Geen dier roept bij mensen heviger en tegenstrijdiger emoties op dan de wolf. Voor sommigen is hij een sluw en gevaarlijk monster dat onze natuurlijke hulpbronnen en onze kinderen bedreigt. Voor anderen is de wolf een mythisch dier, wild en puur, machtig en wijs. Volgens een recent onderzoek van The Royal Swedish Academy of Sciences, getiteld Living with wolves (2024) variëren de emoties van „blinde liefde tot zinderende haat”. Die emoties spelen ook op in ons land, waar de eerste roedel sinds 150 jaar zich in 2019 vestigde op de Veluwe. Naar schatting leven er op dit moment elf roedels in Nederland met meer dan honderd wolven. Sinds zijn terugkeer in de West-Europese landen waar hij eerder effectief was uitgeroeid, zoals West-Duitsland, Frankrijk en Nederland, is de wolf de inzet van diepgaande sociale conflicten.
De wolf is een van de meest succesvolle zoogdieren van onze planeet. Met zijn enorme aanpassingsvermogen – hij leeft in warme en koude klimaten, in natuur- en cultuurlandschappen – komt hij al vanaf het late Pleistoceen overal op het noordelijk halfrond voor. Enkele maanden geleden werd in het Siberische Jakoetsk een mummie gevonden van een wolf die, volgens de onderzoekers, 44.000 jaar geleden was ingevroren in permafrost. Hij leefde ook in de buurt van mensen, volgens sommige antropologen in symbiose omdat mens en wolf elkaar konden helpen bij de jacht. In het informatieve boekje De wolf terug? (2015) vermeldt Erwin van Maanen een rotstekening, in rood en zwart, van een wolf in de grot van Font-de-Gaume in de Franse Dordogne, 16.000-13.000 voor Christus.
Magische krachten
Door de geschiedenis heen hebben mensen de wolf vereerd en hem positieve magische krachten toegedicht én vervolgd als belichaming van het kwaad. In de Noord-Europese mythologie, ondermeer bij Kelten en Germanen, speelde de wolf een heldenrol. De beroemdste mythische wolf in onze cultuur is de wolvin die de tweeling Romulus en Remus, stichter van het Romeinse Rijk, zoogde en grootbracht. Deze ‘Capitolijnse Wolvin’, vooral bekend als een vroegmiddeleeuwse bronzen beeldengroep, is het symbool van de stad Rome en komt in de hele westerse geschiedenis in de beeldhouwkunst en schilderkunst terug. Van recenter datum is de dappere en onbaatzuchtige roedelleider Akela die het mensenkind Mowgli adopteert, in de Disneyfilm The Jungle Book (1967), naar het gelijknamige boek van Rudyard Kipling uit 1894.
In de 20ste-eeuwse kunst keert de Capitolijnse Wolvin in woeste, primitieve gedaante terug bij de abstract-expressionist Jackson Pollock (1912-1956), in het schilderij The She-Wolf. In deze periode had Pollock, die later abstracte doeken zou maken waarin het ging om de directe expressie van het schildersgebaar, een voorkeur voor archaïsche en mythische onderwerpen. Wilde natuur en cultuur komen samen in dit beeld van de wolvin. In het werk van de Amerikaanse feministische kunstenaar Kiki Smith (1954) speelt bonding tussen mens en dier, of vooral vrouw en dier, een belangrijke rol. Op een grote tekening in potlood en inkt, Lying with the Wolf (223,5 x 184,5 cm, collectie Centre Pompidou Parijs) omarmt een naakte, liggende vrouw een zwarte harige wolf. Smith suggereert, ook in andere tekeningen en bronzen sculpturen, dat vrouw en wolf een oerkracht met elkaar delen.
Foto’s: Leemage/Corbis via Getty Images, imago/United Archives
Roodkapje
De slechte, boze wolf komen we van kindsafaan tegen in tal van sprookjes: Roodkapje, De wolf en de zeven geitjes, De wolf en de drie biggetjes. Dit negatieve beeld hangt wellicht samen met de christelijke traditie waarin de wolf beschouwd wordt als duivelse tegenspeler van het goede. In de Bijbel figureert Jezus als de Goede Herder die zijn lammeren hoedt en beschermt tegen de wolf, en wordt de zoon van God metaforisch voorgesteld als een onschuldig lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Erwin van Maanen beschrijft in zijn boek hoe in West-Europa vanaf de middeleeuwen wolven worden berecht en, soms uitgedost in mensenkleding, worden opgehangen. Wellicht was de christelijke wolvenhaat een reactie op de wolvencultus in heidense vereringen.
Dit negatieve beeld van de wolf hangt wellicht samen met de christelijke traditie
De wolf is veel meer dan alleen een woest en onberekenbaar monster: hij symboliseert de donkere krachten die ons geordend bestaan en het menselijk bestel – economisch, politiek en religieus – bedreigen. Economisch: als bedreiging van het boerenbestaan. Politiek: want de wolf is een politieke splijtzwam. Religieus: want de wolf belichaamt pre-christelijke rituelen. Een schilderij van Rubens, Jacht op wolven en vossen (1616), laat dit treffend zien. Dit werk is niet zomaar een jachttafereel. Het wordt door kunsthistorici geduid als een eerbetoon aan de Vlaamse aristocratie en aan het Habsburgse huis, dat de orde herstelde in de Lage Landen. Hier dient de jacht op de wolf niet alleen een praktisch (bescherming van vee) of recreatief doel, maar ook een moreel doel: de orde die de chaos overwint.
Beer of luipaard
Het beeld van de wolf als duivelse tegenstander zit vermoedelijk diep in onze genen verankerd. Het is opmerkelijk dat de menselijke afkeer van de wolf veel sterker is dan van andere, voor de mens gevaarlijker carnivoren, zoals een beer of een luipaard, zoals blijkt uit het onderzoek Living with wolves. Zeker, de wolf kan mensen verwonden en zelfs doden, maar dit gebeurt hoogst zelden en alleen onder specifieke omstandigheden. Hondenbeten daarentegen zijn aan de orde van de dag (150.000 hondenbeten uit een populatie van 1,7 miljoen honden, stond in de column van wetenschapsjournalist Ionica Smeets in de Volkskrant van 20 september dit jaar). En de wolf is inderdaad een bedreiging voor ons vee, maar in ons land worden nog steeds meer schapen door honden gedood dan door wolven en ontbreekt het schapen nogal eens aan adequate bescherming.
Het lijkt er op dat de mens geen concurrentie van andere dierlijke soorten duldt. Als we last hebben van insecten op onze gewassen moeten de insecten dood, als de wolf ons vee bedreigt moet de wolf dood. De mens heeft een lage tolerantie voor ‘schadelijke’ dieren, zegt ook Arie Trouwborst, milieurechtwetenschapper en hoogleraar natuurbescherming aan de Universiteit van Tilburg, die ik spreek via het scherm. Dit menselijke gedrag is een schending van de „ecologische basisregels”, zoals hij het noemt. De regels, door bioloog Sean B.Carroll in 2016 samengevat in The Serengeti Rules, verwoorden de feedbackmechanismen van de natuur die ervoor zorgen dat ecosystemen divers en stabiel blijven. Deze regels bepalen de verhoudingen van dieren en planten in de natuur en waarborgen bovenal een rijk geheel aan biodiversiteit.
De mens zegt als enige soort: de rest schuift maar op
„Maar de mens zegt als enige soort: de rest schuift maar op”, zegt Trouwborst. Het grote verlies aan biodiversiteit waarvan we getuige zijn kan alleen worden beperkt als de mens erin slaagt zichzelf te beheersen. Trouwborst houdt zich bezig met de terugkeer van megafauna, grote wilde dieren als wolven en wisenten, in Europa. Hij ziet het bijstellen van ons moreel kompas en een robuust natuurbeschermingsrecht als cruciaal om de menselijke voetafdruk in te beperken. Trouwborst: „We moeten doen waarvan we weten dat we het moeten doen: inschikken en samenleven met andere soorten op de planeet. Hierbij speelt het recht een belangrijke rol. Het is een kwestie van egocentrisme tegengaan. Het goede nieuws is dat we best goed weten wat we moeten doen, en dat ook kunnen. Bijvoorbeeld, de veehouderij reduceren is een relatief simpele maatregel die heel veel op gaat leveren. Het is een klein offer als je kijkt naar wat er nodig is voor de planeet. We wéten dat we afhankelijk zijn van gezonde ecosystemen. We wéten ook dat de wolf geen gevoelloze robot is.” De natuur, stelt hij, heeft een intrinsieke waarde, en biodiversiteit is uiteindelijk de basis van ‘alles’, inclusief alles wat mensen nodig hebben.
Lees ook
De wolf is weer terug van nooit weggeweest
„Er is nog een belangrijke reden om de wolf in bescherming te nemen. Je kan niet zeggen tegen de mensen in Tanzania en India: leven jullie maar samen met olifanten maar wij willen de wolf niet. Er is solidariteit nodig, met de wolf, met veehouders, en met andere landen.” De bescherming van wolven is stevig verankerd in de Europese Habitatrichtlijn (1992). Het recente voorstel om de status van de wolf te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’ is een ingewikkeld proces en nog geen gelopen race, aldus Trouwborst, en ook als het ervan komt zullen we in Nederland ruimte moeten blijven maken voor een gezonde populatie.
Wildheid
De wolf is voor de mens het symbool bij uitstek van wildheid van de natuur. In de geschiedenis van de schilderkunst kom je hem zo ook vaak tegen: wild, dreigend en ontembaar. Het schilderij Zittende wolf in een rotslandschap (1650) van Frans Snijders, dat het Bonnefantenmuseum in langdurig bruikleen heeft, is een vervaarlijk grommend beest. Caspar David Friedrich schilderde Wölfe im Wald vor einer Höhle (Wolfsschlucht), een roedel wolven in het bos (1798/99), bij hun donkere hol, vretend aan een karkas.
De wolf heeft zich gevestigd in Nederland en wij moeten met hem samen leren leven. Als we dit niet leren en als we doorgaan met alles uit te roeien wat ons in de weg loopt staat ons eenzaamheid te wachten, meent schrijver Richard Powers, die in de roman The Overstory (2018) spreekt over ‘species loneliness’. De Amerikaanse bioloog Edward O. Wilson stelde in zijn boek Half-Earth, Our Planet’s Fight for Life (2016) voor om het begrip ‘antropoceen’, het tijdperk waarin het klimaat en het leven op aarde bepaald worden door de impact van de mens, te vervangen door ‘eremoceen’, het tijdperk van verlies van diversiteit van de natuur en de gevolgen daarvan voor de mensheid: „Alles wat ons dan overblijft zijn mensen, gedomesticeerde planten en dieren, en over de hele wereld onze landbouwgrond zo ver als het oog reikt”.
In een beroemde performance, I like America and America likes me (1974), bracht Joseph Beuys een week door in een kooi ‘in dialoog’ met een levende coyote (neef van de wolf), in de galerie van René Block in New York. Op een fascinerende filmregistratie is te zien hoe Beuys en de coyote elkaar benaderen, ontwijken, negeren en hoe Beuys soms als een soort sjamaan handelingen uitvoert met een staf en een vilten deken. Beuys wilde met deze performance „het Amerikaanse trauma met de Indiaan, de rode mens” aan de orde stellen. De coyote wordt, aldus Beuys, vereerd door de rode mens en door de witte mens veracht en vervolgd.
Tegenwoordig zou zo’n kunstwerk niet meer geaccepteerd worden en zouden dierenactivisten zeker in actie komen. Dat is maar goed ook. Om met de wolf te kunnen samenleven is misschien het moment aangebroken om hem te ontmythologiseren. De Belgische kunstenaar David Claerbout deed dit met zijn videowerk The Pure Necessity (2016), dat Disney’s The Jungle Book tot uitgangspunt neemt. Het verschil met de film uit 1967 is dat de dieren hier niet zijn vermenselijkt, ze zingen, dansen en spreken niet, maar zijn ‘gewoon’ zichzelf. En dus gebeurt er heel weinig.
Misschien kunnen we de wolf gaan zien als een dier zoals alle andere dieren. Niet als de zorgzame, quasi-goddelijke Capitolijnse wolvin, niet als misdadiger zoals in de Middeleeuwen, niet als de woeste, heidense wolvin van Pollock of de oermoeder van Kiki Smith. Misschien kunnen we de wolf gaan zien voor wat hij is: als wolf en rechtmatige medebewoner van onze planeet.