Alleen Robin had niet op Robin gestemd. Dat besef moet langzaam bij hem zijn ingedaald toen voor de vierde keer een bordje met zijn naam werd onthuld. De medespeler die dit keer ‘Robin’ had genoteerd als persoon die ze liever kwijt dan rijk was, had voor de vorm nog wel een beteurde smiley achter Robins naam gekrabbeld. Sorry, leek de 🙁 zonder woorden uit te drukken. Het doet mij ook pijn om dit mes in je rug te jassen. Maar uiteindelijk draait het in een afvalrace niet om compassie. Waar het om draait is volhouden, volharden, eliminatierondes overleven, koste wat het kost. En laten we wel wezen: met compassie win je de jackpot niet.
Het onbekende (RTL) vormt geen uitzondering op die regel – vraag maar aan Robin. Natuurlijk, het programma heeft zijn eigen onderscheidende eigenaardheid: deelnemers worden opgedeeld in twee groepen, en beide groepen krijgen telkens de keuze tussen een vooraf uitgelegd spelverloop en een onbekend alternatief. Maar als je je ogen een beetje samenknijpt, is er weinig verschil met succesvollere varianten van het format (zoals Wie is de mol (AVROTROS) en De verraders (RTL)). Een pot geld die nooit snel genoeg lijkt te groeien. Onnavolgbare opdrachten in verre oorden. Een onleesbare presentator die als onheilsgod executies aankondigt. En het belangrijkst: fanatieke kandidaten die deelname als een vrijbrief zien om zich tot de meest berekenende, gehaaide, manipulatieve versie van zichzelf te ontpoppen. Vleien, stoken, bondjes sluiten. Héél veel bondjes sluiten. Tot het bondje niet meer in je voordeel werkt: in de kern blijkt ‘wij tegen zij’ toch vaak een slim vermomde ‘ik tegen iedereen’.
Afvalraces halen niet het beste in de mens naar boven, zou ik, op basis van heel wat uren afvalrace-tv, toch wel durven stellen. Wat niet wil zeggen dat ik anti-afvalrace-tv ben. Daar zijn twee redenen voor. De eerste is dat ik zonder afvalrace-tv niet meer zou kunnen schrijven over afvalrace-tv. En de tweede, wat minder zelfzuchtige reden is dat ik liever zie dat mensen hun behoefte om mensen tegen elkaar uit te spelen, eenmalig uitleven in een tv-afvalrace dan in het echte leven. Sterker: ik zou ervoor willen pleiten om iedereen die geneigd is zich zo te gedragen, verplicht te laten deelnemen aan spelshows, en pas weer toe te laten tot de samenleving wanneer ze zijn uitgemanipuleerd.
Klopjacht
Een niet zo subtiel voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer mensen in het echte leven worden geveld door het bondjessluitvirus, was donderdagochtend te zien bij Ongehoord Nieuws (ON), waar men zich druk maakte om een artikel in de Volkskrant over racistische tweets van Rob Legeland, lid van ON’s raad van toezicht. Dit was een heksenjacht, vonden de ON-panelleden. „Een klopjacht van links en woke Nederland”. Een regelrechte cultuuroorlog. „Een oorlog om te overleven.” Daarna volgde een item waarin werd geopperd dat de geplande bezuinigingen op het onderwijs juist goed zijn voor universiteiten, omdat die zich dan weer moeten gaan focussen op hun kerntaken in plaats van randzaken, „zoals diversiteitsgroepen en genderneutrale toiletten”.
Dat extreme ‘wij tegen zij’-denken is helaas niet enkel voorbehouden aan een kleine omroep voor ‘andersdenkenden’. In Den Haag zetten coalitiepartijen zich deze week extra hard in om zulke vijandigheid verder aan te zwengelen; om het nog verder tot mainstream-gedachtengoed te maken.
Wat een verademing is het dan dat verbindende stemmen de afgelopen dagen hun weg wisten te vinden naar de talkshowtafels. Gister was het Ramsey Nasr die bij Bar laat (BNNVARA) trillend opriep tot saamhorigheid. De tafel viel stil toen hij herhaalde wat hij eerder die dag op Instagram had geplaatst, waar zijn filmpje al gauw duizenden keren werd gedeeld. „Wie het ene racisme inwisselt voor het andere kan nooit je vriend zijn – altijd weer op zoek naar een nieuwe stok om mee te slaan”, zei Nasr. „Antisemitisme bestaat. Het leeft weer op. Maar waar antisemitisme wordt bestreden met racisme, moeten we extra op onze hoede zijn.”
Wie spreekt in termen van wij tegen zij, heeft alleen met zichzelf het beste voor.