Een „ongekend en krachtig mandaat” noemde Donald Trump zijn verkiezingsoverwinning woensdagochtend vanaf een feest in Florida. Niets, zei de voormalige en toekomstige president van de Verenigde Staten, „zal mij stoppen in het nakomen van mijn belofte”.
Die onbeteugelde ambitie geeft een eerste indruk van een presidentschap dat in veel opzichten de Amerikaanse rechtsstaat en democratie onder druk kan gaan zetten. Het kan normen in de Amerikaanse politiek transformeren en van Trump een machtiger president kan maken dan Amerika eerder kende.
Daarmee hebben de Verenigde Staten een afslag genomen naar een onontgonnen pad in de geschiedenis van het land. Sinds de Amerikanen in 1776 met een revolutie een republiek stichtten koos het land met bijvoorbeeld Andrew Jackson (1828 en 1832) en Richard Nixon (1968 en 1972) vaker voor presidenten die instituties testten of grenzen overschreden. Maar nooit eerder verkoos het een president met zulke openlijk autoritaire ambities als Donald Trump.
Lees ook
deze analyse over de overwinning van Trump
Niet alleen heeft Trump geweigerd Joe Biden als winnaar van de verkiezingen van 2020 te erkennen. Zijn campagne, en de plannen die hij en zijn medestanders de afgelopen jaren maakten, wierpen een duistere schaduw vooruit over de Amerikaanse democratie. Trump, en radicalere activisten in zijn achterban, hebben revanche aangekondigd tegen vrijwel iedereen die hem de afgelopen jaren onwelwillend gezind was. De Amerikaanse publieke omroep NPR telde alleen al in de laatste twee jaar ruim honderd dreigementen van Trump om tegenstanders aan te pakken.
Hillary de cel in
„De vijand van binnenuit”, claimde Trump tijdens de campagne, zal worden uitgeroeid. Hij heeft eerder al strafrechtelijke onderzoeken aangekondigd tegen onder meer zijn voorganger Joe Biden, erop gezinspeeld dat Hillary Clinton de cel in zal gaan en gesuggereerd dat het leger ingezet kan worden tegen politieke tegenstanders. Ook streeft hij een veel grotere concentratie van politieke macht in zijn Oval Office na.
Trump raakt daarmee een fundamentele paradox in het Amerikaanse stelsel, die instituties zwakker bestand maakt tegen autocratische neigingen dan op het eerste oog gedacht. Dat stelsel is enerzijds gebouwd om te ontsnappen aan tirannie, maar kan het ook gemakkelijker maken voor autocraten om hun wil door te drukken.
De Amerikaanse macht is namelijk gebouwd rond een krachtige president, die veel speelruimte heeft om besluiten te nemen en door te drukken. Hij is onder meer opperbevelhebber van het leger, kan presidentiële bevelen uitvaardigen en duizenden ambtenaren op politieke affiniteit laten aannemen (of ontslaan). De Founding Fathers van de Verenigde Staten geloofden dat veel uitvoerende macht in de handen van één president noodzakelijk was voor goed bestuur. Juist één leider zou makkelijker te controleren zijn voor het volk dan macht die was verdeeld over meerdere politieke lagen en leiders.
Daarom geloofden ze ook dat die macht in de praktijk niet zou leiden tot de absolute monarchie waarvan ze zich hadden los gevochten. Integendeel: ze hadden zo’n groot vertrouwen in het vermogen van het systeem om checks and balances te organiseren en in de gezindheid van politici om de uitvoerende macht te beperken dat die beperkingen veelal niet op papier zijn vastgelegd. Behalve dan het recht om een president bij wangedrag af te zetten, of hem bij verkiezingen weg te stemmen.
Normen, geen wetten
Dat maakt de politieke macht die een president verzamelt en inzet dan ook grotendeels een kwestie van normen. Zo valt het Amerikaanse ministerie van Justitie onder politieke sturing van de president, maar is sinds de jaren zestig de gewoonte ontstaan dat die president zich grotendeels afzijdig houdt van de besluiten wie wel of niet strafrechtelijk vervolgd worden. Die relatieve zelfstandigheid is dus een kwestie van gebruiken, niet van constitutionele beperkingen aan presidentiële macht.
Lees ook
deze analyse over de verschuiving in het Congres
Anders gezegd: als Trump belooft politieke tegenstanders te gaan vervolgen, dan ligt dat ook in zijn macht. Híj kan aanklagers aanstellen, híj kan onderzoeken bevelen, híj kan vervolgingen laten instellen. Het is aan rechters om die politieke beïnvloeding te beperken – of niet.
En Trump heeft meer plannen om zijn politieke macht uit te breiden, beschreef de New York Times ruim een jaar geleden al. Zo wil hij de ambtenarij zuiveren van „de zieke politieke klasse die ons land haat”. En hij wil diensten en delen van de Amerikaanse overheid onder zijn controle brengen die lange tijd juist van directe politieke sturing gevrijwaard waren. Het gaat bijvoorbeeld om onafhankelijke instanties als de Federal Communications Commission, dat regels maakt voor televisie- en internetbedrijven, en mededingingsautoriteit FTC onder directe politieke controle brengen. In de praktijk kan het betekenen dat hij politieke tegenstanders, in de media en in de economie, hard kan laten aanpakken.
Onder Republikeinse juristen heeft de afgelopen jaren de opvatting postgevat dat presidentiële macht min of meer ongelimiteerd is. Al tijdens Trumps eerste termijn beriepen hij en andere Republikeinen zich op het „absolute recht” dat de president zou hebben om beslissingen te nemen. Trump zal zich in dat recht gesterkt voelen door een uitspraak van het Hooggerechtshof eerder dit jaar, waarin de conservatieve meerderheid stelde dat presidenten vrijwel immuun zijn voor strafvervolging. „Bij elk gebruik van zijn officiële macht is de president nu een koning die boven de wet staat”, schreef de liberale rechter Sonio Sotomayor in een juridisch weerwoord op de meerderheidsopvatting.
Een belangrijk verschil tussen Trumps eerste presidentiële termijn en zijn aanstaande, zal bovendien zijn dat hij minder omringd wordt door krachten die hem matigen en de inzet van zijn presidentiële macht beperken. Toen lukte het gevestigde Republikeinen als stafchefs Reince Preibus en John Kelly en familieleden als Ivanka Trump en haar man Jared Kushner nog om Trumps impulsen enigszins te bedwingen.
Op cruciale momenten zeiden adviseurs en politieke ondergeschikten ‘nee’ als Trump ‘ja’ eiste. Zo weerstond vicepresident Mike Pence de eis van Trump dat hij de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020 in de Senaat in Republikeins voordeel om zou buigen. Maar inmiddels zijn Ivanka’s radicale broers belangrijker geworden in Trumps inner circle en heeft Kelly Trump een ‘fascist’ genoemd – net als oud-bevelhebber van de strijdkrachten Mark Milley, die onder Trump diende. Voormalig medewerkers die zich van hem hebben afgekeerd vrezen (gewelddadige) wraak, zeiden enkelen van hen tijdens de campagne.
Critici zijn verdwenen
En waar Trump in 2016 nog een buitenstaander was binnen de Republikeinen, is de partij inmiddels rond zijn persoon en zijn ideeën gevormd. Aanstaand vicepresident J.D. Vance symboliseert die ommezwaai. In 2016 noemde hij Trump nog een „Amerikaanse Hitler”, maar als senator van de staat Ohio toonde hij zich één van Trumps grootste loyalisten. Als híj in 2020 vicepresident was geweest, zei Vance tijdens de campagne, dan had hij Trumps eis om Bidens overwinning te blokkeren wél ingewilligd.
Trump zal in het Congres bovendien op meer medewerking kunnen rekenen. In zijn eerste twee jaar had hij met name in de Senaat nog te maken met kritische senatoren. Maar veel van hen, zoals oud-presidentskandidaten Mitt Romney en John McCain, zijn opgestapt of overleden. Ook het Republikeinse deel van het Huis van Afgevaardigden is ‘MAGAfied‘, heeft zich achter het trumpisme geschaard. Met de Republikeinse voorzitter van het Huis in zijn eerste jaren, Paul Ryan, had Trump een moeizame relatie; de huidige speaker Mike Johnson is een loyalist. Als de Republikeinen behalve in de Senaat ook een meerderheid winnen in het Huis, dan heeft Trump vrijwel ongelimiteerde ruimte om zijn macht te vergroten en tegenstanders aan te pakken.
Lees ook
het liveblog over de Amerikaanse verkiezingen