Opinie | Wanneer onpartijdigheid juist de schijn van partijdigheid kan wekken

Hij had er al eerder op gewezen, maar nu wist de lezer het zeker: NRC had een voorkeur voor het kandidatenduo Trump-Vance. Aanleiding was een kort artikel over een mogelijke hackpoging door China van de telefoons van Trump en Harris die was geïllustreerd met een foto van de twee Republikeinen. Eerder had hij geklaagd over de kop van de voorbeschouwing op het debat tussen de twee kandidaten Vance en Walz: ‘Vance doet niets liever dan discussiëren, Walz is stikzenuwachtig: wie zal het debat tussen de running mates domineren?’

Ik zie niet veel aanwijzingen dat NRC gestuurd wordt door een al dan niet verholen verlangen naar vier verse jaren Trump. Het Commentaar (bijvoorbeeld Kamala Harris kan de Amerikaanse politiek én Democraten zuurstof bieden van 17 augustus) wijst in de tegenovergestelde richting. Dit geheel los van het feit dat zo’n voorkeur weinig gewicht in de schaal zou leggen, de swing state die zich voegt naar de inzichten van een redactie op het Rokin moet nog worden gesticht.

In drie maanden ging het 285 keer over Trump, 199 keer over Harris

Wel schrijft NRC veel en graag over Donald Trump, zijn aanhangers en de mogelijke gevolgen van een eventuele terugkeer in het Witte Huis. De afgelopen drie maanden kwam de oud-president in 285 artikelen in de editie voor (Harris 199 maal, in 129 verhalen werden ze allebei genoemd) plus in nog massa’s vaak kortere berichten die alleen online verschenen. Vier jaar geleden schreef NRC in dezelfde periode overigens 535 maal over Trump – toen de zittende president – en 167 maal over Joe Biden. De Republikein is een spektakelpoliticus die altijd de aandacht trekt. Bovendien eentje die de fundamenten van de democratie ondermijnt, wat de journalistieke vraag opwerpt waarom mensen dan toch op hem stemmen.

Jeff Bezos

In de reeks Amerika-verhalen zat ook het nieuws dat The Washington Post te elfder ure en op instigatie van eigenaar Jeff Bezos besloot om geen stemadvies voor een van beide kandidaten te geven – de LA Times nam een vergelijkbaar besluit. Het leidde tot een rel op de redactie in Washington, de verdenking dat Bezos vanwege andere zakelijke belangen Trump niet voor het hoofd wilde stoten (een endorsement van Harris was al in de maak) en een exodus van naar verluidt meer dan 250.000 abonnees, zo’n 10 procent van het totaal. De onpartijdigheid die Bezos afdwong zagen zij als een daad van partijdigheid.

Bezos verdedigde zich door te stellen dat het krimpende vertrouwen in de (gevestigde) media de achtergrond van zijn ingreep was – steun voor een kandidaat zou de geloofwaardigheid van de krant verminderen. Zijn zakelijke belangen hadden geen rol gespeeld, zei hij, al erkende hij dat zijn eigenaarschap de positie van The Washington Post ingewikkelder maakte.

De kwestie bracht ook lezers van NRC in beroering. Dit is immers ook een medium dat deel uit maakt van een groter concern (Mediahuis) én dat zich moet zien te verhouden tot een publiek klimaat waarin verwijten van partijdigheid aan de orde van de dag zijn. Gelukkig zijn er belangrijke verschillen, zowel organisatorisch als historisch.

Wat die eerste betreft: bij The Washington Post valt het commentaar (en een eventuele steunbetuiging) onder verantwoordelijkheid van de uitgever en niet die van de redactie. Bezos greep dus in op een terrein waar hijzelf verantwoordelijk voor was. Bij NRC is het commentaar de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie. Daarmee wordt het beschermd door het redactiestatuut en tot nu toe heeft de eigenaar van NRC geen blijk gegeven van een verlangen zich met de redactionele inhoud te bemoeien. Wat hoofdredacteur Patricia Veldhuis betreft is een ingreep als die bij The Washington Post bij NRC ondenkbaar.

Bovendien lopen de geschiedenissen van de Amerikaanse en de Nederlandse pers juist wat betreft het steunen van politieke partijen of kandidaten in tegengestelde richting. The Washington Post begon er in 1976 mee; juist in de periode dat de ontzuilende Nederlandse kranten ermee stopten. In 1967 adviseerden Algemeen Handelsblad en Nieuwe Rotterdamsche Courant nog om VVD te stemmen. Fusiekrant NRC Handelsblad onthield zich aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen van 1972 van alle advies. Vijf jaar later kregen de lezers wel een soort handreiking, maar daar moesten ze zelf een partij bij zoeken: „Wie naar de debatten tussen de politici luisterde of naar hun redevoeringen moest wel de indruk krijgen dat de Nederlandse politieke speeltuin zich op splendide wijze heeft weten te isoleren van de ellende buitengaats. Zo is het allemaal niet. De problemen op het Haagse bordje, verstrengeld met de problemen van de wereld der zeventiger en tachtiger jaren, zijn ingewikkeld en alleen met creatief en open denken de baas te worden. Redelijkheid en vrijzinnigheid zijn er in hoge mate bij nodig.” (Er volgde een verkiezingszege voor Joop den Uyl.)

Algemene aansporingen

Redelijkheid en vrijzinnigheid (en klachten over onvoldoende belangstelling voor het buitenland) domineren nog steeds de verkiezingscommentaren van NRC. In stemadviezen ziet de hoofdredactie niets; voor de laatste verkiezingen beperkten de commentaren zich tot algemene aansporingen, zoals rekening houden met jongeren. Daags ná de verkiezingen volgde wel een kraakheldere stellingname: De monsterzege van de PVV is slecht nieuws voor Nederland.

Dat lijkt me de zinnige volgorde. Niet omdat het steunen van een kandidaat (of een negatief) stemadvies nu zo veel invloed zou hebben op het vertrouwen dat de lezer in NRC heeft: dat leunt eerder op de kwaliteit van de verslaggeving en de mate waarin analyses en opinies kunnen inspireren. Vervolgens zullen de redelijkheid en vrijzinnigheid van de burger in het stemhokje hun weg wel vinden.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]