Drie maanden na de racistische rellen is in Middlesbrough de spanning nog voelbaar

Aan Borough Road in Middlesbrough hebben de huizen op nummer 45 en 47 nog spaanplaat in het raamkozijn in plaats van ruiten. Als je aanklopt, verschijnt op de eerste verdieping een schaduw die het gordijn opzijschuift. Maar de deur blijft dicht.

Even verderop, in Parliament Road, witten nieuwe huurders hun kozijnen. Ze zijn net een paar weken geleden een eettentje begonnen – Mams Kitchen – en hebben niet meegemaakt dat pal voor hun deur een auto in vlammen opging. Zij hebben een nieuw bord aan hun voorgevel gehangen, bij de shoarmazaak van de buren zijn nog zwarte brandvlekken te zien. En de buren, die praten liever niet meer over die zondag begin augustus.

Parliament Road in Middlesbrough tijdens de rellen van 4 augustus en dezelfde straat bijna drie maanden later.

Foto’s: Ian Forsyth

Het is nu drie maanden geleden dat racistische rellen grote onrust veroorzaakten in het Verenigd Koninkrijk. In Middlesbrough, een middelgrote stad in het noordoosten van Engeland, zijn in de buurt waar het losging nog restanten van de schade te zien. En zijn de spanningen nog te voelen.

‘Ons land terug’

Op 29 juli stak een jongen van zeventien jaar drie meisjes dood, in kustplaats South-port. Algauw ging op sociale media verkeerde informatie over de dader rond, tot een verzonnen naam aan toe. Hij zou een moslim zijn geweest en met een bootje over het Kanaal naar het VK zijn gekomen. Daar klopte niets van; de jongen is geboren in Wales, zijn ouders komen uit Rwanda. Hij zou mentaal instabiel zijn geweest.

Deze week bleek dat de dader een handleiding van terreurbeweging Al-Qaida in huis had, wat verboden is volgens de Britse terrorismewet. Al heeft de politie geen terroristisch motief bij hem gevonden.

De desinformatie was eind juli genoeg om een herdenkingsdienst voor de meisjes in Southport compleet te laten escaleren. Relschoppers belaagden een moskee, tientallen politieagenten raakten gewond. In andere steden – Londen, Birmingham, Liverpool, Rotherham – gebeurde in de dagen erop hetzelfde en werden ook hotels waar asielzoekers verblijven aangevallen. Inwoners werden opgehitst door berichten op sociale media. „Genoeg is genoeg”, met een tijd en een locatie erbij. „No face, no case”, een aanmoediging voor demonstranten om hun gezicht te bedekken en de kans op een rechtszaak te verkleinen.

Parliament Road in Middlesbrough tijdens de rellen van 4 augustus en dezelfde straat bijna drie maanden later.

Foto’s: Ian Forsyth

Middlesbrough was één van die doorsnee Engelse steden waar het geweld losbarstte. Voor zondag 4 augustus was in het centrum een protest aangekondigd, vanaf twee uur ’s middags. Volgens de organisatie zou het ‘vreedzaam’ worden, maar in aanloop maakten veel inwoners zich zorgen – dat bleek terecht. Er kwamen ongeveer duizend demonstranten naar het centrum en veel figuren in de stoet bedekten hun gezicht met een muts, sjaal of pet. „We pakken ons land terug”, scandeerden ze. Binnen een paar uur brak de chaos uit.

Bij de Jamia Masjid Al-Madina, een moskee in een zijstraat van de route van de relschoppers, stonden een paar honderd man buiten om het gebouw te verdedigen. „De situatie was heel gespannen”, vertelt Najabat Ramzan, die in het dagelijks bestuur van de moskee zit. „Ik maakte me zorgen over onze gemeenschap. Waarom moeten zij dit doorstaan? Ze hebben niets verkeerd gedaan.”

Ondanks de spanning probeerden ze het gezellig te houden: er stonden tafels met koekjes en thee. „Onze boodschap was: dit is onze plek van gebed en we doen hier niemand kwaad. Maar als je de moskee iets wilt aandoen, moet je langs ons.” De oproerpolitie had de straten rond de moskee afgezet en stond klaar om in te grijpen. Tot een confrontatie met de relschoppers kwam het niet. Ze bogen af naar de andere kant van het centrum, naar Parliament Road.

De Streets Ahead-winkel op Parliament Road.

Foto’s: Ian Forsyth

Hun geweld was gericht en ongericht tegelijk. Een van de organisatoren zou betrokken zijn geweest bij de extreemrechtse en anti-islamitische English Defence League. Relschoppers scandeerden racistische leuzen en belaagden huizen van asielzoekers. Evengoed zagen ‘witte’ Britten hun ruiten sneuvelen en gingen de hoge ramen van de universiteit, hartje centrum, aan diggelen. De politie verrichtte enkele tientallen arrestaties.

Hele dag beveiliging

Meteen na de rellen kreeg de Al-Madina-moskee 24-uursbeveiliging, betaald door het ministerie van Binnenlandse Zaken. De eerste week stonden buiten beveiligers met felgekleurde vestjes. Dat werden er minder, tot alleen nog iemand binnen de beelden van de camera’s in de gaten hield. Pas vorige week is de bewaking gestopt. Het is goed zo, zegt moskeebestuurder Najabat Ramzan. „In het begin gaf het een veilig gevoel, dat tijdens het bidden buiten voor ons de wacht werd gehouden. Later werd het een beetje ongemakkelijk. Door de aanwezigheid van de beveiligers dachten mensen: is er dan nu nog steeds kans op een aanval?”

Acute dreigingen zijn er niet, in Middlesbrough noch in de rest van het land. Maar de spanningen zijn ook niet verdwenen. „Als we nu niets doen, is het een kwestie van tijd tot zulke rellen opnieuw gebeuren”, voorspelt Kim May. Ze is manager van Streets Ahead, een kleine liefdadigheidsorganisatie in de straat waar de rellen plaatsvonden. Zij bieden inwoners hulp bij huisvesting of financiële problemen, ze geven taalles en adviseren bij contacten met de gemeente. In hun winkel kunnen inwoners die weinig te besteden hebben voor een bijna symbolisch bedrag boodschappen doen. Een paprika kost 10 cent, deodorant 30 cent, een pak mueslirepen 25 cent.

Kim May, manager van Streets Ahead.
Foto Ian Forsyth

Kim May ziet allerlei volk langskomen: „Van asielzoekers die zes weken geleden zijn aangekomen tot tachtigjarigen die hier geboren zijn.” Ze hoort vaak dat mensen voorzichtiger zijn geworden sinds de rellen, omdat ze zich onveilig voelen. „Iemand komt hier voor zijn buurvrouw boodschappen doen, omdat zij de straat niet goed op durft. Een ander slaat extra veel in zodat ze een week kunnen overslaan.” ‘Gewone’ criminaliteit is in dit deel van de stad al langer een probleem. Er zijn relatief veel inbraken en er wordt gehandeld in drugs.

De angst voor beledigingen of agressief gedrag speelt sinds ‘4 augustus’ bij inwoners van alle achtergronden, zegt May. En deze buurt is nogal divers. In een halfuurtje tijd wandelen bij Streets Ahead een Nigeriaanse zorgmedewerker, een Britse dakloze en een Roemeense moeder naar binnen. Ze laden cruesli, sinaasappels en blikken macaroni in hun mandje. Van de inwoners van Parliament Road is bijna de helft buiten het Verenigd Koninkrijk geboren. De verwachting is dat die diversiteit verder toeneemt de komende jaren.

In Middlesbrough is een werkgroep begonnen om de oorzaken van de rellen vast te stellen. Daar werkt Kim May ook aan mee. De gemeente kreeg 600.000 pond (ruim 720.000 euro) van de landelijke overheid voor activiteiten om de sociale cohesie te bevorderen. Voor maart volgend jaar moeten ze een plan hebben. Maar de lokale spanningen doorgronden is best lastig, zegt May. „Mensen vertellen wat ze denken dat je wil horen. Ze zijn bang om voor racist te worden uitgemaakt.”

Integratie is strikt gezien niet eens nodig, het is vooral een kwestie van elkaars cultuur accepteren

Kim May

Volgens haar is een deel van het probleem dat groepen niet met elkaar praten. „Integratie is strikt gezien niet eens nodig, het is vooral een kwestie van elkaars cultuur accepteren. Glimlachen als je elkaar tegenkomt op straat.” In Parliament Road staan vaak plukjes inwoners op de hoek van hun straat om te kletsen, geeft ze als voorbeeld. „Dat deden oorspronkelijke bewoners vroeger ook, maar nu begrijpen ze dat niet meer. En omgekeerd snappen andere bevolkingsgroepen niet dat je op vrijdag naar de pub gaat en je helemaal laveloos drinkt.”

Gevolg van beleidsfalen

Historisch staat het Verenigd Koninkrijk bekend als land waar groepen juist redelijk succesvol samenleefden en veel Britten zijn trots op hun multi-etnische samenleving. Een grote meerderheid van de inwoners keurde de rellen af. En er was veel debat over de vraag of het geweld en het racisme te veel werden goedgepraat. Britse media legden niet alleen een verband met anti-immigratiesentimenten, maar ook met de ontevredenheid over publieke voorzieningen in het land, de gestegen prijzen van het dagelijks leven en de steeds maar uitblijvende economische groei.

Al waren de rellen „amper georganiseerd en weinig gesteund – ze waren deels het gevolg van beleidsfalen”, schrijft denktank Policy Exchange in een analyse over het moderne Groot-Brittannië die half oktober uitkwam. „De rellen onthulden het fundamentele gebrek aan nadruk op sociale integratie in de Britse politiek.”

Het raam van dit huis is nog steeds dichtgetimmerd.
Foto Ian Forsyth

Als dit falen niet wordt aangepakt, kan het probleem van white racism toenemen, concludeert het rapport. Terwijl de diversiteit in het VK nooit groter was dan nu. Witte Britten – dit is een classificatie van statistiekbureau ONS – zijn in steden als Londen, Birmingham en Leicester in de minderheid en „bepalen niet langer wat ‘normaal’ is voor de maatschappij”. Sommige minderheidsgroepen, bijvoorbeeld Indiërs, Chinezen en migranten uit enkele Afrikaanse landen, presteren beter in het onderwijs en op de arbeidsmarkt dan witte Britten.

Intussen heeft het VK geen structureel, landelijk beleid om sociale cohesie tussen de bevolkingsgroepen te bevorderen. In 2021 is een programma om extremisme in de samenleving tegen te gaan geschrapt. Een landelijke strategie om haatzaaien te bestrijden, vanwege bijvoorbeeld religie, ras of seksuele oriëntatie, liep af in 2020 en is daarna niet vernieuwd. Terwijl het aantal geregistreerde haatmisdrijven sinds 2012 is verdrievoudigd en vooral moslims vaak doelwit zijn. De huidige Labour-regering heeft wel geld uitgetrokken voor de nasleep van de rellen, maar heeft geen beleid voor integratie aangekondigd.

Gewoon, Brits

Tegenover de Al-Madina-moskee zit Hiwa Husain, een jonge ondernemer van Koerdische afkomst, te wachten op klanten in zijn vape-zaak. De rellen kwamen neer op „bangmakerij en moslims pesten”, denkt Husain. Maar, zegt hij: „Wij doen elk baantje. Wassen je auto voor je, voor fucking 5 pond. Ik wil niet lomp zijn, maar Engelsen gaan echt niet voor anderen hun auto wassen.”

Inwoners bij het gebed in de Al-Madina-moskee.

Foto’s: Ian Forsyth

Husain stond ook bij de moskee, die zondag in augustus. „Om onze godsdienst te beschermen.” Zijn neef werd opgepakt omdat die met een dikke houten lat in zijn handen stond en de politie dat bedreigend vond overkomen. „Maar ze hebben geen beeld of bewijs dat hij er iets mee wilde doen.” Hij zit nog in voorarrest, is zijn baan – als autowasser – kwijt en hoort binnenkort zijn straf.

De rechtbank in Middlesbrough heeft nog in lang niet alle zaken rond de rellen uitspraak gedaan. Maar de straffen die de rechters tot nu toe hebben opgelegd, zijn niet mals. Achttien maanden cel voor een 21-jarige die stenen naar de politie gooide. Twintig maanden voor een vrouw die een in brand gestoken afvalcontainer naar de politie duwde. Al-Madina-bestuurder Najabat Ramzan is trots op hoe de moskee met alle spanningen is omgegaan. Ze waarschuwden jongeren steeds dat ze niet voor eigen rechter moesten spelen. „In aanloop naar die zondag riepen ze: ‘We gaan in de tegenaanval, we gaan de straat op’. Wij hebben ze tegengehouden. Doe dat nou niet, laat de politie haar werk doen. Maar ik begreep hun sentiment wel.”

Geregeld heeft Ramzan discussies over zijn identiteit, vertelt hij. Zijn vader kwam uit Kasjmir in Pakistan, hijzelf is geboren en getogen in Middlesbrough. „Dan vragen ze me, oké, maar ben je Aziatisch-Brits of een islamitische Brit? Wat heeft dat er allemaal mee te maken? Ik ben gewoon Brits, punt.” De rellen leidden wel tot reflectie in zijn gemeenschap, zegt hij, ook bij hem. „Hoor ik hier eigenlijk wel thuis? Maar dan keek ik naar alle bloemen, kaarten en chocola die we kregen uit de andere gemeenschappen. Naar mijn vrienden van vroeger die belden om te vragen hoe het ging, en naar de buurman die aanbood boodschappen voor ons te doen als we binnen hadden willen blijven.”