 9/11 gaat, om 7 oktober 2023, om de klopjacht na Ajax-Maccabi: de reactie, de overreactie, is vaak schadelijker dan het incident zelf. Ik pleit voor relativering. Dat is niet alleen een overlevings- maar ook een samenlevingsstrategie. Natuurlijk kan relativering Verharmlosung worden, het achteloos terzijde schuiven van grove misdaden. Maar zolang we in een cultuur leven waarin de eigen subjectiviteit en identiteit afgoden zijn, waarin iedereen zich wil tooien met de krans van het slachtofferschap, is dergelijke relativering een nuttig medicijn.

Bij de zoektocht naar gerechtigheid en waarheid speelt altijd ook een strijd om de macht, en wie zich door die laatste laat meevoeren eindigt als slaaf van de eigen subjectiviteit, het eigen gevoel. Spinoza waarschuwde daar ooit voor; tegenwoordig wordt die slavernij door velen gezien als bevrijding. Zij nemen helaas deel aan de race to the bottom.

Omdat ik geloof in verzachtende omstandigheden – je moet ergens in geloven – voeg ik eraan toe: ze weten niet waar ze heen racen.


Lees ook

De fanatieke aanhang van Maccabi is in rap tempo rechtser geworden

Fans van Maccabi Tel Aviv tijdens een thuiswedstrijd tegen FC Basel, in 2015.