Sede vacante! De paus is dood, zijn troon vacant, 108 kardinalen worden van heinde en verre naar gastenverblijf Casa Santa Marta van het Vaticaan gesommeerd. Vijftien dagen na het pauselijk overlijden klinkt ex omnes – iedereen eruit – en gaat het college van kardinalen cum clave (met sleutel) in isolatie.
Van de buitenwereld afgesloten stemt het ‘conclaaf’ tweemaal daags over een opvolger, net zolang tot er een tweederde meerderheid is. De gelovigen op het plein van de Sint-Pieter zien zwarte rook na elke mislukte stemronde. Is er een opvolger, dan gaan de laatste stembiljetten in de kachel met kalium, melksuiker en vioolhars: witte rook. En volgt de proclamatie habemus papam: we hebben een paus.
Het conclaaf is een archaïsch ritueel met regels die teruggaan tot de 12de en 13de eeuw, toen pausverkiezingen zich soms jaren voortsleepten. In 1241 werden de kardinalen voor het eerst zonder enig comfort opgesloten en op water en brood gezet om een beslissing te forceren. In 1269 sloopten ongeduldige burgers na een impasse van bijna twee jaar zelfs het dak van het pauselijk paleis te Viterbo om de prelaten tot een keus te dwingen. In 1294 staakten de kardinalen hun taaie verzet tegen het conclaaf, dat voortaan regel was.
Wat gebeurt er achter die gesloten deuren en luiken? Het gaat om gewichtige zaken: dogma en doctrine, geld en macht. In de thriller Conclave overlijdt een vrij progressieve paus. Iemand als de huidige paus Franciscus, die we tegenwoordig vaak in een rolstoel zien. „Het is helder dat onze overleden paus op hem is geïnspireerd”, zegt regisseur Edward Berger via Zoom vanuit Los Angeles. „Hij woont niet in het luxueuze pauselijke paleis maar in het gastverblijf. Hij leeft sober en heeft verlichte denkbeelden. Maar de rest is verzonnen.”
Vier Oscars
Berger, die vorig jaar vier Oscars won met All Quiet on the Western Front, verfilmde een script naar de bestseller Conclave van Robert Harris, een Britse auteur aan wiens boeken je doorgaans weinig hoeft te veranderen voor een spannende film. Ook hier, al stijgt Conclave door zijn setdesign, timing en een briljante cast ver boven een routine-thriller uit. Hij geldt als serieuze Oscarkandidaat.
In Conclave heeft deken Lawrence (Ralph Fiennes) van het college van kardinalen de leiding over het conclaaf. Tegen heug en meug: Lawrence bevindt zich in een geloofscrisis en wil zich liever in een klooster terugtrekken. Maar zonder twijfel geen geloof, en de plicht roept: de progressieve Lawrence moet een politiek proces vol achterbakse trucs en schokkende onthullingen in goede banen leiden.
De Britse acteur Ralp Fiennes is indrukwekkend als Lawrence. Hij voelde zich aangetrokken door zijn twijfel, zegt Fiennes vanuit LA. „Lawrence is in een geloofscrisis én in rouw, want hij was een vertrouweling van de Heilige Vader. Maar hij ziet het als zijn plicht het conclaaf te runnen en door ethische dilemma’s en zijn eigen ambitie te navigeren.”
Fiennes speelde vaker goede, getroebleerde mannen, maar nog vaker monsters. Wat vindt hij moeilijker, wat leuker? Fiennes: „Schurken zijn leuk, neem ik aan. Maar ook lastig, want Heer Voldemort is maar één ding. Hij twijfelt niet, hij stelt geen vragen, heeft alleen die nare, fascistische drijfveer. Nu ik ouder word, haal ik meer plezier uit rollen van mensen die met zichzelf in gevecht zijn. De uitdaging is om Lawrence tot een levend mens te maken. Op een zeker glorieus moment voel je instinctief wat zo’n personage voelt, welke interne strijd en onderhandelingen er in zijn hoofd gaande zijn.”
Ralph Fiennes is in vrome modus, hij noemt Jezus’ liefde „uiteindelijk een onthutsend simpel voorstel als wij ervoor openstaan”. Van moederszijde – de in 1993 overleden schrijver Jennifer Lash – stamt hij uit een katholiek geslacht. Zelf liet hij de kerk als tiener achter zich, als zijn moeder voor hem. „Maar zij bleef altijd gelovig. Toen zij begin jaren negentig de diagnose borstkanker kreeg, maakte ze in tijdelijk remissie een reis langs Franse pelgrimoorden en Santiago de Compostella. Ze schreef een prachtig boek, On Pilgrimage, over de zoektocht naar spirituele betekenis. Daaruit put ik nog steeds veel inspiratie.”
Paranoiathriller
Regisseur Edward Bergers inspiratie voor Conclave waren eerder politieke paranoiathrillers uit de jaren zeventig, zegt hij. „Films van Alan Pakula. All the Presidents’ Men of The Parallax View voelen heel fris, misschien omdat we opnieuw in een heel gepolitiseerde tijd leven. Conclave speelt zich af in het Vaticaan, maar in wezen kan zo’n schaakspel om een machtsvacuüm te vullen zich overal afspelen: in Washington DC, Downing Street, bij een multinational.”
Al stemmen ze daar niet in witte soutanes met vermiljoenrode schoudermantels – symbool voor het bloed der martelaren – onder een plafond geschilderd door Michelangelo. Edward Berger, ongelovig opgevoed, zegt dat een katholieke mis die hij als negenjarige jongen bijwoonde hem is bijgebleven vanwege die theatraliteit. „Dat knielen, zegenen, handen vouwen, met hosties, zilveren bekers, wierook: het ritueel drukt als een loodzwaar gewicht op je schouders.”
Dit katholieke ritueel kan ook op de lachspieren werken, zoals in 2011 in Nanni Moretti’s komedie Habemus Papam, waar de nieuwgekozen paus het in paniek op een hollen zet. Bejaarde prelaten in jurken met rolkoffertjes en paraplu’s ogen daar als een koddige pinguïnkolonie. Zulke grappige momenten heeft Conclave ook, maar daar wordt de sfeer gespannen. De koers van een wereldreligie staat op het spel. De film staat in een traditie van broeierige Vaticaanthrillers vol gefluisterde geheimen in oeroude corridors en intriges over macht, geld en ook seks – al zijn de pedofiele misbruikschandalen in de kerk over hun hoogtepunt, het celibaat blijft een heikel punt.
Berger: „Alles wat zich achter gesloten deuren afspeelt, voelt sowieso als een samenzwering. Ik zag beelden van de kardinalen in hun soutanes op een binnenplaats bij de verkiezingen van Benedictus XVI. Ze maakten gebaren, fluisteren in groepjes met elkaar. Dat zag er zo antiek uit, als Romeinse senatoren die elkaar zomaar een mes in de rug kunnen steken.
Aan de macht ruiken
„Ik was op zoek naar een bedrukte sfeer van gluren, duisternis en claustrofobie, dat je alleen je eigen adem nog hoort en het zoemen van de tl-buis. En dan is er een nieuwe paus! De ramen zwaaien open, het zonlicht stroomt binnen, klokken luiden, vrouwen lachen op de binnenplaats!”
Conclave behandelt grote kwesties: ambitie, corruptie, gender, seks, terrorisme. Maar daar gaat de film niet echt over. Berger: „Personages drijven een film, niet issues. Een kardinaal komt op, maar er is een kwestie die hem kan beschadigen. Het gaat erom dat we zien hoe hij aan de macht ruikt en dan verkruimelt. Die kwestie is slechts een struikelblok.”
De koers van de kerk, progressief of conservatief, is ook niet allesbepalend voor katholieken, denkt Isabella Rossellini, die in Conclave de non Agnes speelt, de stille kracht binnen dit patriarchaat. Rossellini: „Een van mijn beste vrienden is gay en getrouwd met de man met wie hij al veertig jaar samenwoont. Een halve heilige, een specialist in infectieziekten. Hij gaat elke dag naar de kerk. Als ik hem vraag: hoe rijm je dat geloof met je levensstijl, dan zegt hij: ach, de kerk is één ding, God een ander. Hij leeft gewoon met alle contradicties, zoals de meeste katholieken.”