In ‘Gladiator II’ kan echt alles: er worden zelfs zeeslagen in het Colosseum uitgevochten

Elke scène in Gladiator II is maximaal het Romeinse Rijk. Gestoorde keizers installeren vee in de Senaat. Mannen met oogschaduw schreeuwen over ‘de droom van Rome’. Over de markt loopt een olifant en er is neushoorn bij het buffet.

Ridley Scotts Rome heeft net zo veel met de oudheid te maken als de caesarsalad. Het is eerder een concentraat van het anything goes-beeld dat Hollywood van de Romeinen schilderde. Het wekt nog altijd een kinderlijk enthousiasme bij mij op. Is dit de terugkeer van het Romeinse epos?

Het begon ooit in Italië, zoals zoveel ideeën van het oude Hollywood. Giovanni Pastrones Cabiria (1914), en met name de gespierde held Maciste, werd zó succesvol dat er een heel genre uit groeide. Kenmerken: oudheid en schaars geklede mannen in de opperste vorm, opgepompt en ingevet met olijfolie. Henri Vidal was bijna naakt in Fabiola. Franse critici bestempelden het genre de ‘peplum-film’, naar het onderrokje.

Terwijl in Italië talloze peplums verschenen, diende het genre in Hollywood als inspiratie voor populaire Bijbel-epossen, zoals D.W. Griffiths Intolerance en Cecil B. Demilles Samson and Delilah. Na de ongekende populariteit van Hercules, met Mister Universe Steve Reeves en zijn spieren, begon Hollywood ‘het epos’ te vervolmaken. Voor Ben-Hur (1959) werden de grootste sets tot dan toe gemaakt, in één paardenracescène zaten 15.000 figuranten.

Maar binnen 15 jaar raakte het genre al uitgeput. De Romeinse sets van Cinecittà, de grote Italiaanse filmstudio, waren een niemandsland in het midden van de jaren zestig. Al kwam Godard nog langs om Le mépris te maken: een film óver het maken van een zwaarden-en-sandalen-film. Dan weet je dat het over is. Spaghettiwesterns namen over. En ook New Hollywood was onderweg.

Quo Vadis?

„Alleen de Amerikanen kunnen films over de Romeinen maken”, zei de Britse acteur Peter Ustinov (Quo Vadis?) over die tijd. „De culturen hebben dezelfde wansmaak.” Cultuurwetenschappers brachten het subtieler: Amerika ziet zich terug in de Romeinen. Het Romeinse Rijk werd in de jaren zestig gebruikt als metafoor voor Amerika als opkomende supermacht, met een lucullische weelde die voor elke consument in het verschiet lag. Tegelijkertijd waren de films ook waarschuwingen: voor tirannie, dictatuur, en perversiteit. Veel filmgangers denken nog steeds dat Rome ten onder ging aan ‘decadentie’.

Dertig jaar later trok juist dat Ridley Scott aan: de mogelijkheid iets over de huidige tijd te zeggen met een Romeins epos. Dreamworks-baas Walter Parks en Steven Spielberg vroegen hem Gladiator te maken. Parks had de successen van Braveheart en Titanic gezien, en dacht dat de historische film een comeback zou kunnen maken. Hij toonde Scott het schilderij Pollice Verso, waarin een gladiator opkijkt naar een bloeddorstig publiek, zijn voet op een kermend slachtoffer. Scott was om.

Gladiator was een jarenzestigfilm met digitale technologie. Het combineerde het beste uit de epossen van de jaren zestig: de intrige op de hoogste niveaus van het rijk en de opkomst van een gespierde (en schaars geklede) held à la Spartacus. Maximus (Russell Crowe) is een voormalige Romeinse generaal die in het Colosseum niet alleen zijn vrouw, zoon en boerderij wreekt, maar ook Rome.

Het scenario was een reflectie van een nieuw Amerika, eind jaren negentig op het hoogtepunt van zijn macht. In Gladiator had Rome alles veroverd wat er te veroveren valt. De echte vijand zat nu binnenin: er woedt een strijd tussen Rome als tirannie en Rome als vredelievende republiek.

Het was een succes, en leidde tot een nieuwe peplum-golf: Troy, 300, Clash of the Titans. Maar van een Gladiator-vervolg kwam het niet. Onenigheid over het scenario brak het project op. Eén vervolgscenario werd geschreven door rocker Nick Cave. Hij liet Maximus uit de dood terugkeren om Jezus Christus te doden, waarna hij zijn eigen zoon vermoordt en als halfgod eeuwig leeft, tot aan het heden, waar we leren dat hij bij de Amerikaanse defensie werkt. Dat leek de studio geen goed idee. Het project stagneerde.

De golf historische films kwam al weer ten einde. Superheldenfilms namen het over en het historische epos was de laatste jaren eerder middeleeuwse fantasy, denk aan Game of Thrones. Of in de sciencefiction-oudheid van The Hunger Games, waar een decadente bourgeoisie geniet van gladiatorenspelen tot de dood.

Gladiator II

Nu is er dan toch Gladiator II. Het superheldentijdperk komt ten einde, studio’s zoeken wat nieuws. Scott probeerde vorig jaar al het historisch epos te reanimeren met zijn Napoleon. Dit is poging twee.

Nostalgie bewees goed te verkopen bij Top Gun: Maverick. En daarom is ook Gladiator II meer van hetzelfde, met wat extra. We volgen nu Maximus’ zoon Lucius, die neushoorns, schepen en bavianen bevecht in het Colosseum, en uiteindelijk ook de tirannie van Rome. Zoals zijn vader wil ook Lucius liever boeren, maar heeft hij een vrouw te wreken. Paul Mescal vervangt Russell Crowe verdienstelijk als spierman met trieste ogen.

Ridley Scott zei vooral ‘groter’ te willen, dit keer. Hij bouwde een enorm Colosseum op Malta, de vechtscènes zijn grootser dan deel één. Een bloeddorstige baviaan, een zeeslag, het slotgevecht – op wat verrassend houterige computereffecten na is het grandioos. Verhaal en geschiedenis doen er minder toe dan vorige keer, het gekonkel in de kerkers voelt doelloos. Maar er zijn nu twee gestoorde caesars voor de prijs van één, en Denzel Washington smeert elke lettergreep secondenlang over de set. Gladiator II omarmt de essentie van de peplum-film, en dat is heerlijk.

De tijd lijkt ook rijp voor een nieuwe film over het Romeinse Rijk. Op sociale media was het een meme om aan je partner te vragen hoe vaak ze aan het Romeinse Rijk denken. Het antwoord: heel vaak. Maar ook als metafoor voor Amerika is het Romeinse Rijk weer in trek. Nu de hegemoniale macht van Amerika slinkt en de wereldorde bipolair of multipolair is geworden, is de val van het Romeinse Rijk weer een populaire metafoor. Vooral onder conservatieven. De rechtse denktank The Heritage Foundation (verantwoordelijk voor Project 2025) schreef een stuk onder de naam: „Is Amerika begonnen aan de val van het Romeinse Rijk?” Met argumenten als: „Belasting dreef commercie uit het Romeinse Rijk…” Maar ook Time zag een parallel tussen de rechterlijke onderzoeken naar Trump en Biden en de Romeinse onderzoeken naar Julius Caesar. Het vindt ook zijn weg naar de kunst. Francis Ford Coppola’s Megalopolis is een vrij letterlijke analogie; mannen in toga’s proberen een classicistisch ‘New Rome’ (New York) te redden van verval.

Het stervende Rome van Gladiator II past in die context. De burgers worden verdoofd met brood en spelen terwijl de keizers bezig zijn om Perzië te veroveren. Centraal staat echter ‘De droom van Rome’. Rome als republiek voor het volk, in plaats van als dictatuur. Twee gestoorde keizers en een immorele zakenman (snap je?) staan in de weg van wat Rome eigenlijk zou moeten zijn. Volgens de makers van de film dan. Dat mogen geschiedenisleraren de komende twintig jaar weer corrigeren.