Toen Ester Manas in het laatste jaar zat van de modestudie aan La Cambre, de kunstacademie in Brussel, had ze er genoeg van. Al die tijd die ze erin stak, al dat geld – en dat voor zoiets oppervlakkigs als mode. Ze wilde iets nuttigs gaan doen, zoals verpleegkunde, maar toen ze de catalogus van IKEA doorbladerde en een eettafel met een uitschuifbaar blad zag, veranderde ze van gedachten. Ze besefte: als je een tafel groter kunt maken, kan dat ook met kleding.
Dat het als vrouw met een grotere maat moeilijk was om aan leuke kleren te komen, had ze aan den lijve ondervonden. „Nu kan het me niet meer zoveel schelen, ik heb altijd een zwarte tricot rok aan en een zwart T-shirt”, zegt ze. „Maar toen ik twintig was en kleding superbelangrijk was, voelde ik me erg alleen omdat ik me niet zo kon kleden als mijn klasgenoten.” Het idee om mode in grote maten te maken werd niet heel enthousiast ontvangen door haar docenten. Ze zette door, maar toen het moment daar was dat ze haar eindexamencollectie ging showen werd ze „heel bang voor hoe erop gereageerd zou worden”. Klappen en juichen is gebruikelijk bij een eindexamenshow. „Maar bij mij gingen alle mensen staan, het was zo emotioneel.”
Showroom
Het is eind september, de ochtend na de show van de Ester Manas-collectie voor voorjaar 2025. In een galerie in het 11de arrondissement in Parijs zijn Ester Manas (31) en Balthazar Delepierre (31) met hun twee assistenten bezig hun showroom in te richten; rond de middag verwachten ze de eerste inkopers. De laatste rokken, tops en leren jassen worden op de rekken gehangen, rond de tafel waar straks de bestellingen worden genoteerd stoelen gezet.
Delepierre is de wederhelft van Ester Manas, de vrouw; ze zijn vorig jaar getrouwd en samen sinds hun eerste jaar aan La Cambre, ze studeerden toen allebei aan de afdeling grafisch ontwerpen. Zij was vanuit Toulouse naar Brussel gekomen, hij groeide op in de Ardennen. Manas stapte na een jaar over op mode, hij specialiseerde zich in typografie.
Hij is ook de helft van Ester Manas, het merk. Manas en hij zijn zo goed op elkaar ingespeeld dat ze elkaars zinnen afmaken. „We ontwerpen alles samen”, zegt hij. Zij: „Ik ben beter in dingen maken, hij kan heel goed tekenen.” Hij: „We zijn altijd aan het pingpongen. Op school hielpen we elkaar al met projecten.”
Na haar master liep Manas stage bij het Zweedse Acne Studios en werkte ze als kostuumontwerper voor dansgroep Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker, Delepierre stopte na zijn bachelor en werd freelance artdirector.
Manas had best bij Acne willen blijven, zegt ze. Maar nadat haar eindexamencollectie begin 2018 werd geselecteerd voor zowel de finale van de H&M Design Award als die van het mode- en fotografiefestival van Hyères en bij allebei in de prijzen viel – vooral die laatste geldt als een goede opstap voor jonge ontwerpers – besefte ze dat een eigen merk kansrijk zou kunnen zijn. In Hyères kreeg het duo – want dat waren ze inmiddels – de prijs van warenhuis Galeries Lafayette. Manas: „Dat betekende dat we iets moesten maken voor ze. Toen hebben we voorgesteld een inclusieve collectie te maken tot en met maat 50. En dat is het begin geweest.” Voor de goede orde: inclusief betekent voor Ester Manas, het enige plussize-modehuis dat showt tijdens de Parijse modeweek, dat er ook kléíne maten in een collectie zitten.
Ester Manas op de catwalk in Parijs, najaarscollectie 2024 (boven) en voorjaarscollectie 2025 (onder).
Foto’s Catwalkpictures
Er bestaat zoiets als een klassieke Ester Manas-jurk, die in elke collectie is te vinden. Die jurk is – net als de ervan afgeleide rok en top – half-transparant, knielang, gemaakt van een synthetische stof in een opvallende kleur die is gerimpeld en versierd met ruches. Hij heeft een diep split dat een been bijna vrijlaat en spannende uitsparingen bij de schouders of de buik. Het is een jurk die doet denken aan Jordanese vitrages, maar hij is vooral onversneden sexy. Manas en Delepierre boorden ermee een nieuw segment aan in de grotematenmarkt, en wisten bekende vrouwen, zo niet internationale sterren, als SZA, Jorja Smith, Kali Uchis en Lizzo voor zich te winnen.
Foutje
Die jurk is voor een deel ontstaan uit toevalligheden. Om te beginnen de felle pastelkleuren: geel, roze, jade, lila – Manas en Delepierre werken alleen met restmaterialen, stoffen die zijn overgebleven, en die hebben bijna per definitie niet de meest gangbare kleuren. De plooien op de stof – het vitrage-effect, zeg maar – zijn het gevolg van een foutje. Toen Manas in het begin naden stikte in tricot, rimpelde de stof daardoor. „Toen dacht ik: misschien is dit het wel. Je kunt in die plooien heel veel stof kwijt”, zegt ze. De naden zijn sindsdien van elastiek. Daardoor zijn veel van hun ontwerpen geschikt te maken voor heel veel maten. Een gerimpelde top uit de najaarscollectie is maar in twee maten verkrijgbaar: een geschikt voor de confectiematen 34 tot en met 44, een voor de maten 44 tot en met 50. Delepierre: „Ik heb ooit een stuk gelezen over het maken van driedelige pakken in grote maten. Dat is niet te doen zo gecompliceerd. We zijn een klein bedrijf, wij kunnen dat soort dingen niet aan.” Samenwerkingen met andere merken bieden wel de mogelijkheid ingewikkelder dingen te doen. In de show van de voorjaarscollectie voor 2025 zaten beha’s en body’s die ze hebben ontworpen voor het Franse lingeriemerk Chantelle, die meteen na de show al te koop waren. Manas begint te stralen als ze over de samenwerking praat: „Je hoeft alleen maar te ontwerpen, al het andere wordt geregeld.”
Dat wil niet zeggen dat ze op alle aanbiedingen ingaan. Delepierre: „We hebben eerder gesproken met een groot lingeriemerk. Die waren zo van: we willen jullie ontmoeten want we willen inclusief zijn.” Manas: „Maar het was het uiteindelijk te moeilijk voor ze om het in grote maten te maken. Oké, dan niet, bye.”
In de zomer van 2023 wonnen Manas en Delepierre de Special Prize van de Andam Awards, een van de grootste internationale modecompetities. In plaats van de 100.000 euro die aan de prijs was verbonden meteen in een collectie te investeren, besloten ze een seizoen over te slaan, en eens rustig te kijken hoe het verder moest, begeleid door de mentor die ook onderdeel was van de prijs. Manas: „Wij dachten altijd dat we de prijzen zo laag mogelijk moesten houden om veel te verkopen.” Delepierre: „We zijn zelf ook niet met geld opgegroeid.” Manas: „Maar het advies was juist: ga niet te laag zitten, anders red je het niet.”
Bij hun verkooppunten viel de beslissing om een seizoen over te slaan slecht; een aantal haakte af. „Op gegeven moment kregen we daarom het idee dat niemand onze kleren wilde hebben”, zegt Manas. Delepierre: „In juni hebben we een grote sample sale gehouden in Parijs. Binnen zes uur was alles weg. Dus nu weten we dat we mensen zelf kunnen bereiken. Met onze eigen webshop gaat het ook best goed.”
Olifant
In de shows van Ester Manas lopen altijd een paar slanke modellen mee – „voor het contrast”, zoals Manas zegt – maar bij hun voorjaarscollectie waren het er meer dan ooit: twaalf van de achtentwintig outfits werden gedragen door zeer slanke vrouwen. Ze hadden liever meer volle modellen gehad, zeggen Manas en Delepierre, maar ze konden ze niet vinden in Parijs. Een paar seizoenen geleden liepen in bijna elke Parijse show een paar plussize-modellen, maar die ‘trend’ lijkt over het hoogtepunt heen, waardoor er ditmaal minder niet-dunne modellen naar Parijs zijn gekomen.
De opkomst van afslankmedicijnen als Ozempic wordt gebruikt als excuus om geen modellen met grote maten meer in te zetten, denkt Delepierre: „Het idee is: iedereen kan nu zomaar dun zijn, dus we kunnen weer stoppen met grote maten. We zijn nooit superpolitiek geweest. Wij wilden gewoon meisjes en vrouwen aankleden, kleding maken in alle maten.” Manas: „Gewoon leuk en cool zijn. Maar soms – ze slaat op tafel – moet je je uitspreken.” En dus stond er aan het begin van de catwalk een enorme opblaasolifant: letterlijk de olifant in de kamer, het onderwerp waarover weinig modemensen zich uitspreken: het stille einde van mateninclusiviteit in de high fashion.
„Ik heb het gevoel dat wij echt iets bijdragen in de mode”, zegt Delepierre. „Maar als het niet meer werkt, dan gaan we gewoon iets anders doen.” Manas: „Een restaurant openen. Want koken, dat is mijn echte passie.”