Vergeefse pogingen om dichterbij te komen

In 2010 plaatste het Amsterdamse fotomuseum FOAM, heel eervol, al een deel van die foto’s in FOAM Magazine. Eind dit jaar wordt in FOAM haar fotoboek Julian & Jonathan gelanceerd.

Herman is altijd al gefascineerd geweest door broers en zussen, vertelt ze. „Misschien omdat ik als enig kind ben opgegroeid. Ik idealiseerde broers en zussen. Ik fantaseerde erover.” Ze woonde als kind bij haar moeder en ging om het weekend naar haar vader. „Mijn ouders zijn nooit getrouwd geweest en ze waren al min of meer uit elkaar toen ik kwam, al zijn ze nog steeds goed bevriend.”

En toen kreeg ze, toen ze net het huis uit was, alsnog een broertje: een halfbroertje, zoon van haar vader en zijn nieuwe vriendin. Herman ging dat jaar naar de Kunstacademie in Den Haag en begon vrijwel meteen met het fotograferen van Julian en Jonathan. „In mijn vergeefse pogingen om dichterbij te komen”, zegt ze. Dicht bij haar halfbroer komen vindt ze al ruim twintig jaar niet eenvoudig. „Hij zegt nu zelf ook dat het moeilijk is om dicht bij hem te komen.”

Foto’s: Sarah Mei Herman

Tussen Jonathans zesde en twaalfde fotografeerde ze de twee het meest. Jonathans ouders waren toen net uit elkaar en Herman deed een masteropleiding fotografie in Londen. „In de vakanties ging ik hen fotograferen. Jonathan vond dat toen soms moeilijk. Soms zei hij: je mag maar drie foto’s nemen. Maar hij heeft nooit nee gezegd.”

In die tijd waren Julian en Jonathan heel close. „Zij deelden iets waar ik geen onderdeel van uitmaakte. Ik voelde me soms een buitenstaander in hun mannenwereld. Maar als fotograaf plaatste ik mij er zelf ook buiten.”

Het maakt dat er een hoopvol verlangen uit haar foto’s lijkt te spreken. Maar vrolijk zijn ze niet. Er wordt bijvoorbeeld niet op gelachen. „Ik fotografeer mensen nooit lachend”, zegt ze daarover. „Ik vang ook geen momenten. Er wordt een moment gecreëerd doordat ik die foto maak. Mensen die in zichzelf keren, stilte – daar zoek ik naar. Lachen zou dan onnatuurlijk zijn.”

Uiteindelijk zijn de fotoshoots „een belangrijk onderdeel geworden van wat we samen hebben”, zegt Herman. Ze fotografeert haar vader en broer nog steeds. „Ik stop eigenlijk nooit met fotoprojecten.” Eerder maakte ze in een artist residence in Xiamen, Zuid-China, een fotoboek over de Chinese lhbti-gemeenschap, en ook die mensen volgt ze nog steeds. „Het gaat mij om intieme relaties en het verstrijken van de tijd daarbinnen. Het feit dat we de ander heel erg nodig hebben terwijl je eigenlijk toch alleen bent en de ander nooit helemáál kunt begrijpen – dat is het uitgangspunt in al mijn werk.”

Foto’s: Sarah Mei Herman

Herman is trouwens niet zelf (half) Chinees: „Mijn vader wilde dat ik Sarah ging heten en mijn moeder vond dat die naam zo vaak voorkwam, dat ze er iets aan vast wilde. Dat werd Mei, een naam die ze in een boek had gelezen.”

Foto Sarah Mei Herman