‘De naakte waarheid”, noemt Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits wat we straks te zien krijgen. Deze week begint het Rijksmuseum, na ruim vijf jaar voorbereidend onderzoek, aan de restauratie van De Nachtwacht. Te beginnen met de afname van de vernislaag die in 1975 werd aangebracht nadat het schilderij door een bezoeker met een mes was aangevallen. Ook zullen alle latere retouches – overschilderingen tijdens eerdere restauraties – worden weggehaald. Wat overblijft is de verf zoals die in 1642 het atelier van Rembrandt verliet – althans, hoe die verf er nu, ruim 380 jaar later, uitziet.
„Het schilderij heeft bepaald niet stilgestaan”, zegt schilderijen-conservator Anna Krekeler licht eufemistisch, tijdens een perspresentatie achter de glazen wand in de Eregalerij van het museum. Die glazen wand, en eerder sinds 2019 een gigantische vitrine, scheidt De Nachtwacht van het publiek. Zo kunnen de conservatoren rustig hun werk doen, terwijl het publiek het onderzoek en de restauratie kan zien. Krekeler verwijst naar de natuurlijke verouderingsprocessen die in een eeuwenoud olieverfschilderij optreden. Daarnaast zijn meer dan vijfentwintig eerdere behandelingen van het schilderij bekend, die ook hun eigen sporen achterlieten. Bovendien is het schilderij meerdere keren beschadigd geraakt: behalve de mesaanval in 1975 werd het in 1990 bespoten met zwavelzuur, beide keren door verwarde personen. Krekeler: „Die littekens zullen straks extra zichtbaar zijn.”
Met het verwijderen van de vernislaag begint de volgende fase in wat het Rijksmuseum zelf tot ‘Operatie Nachtwacht’ heeft gedoopt: het grootste en meest omvangrijke onderzoeks- en restauratieproject in de geschiedenis van Rembrandts beroemde schuttersstuk. Later krijgt het doek weer een nieuwe vernislaag, zullen er nieuwe retouches worden aangebracht en krijgt het schilderij een nieuwe lijst. Het vernis wordt nu verwijderd omdat het aan vervanging toe is: door kleine barstjes en vergeling van de gebruikte natuurlijke harsen, is de vernislaag minder transparant geworden.
Bleek en grijzig
Op de plekken waar het verwijderen van het vernis dinsdagochtend al is gebeurd, ziet het schilderij er bleek en grijzig uit. Alsof er een dikke mist voor hangt. „We willen mensen graag waarschuwen dat het schilderij er tijdelijk heel anders uit zal zien”, zegt Krekeler. „Het vernis zorgt voor glans en voor verzadiging van de kleuren. Als we straks een nieuwe vernislaag aanbrengen, dan krijg je die glans terug.” Met de nieuwe vernislaag zal het schilderij lichter en helderder worden. „Ik denk dat de grootste winst bovenaan het schilderij te behalen is”, zegt Dibbits. „Als het schilderij daar lichter wordt, krijgt het meer diepte.”
Het verwijderen van het vernis is absoluut monnikenwerk. Een conservator brengt een klein, met oplosmiddel doordrenkt tissue aan op het schilderij. Daaroverheen gaat een dun folie, zodat het oplosmiddel niet gelijk verdampt. Vervolgens wordt het met een penseel licht aangedrukt, en na ongeveer een minuut haalt de conservator het tissue weer los van het doek. Zo wordt, centimeter voor centimeter, het hele doek van zo’n drie meter tachtig bij vier en een halve meter behandeld. „We zullen wel steeds grotere doekjes gebruiken”, zegt Krekeler.
Met de behandeling met het tissue is ongeveer 90 procent van de vernis opgelost, en in het doekje opgenomen. Die doekjes worden genummerd en bewaard. „Er blijven allerlei sporen van het craquelé en de retouches in achter, dat blijft waardevolle informatie.” Met een microscoop en uv-licht zoekt de conservator ondertussen naar de laatste restjes vernis die nog zijn achtergebleven op het doek, die worden vervolgens met een wattenstaafje verwijderd.
Voorheen werd de vernislaag vaak in z’n geheel met een wattenstaafje verwijderd. Dat nu wordt gekozen voor de werkwijze met tissue’s, is omdat daarmee minder oplosmiddel nodig is. „Bovendien gaat het met minder mechanische handeling, waardoor de verf beschadigd zou kunnen raken.” Voor het oplossen van het vernis gebruiken de medewerkers een organisch oplosmiddel, dat specifiek voor de Nachtwacht is uitgekozen. Het museum wil niet zeggen welk oplosmiddel het is, „anders gaan mensen denken: ‘Zo doe je dat blijkbaar’, terwijl het voor ieder schilderij en ieder vernis anders is”.
‘Schilderij bepaalt de planning’
Het verwijderen van het vernis gaat volgens Krekeler, „meerdere jaren” duren, daarna moet het aanbrengen van de nieuwe vernislaag, het retoucheren en het aanbrengen van een nieuwe lijst nog beginnen. Maar die tijd is er, vindt directeur Taco Dibbits. Het duurt zo lang als nodig is. „Ik denk dat het onderzoek van de verschillende fases uiteindelijk het langst zal hebben geduurd, maar ook nu kunnen we nog allerlei onbekende dingen tegenkomen.”
Lees ook
Waarom we elk molecuul van De Nachtwacht willen kennen
Over het retoucheren bestaan al wel ideeën, zegt conservator Anna Krekeler. „Maar dat is ook nog afhankelijk van wat we precies tegenkomen nadat het vernis is verwijderd. We zullen sowieso heel terughoudend zijn. Wat we doen is vooral gericht op het herstellen van de beschadigingen, en het vergroten van de leesbaarheid van het schilderij. Met een paar piepkleine puntjes kun je al heel veel doen.”
Gebrek aan tijdsdruk lijken de conservatoren die in 1975 het doek herstelden na de mesaanval niet ervaren te hebben: De Nachtwacht werd toen gehecht, opnieuw bedoekt, vernist, geretoucheerd in een periode van slechts acht maanden. Dibbits: „Je kunt je voorstellen dat de schrik toen zo groot moet zijn geweest. Dat iets waarvan je verwacht dat het er altijd is, plotseling beschadigd en niet meer toonbaar is, dat ze het destijds zo snel mogelijk weer hebben willen kunnen tonen. Die druk ervaren wij nu niet. Het schilderij bepaalt het tempo.”