Ook uit een hoop stront kan iets moois groeien. Aan die gedachte hield ik me de afgelopen week vast. De Amerikaanse verkiezingen, het geweld in Amsterdam, het klimaat dat wederom het onderspit delft: de dominoketen van teleurstellingen deed me grijpen naar Paddenstoel & co van Geert-Jan Roebers. Een biologisch zelfhulpboek voor alle leeftijden met opbeurende troostwoorden als donzig breeksteeltje en kleine poederparasol (naast melancholieke parels als sombere honingzwam en lorkenslijmkop). Uitgebreid gaat Roebers in zijn fraai geïllustreerde schimmellofzang in op coprofielen: mestminnende paddenstoelen, waaronder de zwartknopschimmel en het konijnenmestspikkelschijfje. Poep doet leven. Schimmels houden de hoeveelheid mest in toom. „Als het anderen te moeilijk wordt lossen zij het wel weer op”, schrijft Roebers. Zúlke politici zouden we nodig hebben.
Over oplossingen gesproken: maandagavond woonde ik in het Amsterdamse theater Carré een optreden bij van de Britse bioloog Richard Dawkins. Na afloop vroeg een vrouw uit het publiek hem of zelfzuchtige genen ons kunnen beschermen tegen klimaatverandering. In The selfish gene, zijn bestseller uit de jaren zeventig, betoogt de inmiddels 83-jarige Dawkins immers dat onze genen gericht zijn op zelfbehoud, op eeuwig voortbestaan – niet eenvoudig als we uiteindelijk ten onder zouden gaan aan (ik noem maar wat) verzengende hitte, langdurige droogte, verwoestende orkanen of zeespiegelstijging. Dus kan het dan niet zo zijn dat klimaatproblematiek op den duur zó nijpend wordt dat zelfs CO2-magnaten en rechtse regeringen zullen strijden voor een leefbare wereld?
Dawkins antwoordde ontkennend. Nog los van de kwestie of zo’n massaal overstag gaan bijtijds het tij zou kunnen keren, is het principe van de zelfzuchtige genen gebonden aan overleving van het individu, niet van de massa. Met andere woorden: als het water hem aan de lippen staat zal een Shell-CEO heus wel wat ellebogenwerk verrichten voor een plek in een reddingsboot. Maar om een hele reddingsvloot op te tuigen door de uitstoot van zijn bedrijf te reduceren gaat hem te ver. In de rechtszaak tegen Milieudefensie over een forse reductieverplichting kwam Shell gisteren als winnaar uit de bus. Meermalen had het bedrijf verkondigd dat het ‘eigen voortbestaan’ op het spel stond. Dat die overlevingsdrang gepaard gaat met een gigantische hoeveelheid fossiele brandstoffen – die door hun bijdrage aan klimaatverandering ándere levens kunnen verwoesten – leek van ondergeschikt belang.
Gelukkig hoeven we niet altijd naar onze zelfzuchtige genen te luisteren. „Als mijn genen het niet leuk vinden wat ik doe kunnen ze de boom in”, zei de beroemde taalkundige Steven Pinker ooit. We hóéven geen auto vol te tanken of vliegtuig te boeken, we kunnen ook gewoon het bos in om aan onze najaarsdip te ontsnappen. Al denkt de sombere honingzwam daar vast anders over.
Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.