Afgelopen week woonde ik een literair festival op Bali bij en een van de kleurrijkste mensen die ik daar tegen het lijf liep was Steve, een Brit die zich aan iedereen voorstelde met de vraag of ze nog miljonairs kenden. Zo introduceerde hij zich ook aan mij, gevolgd door de mededeling dat hij ingenieur is, expert op het gebied van klimaatverandering en een oplossing probeert te bedenken voor de opwarming van de aarde.
„Er zijn mogelijkheden genoeg”, zei hij, „maar die kosten wel een aardige duit.”
Vandaar die queeste naar vermogenden (en voor wie dit leest, een fortuin heeft en zijn/haar/hun kleinkinderen toch een leefbare planeet wil nalaten in plaats van aandelen in een fossiel bedrijf: stuur me even een dm).
Ik zei dat ik helaas nog geen miljonairs kende en we raakten aan de praat over het festival zelf, dat onder meer om de diaspora in de letteren draaide. Er waren veel schrijvers en dichters die vertelden hoe hun ouders of grootouders op zoek moesten naar een nieuwe plek om te leven.
„Als de opwarming van de aarde in dit tempo doorgaat”, mompelde Steve, „maakt de halve mensheid straks deel uit van een diaspora. Talloze leefgebieden zijn al aan het veranderen in een nieuwe Sahara of een tweede Atlantis. Wat ook niet helpt is dat de mens zich geen echte voorstelling kan maken van een góéde afloop van de klimaatcrisis.”
„Hoe bedoel je?”
„In films, series en boeken heb je alleen maar verhalen waarin een klimaatramp leidt tot een dystopie. Neem de Mad Max-reeks, The Road van Cormac McCarthy of The Handmaid’s Tale. Er bestaan amper vertellingen over klimaatverandering die zowel hoopgevend als aannemelijk zijn. De menselijke verbeelding schiet tot dusver letterlijk tekort.”
Hij zag mijn gezicht betrekken.
„Maar gelukkig”, vervolgde hij snel, „zijn er wel degelijk oplossingen!”
Hij zwaaide met zijn boek, Fairhaven, waarin hij diverse mogelijkheden aandraagt waaronder het planten van enorme onderwaterboomgaarden die zo de CO2 uit de oceanen filteren. Waar ooit de regenwouden de longen van de aarde waren, kunnen deze onderzeese bossen straks de kieuwen van de planeet vormen.
„Er zijn opties genoeg, nu nog de investeerders”, neuriede hij monter. „Al is het op zich jammer dat de superrijken hun weelde en macht doorgaans danken aan industrieën die haaks staan op het redden van de wereld.”
„Word je daar niet wanhopig van?”
Daar moest hij hard om lachen, zo hard dat zijn gebulder zelfs even de stortbui overstemde die was losgebarsten en het halve festival dreigde weg te spoelen.
„Wanhopen”, zei hij ten slotte, „is akkoord gaan met falen.”
Ellen Deckwitz schrijft elke week op deze plek een column.