Dat heeft Opera Zuid knap gedaan, deze Hertog Blauwbaards Burcht (1918), de éénakter van Bartók. Knap, naar omstandigheden. Want die moet je even kennen, voor je deze prestatie kunt waarderen. Maandag luidt Opera Zuid opnieuw de noodklok. Strekking: als er geen subsidie bijkomt, verdwijnt het gezelschap.
Opera is een summum van klassieke muziek: alomvattend, overweldigend en diep rakend. Dat maakt deze kunstvorm ook een hele dure. Professionele solisten, een koor en een orkest met dirigent, een decor in een groot theater, een grote ploeg achter de schermen: een kaartje zou honderden euro’s kosten als er niet extra geld bij zou komen. Gelukkig zijn die investeringen er, onder andere in de vorm van subsidies; veel meer mensen kunnen zo door opera worden geraakt − de jongsten voor een jongerentarief.
Nederland telt drie grote gesubsidieerde operahuizen, hoewel ‘groot’ relatief is. De drie beschikbare subsidiepotjes in de basisinfrastructuur (‘bis’, de jaarlijkse rijkssubsidie), zijn ruwweg gedefinieerd als: een potje voor grootschalige opera met internationale allure, een voor een operagezelschap met landelijk bereik, en een specifiek voor de regio zuid-Nederland. Dat is met de in het leven roepen van de bis ooit zo gegroeid om drie bestaande operagezelschappen te kunnen subsidiëren: De Nationale Opera krijgt het eerste potje, de Nederlandse Reisopera de tweede, en Opera Zuid de derde.
Maar wat ooit een oplossing was om de drie gezelschappen in leven te houden, bijt Opera Zuid intussen in de staart. De potjesdefinities ‘rechtvaardigen’ een scheve subsidieverhouding: voor elke euro die Opera Zuid in de periode 2025-2028 ontvangt, krijgt de Reisopera er drie en De Nationale Opera iets meer dan zestien. Maar waarom zou de Reisopera wel heel Nederland bedienen, en Opera Zuid niet.
Lees ook
Wat is de ‘bis’?
Noodklok
Opera Zuid vroeg voor de komende bis-periode 3,5 miljoen subsidie aan, 85 procent meer dan het subsidieplafond. Hoewel de Raad voor Cultuur adviseerde het gezelschap inderdaad meer ‘armslag’ toe te kennen om aan de minimale eisen te kunnen blijven voldoen, krijgt het gezelschap geen subsidieverhoging.
En dus luidt Opera Zuid deze maandag in een persbericht opnieuw de noodklok, nadat het gezelschap dat in december vorig jaar ook al deed. Voor de kleine twee miljoen per jaar zegt het geen volwaardig opera-aanbod te kunnen produceren, waardoor opheffing dreigt. En dat terwijl Opera Zuid een gat in het opera-aanbod de laatste jaren prachtig invult: komische en lichte opera. Fantasio, Orphée aux Enfers, La scala di seta en Il signor Bruschino, Lady in the Dark, L’heure espagnole en Il Barbiere di Siviglia waren afgelopen jaren stuk voor stuk grote en kleine successen.
Uitgeklede Blauwbaard
Wat kun je doen, als noodlijdend operahuis dat zich toch wil bewijzen? Het maximale halen uit een zeer uitgeklede versie van een toch al ‘goedkope’ opera: Hertog Blauwbaards Burcht, een eenakter met maar twee personages die zich afspeelt op één plek. Zo begrijp je waarom deze productie, die in z’n minimale decor (woonkamerzithoek, schrijftafeltje en een lege deurpost – speelruimte: een paar meter heen en weer) maar nauwelijks meer is dan een semi-enscenering. En je begrijpt waarom de tournee slechts langs vier Nederlandse theaters gaat.
Het verhaal (Blauwbaard heeft een burcht met zeven gesloten deuren, zijn nieuwe geliefde Judith eist toegang en ontdekt zeven gruwelen) ontdoet regisseur Kenza Koutchoukali van alle allegorie: met alleen de diepere betekenis op het podium, hoef je geen kasteeldecor te bouwen. Bariton Thomas Oliemans speelt een romantische maar gekwelde man, sopraan Deirdre Angenent is zijn nieuwe vlam. Je ziet de clichés van daten op latere leeftijd in sneltreinvaart: in een uur ontdekt zij alle opgelopen deuken in zijn ziel en na zeven red flags neemt ze de benen.
Oliemans speelt overtuigend een bijna schizofrene Blauwbaard, Angenent is daarnaast een wijze Judith, verlangend naar liefde maar niet ten koste van zichzelf. Beiden zingen niet met een gewicht om een kasteel te vullen, maar dat komt de geloofwaardigheid van liefde én ruzie in een huiskamer juist ten goede. Ja, de voorstelling is het bezoeken waard, maar op het randje. Zo’n lowbudget setting is maar één keer interessant.
Onverwacht doemt een heel andere vraag op: waar haalt dirigent Duncan Ward zijn toverdrank? De complexe muziek van Bartók stroomt uit PhilZuid (voorheen philharmonie zuidnederland): strijkers met een prachtig, vol geluid, houtblazers met fantastische solootjes, (in de theaterzaal door speakers geholpen) koninklijk koper − het kan hier en daar misschien wat soepeler, maar er klinkt een zelfverzekerde eenheid waarop het zuiden jaren heeft moeten wachten.
Wie heeft gewonnen, Kamala Harris of Donald Trump, of wordt er nog een gerechtelijke of meer fysieke strijd over uitgevochten? Op het moment dat u deze column leest, is dat wel bekend, of in elk geval duidelijker dan toen ik hem dinsdag indiende. Tot 20 januari is Biden president, dus voorlopig maakt het niet zoveel uit en daarna misschien ook niet, althans wat het Midden-Oosten betreft. Israël blijft Amerika’s beste bondgenoot, of de president straks Harris heet of Trump. Beiden zullen Israëls beste wapenleverancier blijven, hoeveel oorlogsmisdrijven er ook mee worden gepleegd, en Harris is dan wel méér voorstander van een Palestijnse staat naast Israël dan Trump in zijn ‘Akkoord van de Eeuw’ (januari 2020). Maar de Israëlische regering, het Israëlische parlement en een meerderheid van de bevolking moeten niets hebben van een Palestijnse staat in wat sinds de Zesdaagse oorlog van 1967 bezet gebied is, dus dat verschil maakt ook niets uit.
Beiden kunnen zich prima vinden in het „nieuwe Midden-Oosten” dat premier Netanyahu voor zich ziet. Dat wil zeggen een Midden-Oosten waar de „kop van de octopus”, het Iraanse regime, een toontje lager zingt, of is afgehakt, en Israël met een groeiend aantal Arabische bondgenoten de toon zet. Trump heeft in 2020 als president voor Israël officiële relaties met de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Soedan en Marokko gekocht; Harris heeft als vicepresident meegewerkt aan Bidens vergeefse campagne om Saoedi-Arabië daartoe te verleiden. En wat betreft Iran, niemand is de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran in 1979-1980 vergeten. Een soort Amerikaans 7 oktober.
Maar haalt het Iraanse regime de inauguratie van de nieuwe president? Ik ben daar niet 100 procent zeker van. Ondanks zijn grote mond is Iran lang niet de „existentiële bedreiging” voor (kernmacht) Israël die Netanyahu er sinds jaar en dag van maakt. Tel maar: zeer problematische economie door de opstapeling van internationale sancties, geen steun van het volk, geen luchtmacht, wel een ambitieus raket- en satellietprogramma maar (nog) geen atoomwapen. En Hamas en Hezbollah, de pijlers van Irans voorwaartse verdediging die de grote en kleine satans, Amerika en Israël, op afstand moet houden – de armen van de octopus – zijn de afgelopen maanden zwaar gewond.
In de laatste ronde van hun nieuwe directe oorlog heeft de Israëlische luchtmacht op 26 oktober bovendien niet per ongeluk vooral schade toegebracht aan de Iraanse luchtverdediging. Feitelijk heeft ze de weg vrij gemaakt voor vervolgaanvallen op energie-infrastructuur, op nucleaire installaties en op Iraanse kopstukken.
Misschien zou het daarom geen gek idee zijn om níét terug te slaan, in de wetenschap dat Netanyahu al jaren popelt om het Iraanse nucleaire programma onschadelijk te maken en liefst daarmee ook een nieuwe revolutie te ontketenen. Maar ja, een Iraanse ayatollah of revolutionaire gardist laat zich niet piepelen. Dus beloofde opperste leider Khamenei Irans vijanden zaterdag „een verpletterend antwoord op wat ze Iran, het Iraanse volk en het front van verzet [die voorwaartse verdediging] aandoen”.
In wat Netanyahu mogelijk als aanmoediging ziet, zou Washington Teheran hebben gewaarschuwd dat het bij een Iraanse aanval niet in staat zou zijn Israël opnieuw te overreden zich net zo in te houden als op 26 oktober. Om die waarschuwing kracht bij te zetten zijn zes Amerikaanse B-52 bommenwerpers, plus gevechts- en tankvliegtuigen in de regio gearriveerd.
Brrr. Nog meer oorlog. En zou het de situatie waar dan ook iets verbeteren? Nee, natuurlijk. Vergelding op vergelding op vergelding. Burgerdoden. Buurlanden onder vuur. Olieprijs door het dak. Vluchtelingenstromen.
In een vakantiepark aan het Friese Tjeukemeer kocht een echtpaar vorig jaar een vakantiewoning, waar het permanent ging wonen. Ze gaven dat adres als woonadres op. Kort erna kregen ze bericht van gemeente De Fryske Marren dat permanente bewoning in strijd was met het bestemmingsplan. Een ‘last onder dwangsom’ (van 15.000 euro) volgde, om binnen enkele weken elders te gaan wonen. Ondanks bezwaar van het echtpaar bleef de gemeente bij het besluit.
De twee stapten daarop naar de rechter. Want ze konden geen andere woning bemachtigen. Door de coronacrisis hadden ze hun bedrijf en vorige woning moeten verkopen, de wooncrisis maakt hun kopen of huren van een huis onmogelijk, langer bij hun dochter wonen kan niet meer én hun gezondheid laat nu al te wensen over. Bovendien: de gemeenteraad heeft nu net deze zomer B en W opgedragen te onderzoeken of het vakantiepark naast ‘recreatie’ ook ‘permanente bewoning’ als bestemming kon krijgen. Dan is er toch zicht op legalisatie van de permanente bewoning?
De uitspraak: afgewezen
De rechtbank is het niet met het echtpaar eens. Permanente bewoning is in strijd met het bestemmingsplan. Er is geen concreet zicht op legalisatie, want het onderzoek waar de gemeenteraad om vroeg moet nog beginnen en de uitkomst ervan is onzeker. De bewoners hebben een jaar lang de tijd gehad een ander huis te vinden en hebben niet onderbouwd wat voor moeite ze daarvoor hebben gedaan. Zoals ze ook niet overtuigend duidelijk hebben gemaakt in welke vergelijkbare gevallen de gemeente wél heeft gedoogd. Ten slotte zijn de gezondheidsproblemen niet uitzonderlijk genoeg om de gemeente tot een uitzondering te dwingen.
Het commentaar
Wethouder Irona Groeneveld van De Fryske Marren krijgt vaker signalen dat een vakantiewoning permanent wordt bewoond. „We zijn een recreatiegemeente met veel water en bossen, we hebben veel vakantiewoningen. Maar we staan alleen bewoning voor maximaal een half jaar toe bij een melding via ons sociaal wijkteam. Dat is dan meestal om de thuissituatie tijdelijk te ontlasten. In andere gevallen gaan we handhaven, en geven we meestal een termijn van drie maanden.”
Kan die koers veranderen na het onderzoek dat B en W is opgedragen? „Nou, het gaat om onderzoek naar de vraag óf er in dat vakantiepark een pilot wordt opgezet. Die pilot zou dan ook nog vijf jaar duren, en de resultaten daarvan moeten daarna nog worden geëvalueerd. Dat biedt nu zeker geen uitzicht op legalisatie. In deze zaak zijn we trouwens met de handhaving begonnen voordat de motie over dat onderzoek werd aangenomen.”
De gemeente kent wel woningen met zowel een recreatie- als een woonbestemming, maar dat is dan al in het bestemmingsplan geregeld.
Ook als het kabinet het zou willen, zou dit niet eenvoudig te regelen zijn. Dat maakt advocaat Cato Blankenstein (La Gro Advocaten, niet betrokken bij deze zaak) duidelijk. „De gemeente kan misschien willen afwijken van haar bestemmingsplannen, maar dan zijn er nog heel veel andere regels van hogere overheden. De provincie stelt regels voor ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld voor wonen in het buitengebied. Je kunt niet overal een woonwijk beginnen. Er zijn wettelijke regels over geluids- en stankoverlast en eisen die aan woningen worden gesteld, waaraan bijvoorbeeld stacaravanachtige constructies niet zomaar voldoen. En Europa beschermt bijvoorbeeld de natuurgebieden van Natura 2000.”
Zaken over permanent wonen in een vakantiewoning zijn volgens Blankenstein aan de orde van de dag. „Steeds vaker wordt dan verwezen naar de wooncrisis; dat er geen vervangende woning te vinden is. Dan moet je wel laten zien dat je veel moeite hebt gedaan om die te vinden, ook buiten je eigen omgeving, voordat de rechter de handhaving onredelijk zal vinden. En als iemand al vele jaren permanent in een recreatiewoning woont, mag de gemeente ook meestal gewoon handhaven. In schrijnende gevallen – bijvoorbeeld met oude, zieke mensen – kan handhaving wel onredelijk zijn. Dan wordt wel eens een persoonlijke gedoogregeling afgesproken, bijvoorbeeld totdat iemand is overleden.” In deze zaak speelt dat alles blijkbaar niet.
Navraag bij hun advocaat leert dat de bewoners niet in hoger beroep gaan bij de Raad van State. Blankenstein: „Ik zou ook niet verwachten dat dan anders wordt beslist. In het bestuursrecht, als je procedeert tegen een overheid, kun je weliswaar altijd nog met nieuwe bewijzen komen die je stellingen kracht bijzetten, bijvoorbeeld over de persoonlijke situatie van de bewoners. Maar de rechtbank heeft deze beslissing uitzonderlijk uitgebreid gemotiveerd. Ik denk dat er onvoldoende aanknopingspunten zouden zijn voor een succesvol hoger beroep.”
Geen dier roept bij mensen heviger en tegenstrijdiger emoties op dan de wolf. Voor sommigen is hij een sluw en gevaarlijk monster dat onze natuurlijke hulpbronnen en onze kinderen bedreigt. Voor anderen is de wolf een mythisch dier, wild en puur, machtig en wijs. Volgens een recent onderzoek van The Royal Swedish Academy of Sciences, getiteld Living with wolves (2024) variëren de emoties van „blinde liefde tot zinderende haat”. Die emoties spelen ook op in ons land, waar de eerste roedel sinds 150 jaar zich in 2019 vestigde op de Veluwe. Naar schatting leven er op dit moment elf roedels in Nederland met meer dan honderd wolven. Sinds zijn terugkeer in de West-Europese landen waar hij eerder effectief was uitgeroeid, zoals West-Duitsland, Frankrijk en Nederland, is de wolf de inzet van diepgaande sociale conflicten.
De wolf is een van de meest succesvolle zoogdieren van onze planeet. Met zijn enorme aanpassingsvermogen – hij leeft in warme en koude klimaten, in natuur- en cultuurlandschappen – komt hij al vanaf het late Pleistoceen overal op het noordelijk halfrond voor. Enkele maanden geleden werd in het Siberische Jakoetsk een mummie gevonden van een wolf die, volgens de onderzoekers, 44.000 jaar geleden was ingevroren in permafrost. Hij leefde ook in de buurt van mensen, volgens sommige antropologen in symbiose omdat mens en wolf elkaar konden helpen bij de jacht. In het informatieve boekje De wolf terug? (2015) vermeldt Erwin van Maanen een rotstekening, in rood en zwart, van een wolf in de grot van Font-de-Gaume in de Franse Dordogne, 16.000-13.000 voor Christus.
Magische krachten
Door de geschiedenis heen hebben mensen de wolf vereerd en hem positieve magische krachten toegedicht én vervolgd als belichaming van het kwaad. In de Noord-Europese mythologie, ondermeer bij Kelten en Germanen, speelde de wolf een heldenrol. De beroemdste mythische wolf in onze cultuur is de wolvin die de tweeling Romulus en Remus, stichter van het Romeinse Rijk, zoogde en grootbracht. Deze ‘Capitolijnse Wolvin’, vooral bekend als een vroegmiddeleeuwse bronzen beeldengroep, is het symbool van de stad Rome en komt in de hele westerse geschiedenis in de beeldhouwkunst en schilderkunst terug. Van recenter datum is de dappere en onbaatzuchtige roedelleider Akela die het mensenkind Mowgli adopteert, in de Disneyfilm The Jungle Book (1967), naar het gelijknamige boek van Rudyard Kipling uit 1894.
In de 20ste-eeuwse kunst keert de Capitolijnse Wolvin in woeste, primitieve gedaante terug bij de abstract-expressionist Jackson Pollock (1912-1956), in het schilderij The She-Wolf. In deze periode had Pollock, die later abstracte doeken zou maken waarin het ging om de directe expressie van het schildersgebaar, een voorkeur voor archaïsche en mythische onderwerpen. Wilde natuur en cultuur komen samen in dit beeld van de wolvin. In het werk van de Amerikaanse feministische kunstenaar Kiki Smith (1954) speelt bonding tussen mens en dier, of vooral vrouw en dier, een belangrijke rol. Op een grote tekening in potlood en inkt, Lying with the Wolf (223,5 x 184,5 cm, collectie Centre Pompidou Parijs) omarmt een naakte, liggende vrouw een zwarte harige wolf. Smith suggereert, ook in andere tekeningen en bronzen sculpturen, dat vrouw en wolf een oerkracht met elkaar delen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De Capitolijnse wolf, vijfde eeuw voor Christus.” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="De Capitolijnse wolf, vijfde eeuw voor Christus.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/05110942/data123985875-2f6533.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/qcZrZ8CkQG9N2wGmBDtqfj5wmcc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/05110942/data123985875-2f6533.jpg 1920w”>De Capitolijnse wolf, vijfde eeuw voor Christus.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Mowgli en wolf Akela in de serie van het‘ Jungle Book’, 1989. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Mowgli en wolf Akela in de serie van het‘ Jungle Book’, 1989. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/05110940/data123985866-d1d46b.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-17.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-15.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-16.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-17.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/duivelse-tegenstander-of-mythische-beschermer-ook-als-cultureel-symbool-is-de-wolf-weer-terug-18.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/iV1XE7q8nxN1oY2o7EIBkIIrlAM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/05110940/data123985866-d1d46b.jpg 1920w”>Mowgli en wolf Akela in de serie van het‘ Jungle Book’, 1989.
Foto’s: Leemage/Corbis via Getty Images, imago/United Archives
Roodkapje
De slechte, boze wolf komen we van kindsafaan tegen in tal van sprookjes: Roodkapje, De wolf en de zeven geitjes, De wolf en de drie biggetjes. Dit negatieve beeld hangt wellicht samen met de christelijke traditie waarin de wolf beschouwd wordt als duivelse tegenspeler van het goede. In de Bijbel figureert Jezus als de Goede Herder die zijn lammeren hoedt en beschermt tegen de wolf, en wordt de zoon van God metaforisch voorgesteld als een onschuldig lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Erwin van Maanen beschrijft in zijn boek hoe in West-Europa vanaf de middeleeuwen wolven worden berecht en, soms uitgedost in mensenkleding, worden opgehangen. Wellicht was de christelijke wolvenhaat een reactie op de wolvencultus in heidense vereringen.
Dit negatieve beeld van de wolf hangt wellicht samen met de christelijke traditie
De wolf is veel meer dan alleen een woest en onberekenbaar monster: hij symboliseert de donkere krachten die ons geordend bestaan en het menselijk bestel – economisch, politiek en religieus – bedreigen. Economisch: als bedreiging van het boerenbestaan. Politiek: want de wolf is een politieke splijtzwam. Religieus: want de wolf belichaamt pre-christelijke rituelen. Een schilderij van Rubens, Jacht op wolven en vossen (1616), laat dit treffend zien. Dit werk is niet zomaar een jachttafereel. Het wordt door kunsthistorici geduid als een eerbetoon aan de Vlaamse aristocratie en aan het Habsburgse huis, dat de orde herstelde in de Lage Landen. Hier dient de jacht op de wolf niet alleen een praktisch (bescherming van vee) of recreatief doel, maar ook een moreel doel: de orde die de chaos overwint.
Beer of luipaard
Het beeld van de wolf als duivelse tegenstander zit vermoedelijk diep in onze genen verankerd. Het is opmerkelijk dat de menselijke afkeer van de wolf veel sterker is dan van andere, voor de mens gevaarlijker carnivoren, zoals een beer of een luipaard, zoals blijkt uit het onderzoek Living with wolves. Zeker, de wolf kan mensen verwonden en zelfs doden, maar dit gebeurt hoogst zelden en alleen onder specifieke omstandigheden. Hondenbeten daarentegen zijn aan de orde van de dag (150.000 hondenbeten uit een populatie van 1,7 miljoen honden, stond in de column van wetenschapsjournalist Ionica Smeets in de Volkskrant van 20 september dit jaar). En de wolf is inderdaad een bedreiging voor ons vee, maar in ons land worden nog steeds meer schapen door honden gedood dan door wolven en ontbreekt het schapen nogal eens aan adequate bescherming.
Het lijkt er op dat de mens geen concurrentie van andere dierlijke soorten duldt. Als we last hebben van insecten op onze gewassen moeten de insecten dood, als de wolf ons vee bedreigt moet de wolf dood. De mens heeft een lage tolerantie voor ‘schadelijke’ dieren, zegt ook Arie Trouwborst, milieurechtwetenschapper en hoogleraar natuurbescherming aan de Universiteit van Tilburg, die ik spreek via het scherm. Dit menselijke gedrag is een schending van de „ecologische basisregels”, zoals hij het noemt. De regels, door bioloog Sean B.Carroll in 2016 samengevat in The Serengeti Rules, verwoorden de feedbackmechanismen van de natuur die ervoor zorgen dat ecosystemen divers en stabiel blijven. Deze regels bepalen de verhoudingen van dieren en planten in de natuur en waarborgen bovenal een rijk geheel aan biodiversiteit.
De mens zegt als enige soort: de rest schuift maar op
„Maar de mens zegt als enige soort: de rest schuift maar op”, zegt Trouwborst. Het grote verlies aan biodiversiteit waarvan we getuige zijn kan alleen worden beperkt als de mens erin slaagt zichzelf te beheersen. Trouwborst houdt zich bezig met de terugkeer van megafauna, grote wilde dieren als wolven en wisenten, in Europa. Hij ziet het bijstellen van ons moreel kompas en een robuust natuurbeschermingsrecht als cruciaal om de menselijke voetafdruk in te beperken. Trouwborst: „We moeten doen waarvan we weten dat we het moeten doen: inschikken en samenleven met andere soorten op de planeet. Hierbij speelt het recht een belangrijke rol. Het is een kwestie van egocentrisme tegengaan. Het goede nieuws is dat we best goed weten wat we moeten doen, en dat ook kunnen. Bijvoorbeeld, de veehouderij reduceren is een relatief simpele maatregel die heel veel op gaat leveren. Het is een klein offer als je kijkt naar wat er nodig is voor de planeet. We wéten dat we afhankelijk zijn van gezonde ecosystemen. We wéten ook dat de wolf geen gevoelloze robot is.” De natuur, stelt hij, heeft een intrinsieke waarde, en biodiversiteit is uiteindelijk de basis van ‘alles’, inclusief alles wat mensen nodig hebben.
Lees ook
De wolf is weer terug van nooit weggeweest
„Er is nog een belangrijke reden om de wolf in bescherming te nemen. Je kan niet zeggen tegen de mensen in Tanzania en India: leven jullie maar samen met olifanten maar wij willen de wolf niet. Er is solidariteit nodig, met de wolf, met veehouders, en met andere landen.” De bescherming van wolven is stevig verankerd in de Europese Habitatrichtlijn (1992). Het recente voorstel om de status van de wolf te verlagen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’ is een ingewikkeld proces en nog geen gelopen race, aldus Trouwborst, en ook als het ervan komt zullen we in Nederland ruimte moeten blijven maken voor een gezonde populatie.
Wildheid
De wolf is voor de mens het symbool bij uitstek van wildheid van de natuur. In de geschiedenis van de schilderkunst kom je hem zo ook vaak tegen: wild, dreigend en ontembaar. Het schilderij Zittende wolf in een rotslandschap (1650) van Frans Snijders, dat het Bonnefantenmuseum in langdurig bruikleen heeft, is een vervaarlijk grommend beest. Caspar David Friedrich schilderde Wölfe im Wald vor einer Höhle (Wolfsschlucht), een roedel wolven in het bos (1798/99), bij hun donkere hol, vretend aan een karkas.
De wolf heeft zich gevestigd in Nederland en wij moeten met hem samen leren leven. Als we dit niet leren en als we doorgaan met alles uit te roeien wat ons in de weg loopt staat ons eenzaamheid te wachten, meent schrijver Richard Powers, die in de roman The Overstory (2018) spreekt over ‘species loneliness’. De Amerikaanse bioloog Edward O. Wilson stelde in zijn boek Half-Earth, Our Planet’s Fight for Life (2016) voor om het begrip ‘antropoceen’, het tijdperk waarin het klimaat en het leven op aarde bepaald worden door de impact van de mens, te vervangen door ‘eremoceen’, het tijdperk van verlies van diversiteit van de natuur en de gevolgen daarvan voor de mensheid: „Alles wat ons dan overblijft zijn mensen, gedomesticeerde planten en dieren, en over de hele wereld onze landbouwgrond zo ver als het oog reikt”.
In een beroemde performance, I like America and America likes me (1974), bracht Joseph Beuys een week door in een kooi ‘in dialoog’ met een levende coyote (neef van de wolf), in de galerie van René Block in New York. Op een fascinerende filmregistratie is te zien hoe Beuys en de coyote elkaar benaderen, ontwijken, negeren en hoe Beuys soms als een soort sjamaan handelingen uitvoert met een staf en een vilten deken. Beuys wilde met deze performance „het Amerikaanse trauma met de Indiaan, de rode mens” aan de orde stellen. De coyote wordt, aldus Beuys, vereerd door de rode mens en door de witte mens veracht en vervolgd.
Tegenwoordig zou zo’n kunstwerk niet meer geaccepteerd worden en zouden dierenactivisten zeker in actie komen. Dat is maar goed ook. Om met de wolf te kunnen samenleven is misschien het moment aangebroken om hem te ontmythologiseren. De Belgische kunstenaar David Claerbout deed dit met zijn videowerk The Pure Necessity (2016), dat Disney’s The Jungle Book tot uitgangspunt neemt. Het verschil met de film uit 1967 is dat de dieren hier niet zijn vermenselijkt, ze zingen, dansen en spreken niet, maar zijn ‘gewoon’ zichzelf. En dus gebeurt er heel weinig.
Misschien kunnen we de wolf gaan zien als een dier zoals alle andere dieren. Niet als de zorgzame, quasi-goddelijke Capitolijnse wolvin, niet als misdadiger zoals in de Middeleeuwen, niet als de woeste, heidense wolvin van Pollock of de oermoeder van Kiki Smith. Misschien kunnen we de wolf gaan zien voor wat hij is: als wolf en rechtmatige medebewoner van onze planeet.