De wereld zal het ermee moeten doen: Donald Trump is door de Amerikaanse kiezer een tweede termijn gegund. De overwinning, veel overtuigender dan vooraf door velen verwacht, is een geopolitieke aardschok waarvan de implicaties nog nauwelijks te bevatten zijn. Herinneringen aan 2016 komen snel boven, toen Trump tegen de communis opinio in de Democratische kandidaat Hillary Clinton versloeg. Maar de vergelijking gaat ook mank. Trump trad aan zonder plan, had zelf niet eens op de overwinning gerekend. Er bestond nog een Republikeinse tegencultuur, en Trump kreeg nog wel eens weerwoord uit eigen kring. Hoe disruptief en chaotisch de eerste vier jaren onder president Trump ook waren, deze keer wordt het anders, serieuzer.
De Amerikaanse democratie, maar ook de wereldorde, zullen de consequenties snel merken. Deze keer ligt er een plan klaar, heeft Trump de Republikeinse partij veranderd in een verlengstuk van zichzelf, en zijn oppositionele stemmen verstomd. De Republikeinen, die volledig meegingen in Trumps retoriek van verheerlijking van autocratie, misogynie en verdeeldheid, hebben bovendien hun greep op het Huis van Afgevaardigden behouden en de meerderheid in de Senaat gekregen. Dat betekent dat Trump zijn gang kan gaan, bijvoorbeeld bij de benoeming van rechters in het Hooggerechtshof, mochten daar plekken vrijkomen, of federale rechters. Maar ook als hij beleid wil doorvoeren dat, deze keer wél, minutieus is voorbereid.
Veel valt te zeggen over de oorzaken van Trumps overwinning. De Democratische regering-Biden heeft zorgen van Amerikanen over de economie nooit weg kunnen nemen, en veel Amerikanen voelen de gevolgen van de inflatie en de stijgende kosten van het dagelijks leven elke dag. Macro-economisch succes leefde onder kiezers minder. Immigratie bleef een groot thema onder kiezers, met name in het zuiden, en de Democraten wisten geen weerwoord te bieden aan Trumps harde woorden. De coalitie die Trump deze keer wist te smeden, is veel breder dan zijn 2016-electoraat: meer Afro-Amerikaanse en latino-kiezers stapten over, en ook onder jongere kiezers deed Trump het goed. Kiezers namen zijn radicalisme voor lief: Amerika is al bekend met zijn retoriek sinds 2015, toen hij zich meldde voor het presidentschap, en kennen zijn provocatieve, larger than life-persoonlijkheid al sinds de jaren tachtig, toen hij een publiek figuur werd. Het openlijke racisme dat in de campagne van Trump werd geuit, bijvoorbeeld op een bijeenkomst in New York vorige week, maakte geen verschil.
De Democraten hebben veel te lang vastgehouden aan de kandidatuur van president Joe Biden, ook toen het evident was dat hij niet langer fit genoeg was voor een nieuwe termijn. Niet alleen had de toen nog relatief onbekende Kamala Harris daardoor minder tijd om zich voor te stellen aan het Amerikaanse volk, de plotselinge wissel middenin de race riep ook vragen op over de interne partijdemocratie bij de Democraten. Biden heeft daarmee niet alleen zijn partij beschadigd, maar ook zijn erfenis. Als president was hij op veel terreinen succesvol, vooral in economisch opzicht, maar dat succes eindigt nu in een overwinning van Trump. Kamala Harris heeft onvoldoende duidelijk kunnen maken wat háár agenda is, en wat zij wilde met de VS. Ze bleef daardoor het verhaal vertellen van een regering die impopulair was, zonder een eigen accent te willen leggen. De partij moet ernstig aan herbezinning gaan doen. Maar in de eerste plaats moeten de Verenigde Staten, Oekraïne, het Midden-Oosten, Taiwan én Europa zich schrap zetten.
In de Verenigde Staten werden vannacht de stemmen geteld voor de presidentsverkiezingen. Verslaggever Merijn de Waal volgde de verkiezingsuitslag vanaf verschillende zogenoemde Watch Parties. Tot ieders verrassing is de uitslag nu al bekend en blijkt Donald Trump de winnaar.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman
Een „ongekend en krachtig mandaat” noemde Donald Trump zijn verkiezingsoverwinning woensdagochtend vanaf een feest in Florida. Niets, zei de voormalige en toekomstige president van de Verenigde Staten, „zal mij stoppen in het nakomen van mijn belofte”.
Die onbeteugelde ambitie geeft een eerste indruk van een presidentschap dat in veel opzichten de Amerikaanse rechtsstaat en democratie onder druk kan gaan zetten. Het kan normen in de Amerikaanse politiek transformeren en van Trump een machtiger president kan maken dan Amerika eerder kende.
Daarmee hebben de Verenigde Staten een afslag genomen naar een onontgonnen pad in de geschiedenis van het land. Sinds de Amerikanen in 1776 met een revolutie een republiek stichtten koos het land met bijvoorbeeld Andrew Jackson (1828 en 1832) en Richard Nixon (1968 en 1972) vaker voor presidenten die instituties testten of grenzen overschreden. Maar nooit eerder verkoos het een president met zulke openlijk autoritaire ambities als Donald Trump.
Lees ook
deze analyse over de overwinning van Trump
Niet alleen heeft Trump geweigerd Joe Biden als winnaar van de verkiezingen van 2020 te erkennen. Zijn campagne, en de plannen die hij en zijn medestanders de afgelopen jaren maakten, wierpen een duistere schaduw vooruit over de Amerikaanse democratie. Trump, en radicalere activisten in zijn achterban, hebben revanche aangekondigd tegen vrijwel iedereen die hem de afgelopen jaren onwelwillend gezind was. De Amerikaanse publieke omroep NPR telde alleen al in de laatste twee jaar ruim honderd dreigementen van Trump om tegenstanders aan te pakken.
Hillary de cel in
„De vijand van binnenuit”, claimde Trump tijdens de campagne, zal worden uitgeroeid. Hij heeft eerder al strafrechtelijke onderzoeken aangekondigd tegen onder meer zijn voorganger Joe Biden, erop gezinspeeld dat Hillary Clinton de cel in zal gaan en gesuggereerd dat het leger ingezet kan worden tegen politieke tegenstanders. Ook streeft hij een veel grotere concentratie van politieke macht in zijn Oval Office na.
Trump raakt daarmee een fundamentele paradox in het Amerikaanse stelsel, die instituties zwakker bestand maakt tegen autocratische neigingen dan op het eerste oog gedacht. Dat stelsel is enerzijds gebouwd om te ontsnappen aan tirannie, maar kan het ook gemakkelijker maken voor autocraten om hun wil door te drukken.
De Amerikaanse macht is namelijk gebouwd rond een krachtige president, die veel speelruimte heeft om besluiten te nemen en door te drukken. Hij is onder meer opperbevelhebber van het leger, kan presidentiële bevelen uitvaardigen en duizenden ambtenaren op politieke affiniteit laten aannemen (of ontslaan). De Founding Fathers van de Verenigde Staten geloofden dat veel uitvoerende macht in de handen van één president noodzakelijk was voor goed bestuur. Juist één leider zou makkelijker te controleren zijn voor het volk dan macht die was verdeeld over meerdere politieke lagen en leiders.
Daarom geloofden ze ook dat die macht in de praktijk niet zou leiden tot de absolute monarchie waarvan ze zich hadden los gevochten. Integendeel: ze hadden zo’n groot vertrouwen in het vermogen van het systeem om checks and balances te organiseren en in de gezindheid van politici om de uitvoerende macht te beperken dat die beperkingen veelal niet op papier zijn vastgelegd. Behalve dan het recht om een president bij wangedrag af te zetten, of hem bij verkiezingen weg te stemmen.
Normen, geen wetten
Dat maakt de politieke macht die een president verzamelt en inzet dan ook grotendeels een kwestie van normen. Zo valt het Amerikaanse ministerie van Justitie onder politieke sturing van de president, maar is sinds de jaren zestig de gewoonte ontstaan dat die president zich grotendeels afzijdig houdt van de besluiten wie wel of niet strafrechtelijk vervolgd worden. Die relatieve zelfstandigheid is dus een kwestie van gebruiken, niet van constitutionele beperkingen aan presidentiële macht.
Lees ook
deze analyse over de verschuiving in het Congres
Anders gezegd: als Trump belooft politieke tegenstanders te gaan vervolgen, dan ligt dat ook in zijn macht. Híj kan aanklagers aanstellen, híj kan onderzoeken bevelen, híj kan vervolgingen laten instellen. Het is aan rechters om die politieke beïnvloeding te beperken – of niet.
En Trump heeft meer plannen om zijn politieke macht uit te breiden, beschreef de New York Times ruim een jaar geleden al. Zo wil hij de ambtenarij zuiveren van „de zieke politieke klasse die ons land haat”. En hij wil diensten en delen van de Amerikaanse overheid onder zijn controle brengen die lange tijd juist van directe politieke sturing gevrijwaard waren. Het gaat bijvoorbeeld om onafhankelijke instanties als de Federal Communications Commission, dat regels maakt voor televisie- en internetbedrijven, en mededingingsautoriteit FTC onder directe politieke controle brengen. In de praktijk kan het betekenen dat hij politieke tegenstanders, in de media en in de economie, hard kan laten aanpakken.
Onder Republikeinse juristen heeft de afgelopen jaren de opvatting postgevat dat presidentiële macht min of meer ongelimiteerd is. Al tijdens Trumps eerste termijn beriepen hij en andere Republikeinen zich op het „absolute recht” dat de president zou hebben om beslissingen te nemen. Trump zal zich in dat recht gesterkt voelen door een uitspraak van het Hooggerechtshof eerder dit jaar, waarin de conservatieve meerderheid stelde dat presidenten vrijwel immuun zijn voor strafvervolging. „Bij elk gebruik van zijn officiële macht is de president nu een koning die boven de wet staat”, schreef de liberale rechter Sonio Sotomayor in een juridisch weerwoord op de meerderheidsopvatting.
Een belangrijk verschil tussen Trumps eerste presidentiële termijn en zijn aanstaande, zal bovendien zijn dat hij minder omringd wordt door krachten die hem matigen en de inzet van zijn presidentiële macht beperken. Toen lukte het gevestigde Republikeinen als stafchefs Reince Preibus en John Kelly en familieleden als Ivanka Trump en haar man Jared Kushner nog om Trumps impulsen enigszins te bedwingen.
Op cruciale momenten zeiden adviseurs en politieke ondergeschikten ‘nee’ als Trump ‘ja’ eiste. Zo weerstond vicepresident Mike Pence de eis van Trump dat hij de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020 in de Senaat in Republikeins voordeel om zou buigen. Maar inmiddels zijn Ivanka’s radicale broers belangrijker geworden in Trumps inner circle en heeft Kelly Trump een ‘fascist’ genoemd – net als oud-bevelhebber van de strijdkrachten Mark Milley, die onder Trump diende. Voormalig medewerkers die zich van hem hebben afgekeerd vrezen (gewelddadige) wraak, zeiden enkelen van hen tijdens de campagne.
Critici zijn verdwenen
En waar Trump in 2016 nog een buitenstaander was binnen de Republikeinen, is de partij inmiddels rond zijn persoon en zijn ideeën gevormd. Aanstaand vicepresident J.D. Vance symboliseert die ommezwaai. In 2016 noemde hij Trump nog een „Amerikaanse Hitler”, maar als senator van de staat Ohio toonde hij zich één van Trumps grootste loyalisten. Als híj in 2020 vicepresident was geweest, zei Vance tijdens de campagne, dan had hij Trumps eis om Bidens overwinning te blokkeren wél ingewilligd.
Trump zal in het Congres bovendien op meer medewerking kunnen rekenen. In zijn eerste twee jaar had hij met name in de Senaat nog te maken met kritische senatoren. Maar veel van hen, zoals oud-presidentskandidaten Mitt Romney en John McCain, zijn opgestapt of overleden. Ook het Republikeinse deel van het Huis van Afgevaardigden is ‘MAGAfied‘, heeft zich achter het trumpisme geschaard. Met de Republikeinse voorzitter van het Huis in zijn eerste jaren, Paul Ryan, had Trump een moeizame relatie; de huidige speaker Mike Johnson is een loyalist. Als de Republikeinen behalve in de Senaat ook een meerderheid winnen in het Huis, dan heeft Trump vrijwel ongelimiteerde ruimte om zijn macht te vergroten en tegenstanders aan te pakken.
Het onderwerp stond in de top drie van de belangrijkste thema’s van de Amerikaanse kiezer: abortuswetgeving. Volgens het landelijke kiezersonderzoek van Edison Research vonden kiezers alleen de onderwerpen democratie en economie belangrijker. Daarna volgden migratie en buitenlandbeleid.
In verschillende staten kon er dinsdag niet alleen op een nieuwe president gestemd worden, maar ook op het afschaffen van een verbod op abortus, het verruimen van de abortustermijn of het verankeren van het recht op abortus in de wet.
In zeventien Amerikaanse staten is abortus sinds 2022 verboden, of alleen mogelijk wanneer de zwangerschap voor zes weken wordt afgebroken. Burgerrechtenactivisten en medisch personeel hebben veel kritiek op die termijn, omdat veel vrouwen dan nog niet weten dat ze zwanger zijn. In drie van deze zeventien staten konden kiezers zich uitspreken over het recht op abortus. In totaal konden kiezers in tien staten stemmen over het onderwerp.
In de zeven andere staten is abortus weliswaar al mogelijk – de termijn verschilt per staat van vijftien weken tot na 24 weken – maar konden kiezers stemmen om het recht op abortus in de grondwet te verankeren. Dit gebeurde in zes staten: in Arizona, Colorado, Maryland, Nevada en New York is het recht op abortus nu opgenomen in de wet. Op Arizona na was abortus in deze staten al toegestaan tot de levensvatbaarheid van de foetus.
Missouri
De opvallendste uitspraak kwam uit Missouri, de eerste staat waar abortus in 2022 weer illegaal werd. Dat is nu teruggedraaid: abortus is gelegaliseerd tot 24 weken zwangerschap.
Missouri wordt omringd door vier staten waar abortus geheel is verboden of tot maar zes weken is toegestaan. De uitkomst in de Republikeinse staat, met iets meer dan 50 procent van de stemmen voor het opheffen van een abortusverbod, is een overwinning voor de Democraten. Zij hadden van het recht op abortus een belangrijk speerpunt in hun campagne gemaakt.
Lees ook
Babysterfte in VS gestegen na abortusrestricties
Ook in de staat Nebraska konden kiezers stemmen om het recht op abortus tot de levensvatbare fase van de foetus grondwettelijk vast te leggen. Dat gebeurde niet. De termijn waarbinnen abortus is toegestaan, blijft twaalf weken in Nebraska.
Dat is zes weken langer dan in de staten South Dakota en Florida, waar kiezers zich eveneens konden uitspreken om hun wetgeving aan te passen. In Florida moest 60 procent voor een aanpassing van de wet zijn, maar de ja-stemmers kwamen maar net boven de 40 procent uit. In South Dakota stemden nog meer kiezers dan in Florida tegen het aanpassen van het recht op abortus. Daar blijft een volledig verbod gehandhaafd.