Steve McQueens WOII-drama ‘Blitz’ is provocatief conventioneel

‘Schokkend conventioneel!” Het was wat ironisch dat zoveel recensenten ditzelfde cliché gebruikten na de première van Blitz op het London Film Festival. Maar ook begrijpelijk. De nieuwe film van Steve McQueen is inderdaad een heel conventioneel en sentimenteel WOII-drama. En dat verwachtte men niet van de regisseur die vorig jaar nog De bezette stad maakte, een compromisloze, vier uur durende documentaire over de bezetting van Amsterdam vol kale feiten. Maar wie beter kijkt, ziet onder de clichés van Blitz iets nieuws en provocatiefs.

Tijdens het negen maanden lange bombardement van Londen, van september 1940 tot mei 1941, wordt George (Elliott Heffernan) met bijna een half miljoen andere kinderen geëvacueerd. Hij wil niet weg van zijn moeder (Saoirse Ronan) en opa (rockster Paul Weller). Begrijpelijk: in flashbacks zien we het gezin met plezier zingen rond de piano. In de trein wordt George racistisch bejegend, zijn vader was zwart. De maat is vol, hij springt van boord. Op naar Londen. Terug naar zijn moeder.

Vanaf dat moment voert de tocht van George ons langs een reeks bekende beelden. Kinderen reizen als verstekelingen in de goederentrein. Mensen schuilen in de metrotunnels. George is op avontuur door de Britse oorlogsgeschiedenis. De obstakels zijn bombardementen, racisme en criminaliteit. Maar een oplossing is nooit ver weg. Zit George in de put over zijn plek in Engeland als jongen van kleur? Dan treedt op het juiste moment een mannelijk rolmodel uit de schaduwen.

De ambitie is geen realisme, maar sentiment: een sprookje. Dat maakt Blitz af en toe bijna tot een kinderfilm. Met archetypes in kostuums voor het heldenkind om te slim af te zijn.

Chaos van bombardementen

Dat is niet erg. Londen in oorlogstijd is prachtig nagebouwd, de acteurs zijn goed – je glijdt er vanzelf in weg. En op het moment dat het al te zoet en huiselijk wordt, laat McQueen razendsnel de chaos van de bombardementen overnemen. Het geluidsontwerp schuift dan plots van stil naar oorverdovend luid. Sirenes loeien, en brandende huizen gloeien in Halloween-oranje. Eén sequentie, met een balzaal vol doden, blijft je verontrustend bij. De balans tussen lyriek en horror is perfect.

En voor wie goed oplet, zijn er genoeg van de virtuoze poëtische beelden die McQueen uniek maken. Een brandslang zwiept stuurloos rond voor een brandend gebouw. Beelden van bommenwerpers die aankomen over het water verglijden langzaam in een beeld van een veld bloemen.

Ook die conventies en clichés hebben iets radicaals. Want dit verhaal draait om een jongetje van kleur tijdens de Tweede Wereldoorlog: een onderbelichte ervaring. Juist daarom werken alle clichés. McQueen toont ons de mythe dat Engeland helemaal ‘één werd’ tijdens de blitz, en plaatst daar vervolgens een verhaal van racisme en uitsluiting naast. Als George hongerig voor de broodjeszaak staat, wordt híj weggejaagd. In advertenties ziet hij zwarte mensen als hulpjes of monsters. Subtiel is het niet, maar dat wás het vermoedelijk ook niet.

‘Schokkend conventioneel’ is onjuist, het is eerder provocatief conventioneel. McQueen vertelt niet alleen een vergeten deel van de geschiedenis, hij giet het in de beeldtaal waarmee Engeland zijn oorlogstrauma heeft verwerkt.

Blitz is zeker geen meesterwerk. De overdaad aan Britse (oorlogs)folklore maakt ’m soms onbedoeld komisch. Zo valt George in de handen van een schizofrene crimineel met alpinopet, die gebombardeerde huizen doorzoekt voor kostbaarheden – meer Dickens dan Dickens. En er zijn wel erg veel dappere koortjes die de oorlog van zich afzingen.

Het voelt daardoor af en toe als opsomming. De vele zijpersonages gaan nooit leven. Moeder Rita heeft haar eigen odyssee, langs jazzclubs, bomfabrieken, socialistische speeches en schuilkelders. Maar ze voelt meer als museumgids dan als personage. En Harris Dickinson loopt louter rond op de achtergrond. Pas bij de credits merk je zijn aanwezigheid.

Blitz is niet zo experimenteel als andere recente WOII-films van topregisseurs, zoals Jonathan Glazers The Zone of Interest. Maar McQueen maakte een opzwepend, mainstream oorlogsdrama. Met genoeg nieuws om geen pastiche te worden.