Migrant op weg naar VS laat zich zelfs door gevaarlijk Mexico niet afschrikken

Beduusd kijken ze door het stoffige raam van het witte busje dat zojuist van de snelweg naar de Mexicaanse stad Villahermosa is afgeslagen en een industrieterrein oprijdt. Over een zanderige weg hobbelt het busje naar een groot wit gebouw, waarop ‘migratiecentrum’ staat. Nog geen vijf minuten na aankomst staat de groep migranten weer buiten, langs een weg waarover vrachtwagens brommend voorbij denderen.

Ze praten met elkaar. Hoe komen ze hier weg? Want één ding is zeker: ze gaan het nog een keer proberen. Ze gaan opnieuw een poging wagen de Verenigde Staten te bereiken.

De 23-jarige Tristán uit Honduras heeft in een half jaar tijd al vier keer geprobeerd om vanuit Mexico de VS te bereiken. Telkens werd hij op weg naar het noorden bij een politiecontrole gepakt. „Ik moest uitstappen, ze pakten mijn geld af en ik werd als een crimineel naar het politiebureau in het noorden gebracht. Na twee nachten reden ze mij naar Villahermosa, in het zuidoosten van het land. Daar werd ik vrijgelaten en kon ik opnieuw beginnen”, zegt de vermoeid ogende jongen.

Hij vraagt aan een vriend wat ze gaan doen: een plek zoeken om te slapen of meteen een bus richting het noorden pakken. Terug naar Honduras wil hij niet. Te gevaarlijk.

Het Mexicaanse migratiebeleid is in minder dan een jaar tijd flink op de schop genomen, een uitvloeisel van bilaterale gesprekken die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in december vorig jaar voerde in Mexico-Stad. In die maand was het aantal migranten aan de Amerikaanse grens tot een recordhoogte gestegen: ruim 300.000 mensen, met name afkomstig uit Latijns-Amerika, werden onderschept door de grenswacht. Blinken eiste dat Mexico een grotere rol zou spelen in het afstoppen van migratie naar de VS, een belangrijk thema in het Amerikaanse verkiezingsjaar.

Mexico gaf gehoor aan die eis en zette controleposten met militairen en agenten op. Ook voerde het strengere controles van bussen in. En wie illegaal richting de VS trok, werd opgepakt, weggevoerd en in onder meer Villahermosa, een industriestad in de zuidelijke staat Tabasco, weer op straat gezet. Na jarenlang wegkijken, grepen de autoriteiten in. Met resultaat: in juli en augustus daalde het cijfer naar zo’n 100.000 onderscheppingen per maand, het laagste niveau in vier jaar.

Jonge migranten bekijken een kaart van Mexico in de Holy Spirit Amparita-opvang in Villahermosa.
Foto Felix Marquez/AP

Beleid gevormd rond een app

Een centrale rol in het Amerikaans-Mexicaanse migratiebeleid is weggelegd voor CBP One, een mobiele applicatie van de Amerikaanse overheid waarmee migranten een afspraak bij de migratiedienst aan de grens kunnen maken om een asielaanvraag te doen. Wie geen afspraak heeft, wordt niet geholpen. Er zijn echter weinig tijdslots, tegenover tienduizenden migranten die iedere maand proberen een felbegeerde afspraak te bemachtigen. Weinig aanbod, veel vraag: het duurt minstens een half jaar voordat migranten terecht kunnen. In de tussentijd moet men geld verdienen. Met name voor alleenstaande vrouwen en minderjarigen komt dat vaak neer op bedelen, of in het ergste geval sekswerk.

Wie het wel lukt een CBP One-afspraak te bemachtigen, krijgt sinds dit jaar een visum van twintig dagen in Mexico, waarmee de betrokkene zonder problemen naar het noorden kan reizen om op tijd bij de afspraak te komen. Maar wie niet over zo’n visum beschikt, wordt naar Villahermosa gebracht. Officieel om uitgezet te worden naar het land van herkomst, maar teruggaan naar zijn thuisland doet haast niemand. Het is in veel gevallen te gevaarlijk, ze kunnen er worden vervolgd of hebben alles verkocht, juist om naar de VS te kunnen gaan.

Dat uitzetten gebeurt sowieso vrijwel nooit, zegt Rafael Velásquez, directeur van de Mexicaanse tak van het International Rescue Committee, een hulporganisatie die zich wereldwijd inzet voor onder meer migranten. „Onlangs heeft de Mexicaanse minister van Buitenlandse Zaken gezegd dat er dagelijks zevenduizend migranten Mexico binnenkomen. Een conservatieve schatting, als je het mij vraagt. En er worden amper mensen uitgezet”, zegt Velásquez. De cijfers tonen zijn gelijk: van de 240.000 migranten die in januari en februari werden aangehouden door Mexicaanse autoriteiten op weg naar de VS, werd er nog geen zevenduizend daadwerkelijk uitgezet. Het overgrote deel van de migranten blijft naar verwachting in Mexico om een nieuwe poging te doen om de VS te bereiken.

Velásquez is hard over het gevoerde beleid. „Het ontbreekt volledig aan strategie. Zeer kwetsbare mensen worden van de weg geplukt en naar het zuiden gebracht, zonder dat ze een idee hebben waar ze heengaan of wat ze vervolgens moeten doen. Mensen die op weg naar de VS de verschrikkelijkste dingen hebben meegemaakt, die niet terug kunnen naar hun land, worden aan hun lot overgelaten. Dat is niet humaan.”

Keilly Bolaños uit Mexico bij het busstation in Villahermosa. De alleenstaande moeder en haar vier kinderen zijn al zes keer teruggebracht van de Amerikaanse grens naar de stad in het zuidoosten van Mexico.
Foto Felix Marquez/AP
Kamila (links) en Brigitte Bolaños slapen op de grond bij het busstation van Villahermosa. Hun moeder Keilly wil asiel in de VS omdat ze hoopt op medische zorg voor Brigitte (4) die leukemie heeft.
Foto Felix Marquez/AP

Gedwongen om illegaal te gaan

Volgens Velásquez spinnen vooral de Mexicaanse kartels garen bij de huidige aanpak: omdat migranten geen maanden willen of kunnen wachten op een afspraak in de CBP One, wenden ze zich tot smokkelaars.

Migranten die besluiten toch een legale poging te wagen, moeten in de tussentijd proberen te werken om geld te verdienen. Dat blijkt een uitdaging in Mexico, dat amper werkvergunningen verleent aan migranten en waar illegale arbeiders regelmatig worden uitgebuit in bijvoorbeeld de agrarische sector.

Wie naar Villahermosa wordt gebracht en een plek zoekt om te slapen, komt al snel uit bij herberg Amparito, de enige plek waar migranten opgevangen worden. Rond het middaguur brandt de zon onverbiddelijk op het asfalt voor de opvang. Mannen, vrouwen en kinderen hebben zich samengepakt in de spaarzame schaduw en praten zachtjes met elkaar.

Migranten kunnen maximaal twee nachten in deze opvang blijven. Vanwege de constante toestroom van migranten is het er overvol. Overdag houden vrijwilligers informatiesessies over de CBP One en over de rechten die migranten ook in Mexico zouden moeten hebben. Af en toe stoppen voorbijgangers die zakken kleren langsbrengen.

Luis Ángel uit Guatemala zit met zijn rugzak tussen zijn voeten naast de ingang. Hij probeert uit te rusten, zo lang dat nog kan. Die avond gaat hij een nieuwe poging wagen om naar het noorden te reizen. Vlakbij Villahermosa gaat een vrachttrein naar grensstad Ciudad Juárez. Zoals veel migranten wil Ángel op de trein springen om naar het noorden te liften. Maanden op een afspraak wachten heeft geen zin, zegt hij. „Mijn geld is bijna op. Hier in Villahermosa is geen werk. En op andere plekken krijg je vaak niet eens betaald als je werk doet.” Hij zucht diep. Als hij op weg naar de VS weer wordt gepakt, gaat hij terug naar Guatemala.

Josue Martínez Leal is coördinator van de herberg. „We ontvangen hier mensen hier uit alle landen. Van Turkije tot Burkina Faso, van Niger tot Afghanistan. Russen, Chinezen, Congolezen. Mensen die de taal niet machtig zijn. En uiteraard veel mensen uit Latijns-Amerika. Wij proberen ze zo goed mogelijk op te vangen, met prioriteit voor families en minderjarigen”. Volgens Martínez zorgt het migratiebeleid voor een ophoping van migranten in het zuiden van het land. „Men kijkt niet naar de gevolgen van wat eigenlijk een afschrikkingsbeleid is. Mexico is geen veilig land voor migranten. Je moet ze hier ook perspectieven bieden, niet aan hun lot overlaten.”

Migrant maakt foto’s van medische documenten en van een afspraak met een mensenrechtenadvocaat. Migranten in Villahermosa worden naar eigen zeggen mishandeld door Mexicaanse grenswachten.
Foto Felix Marquez/AP


Migranten lunchen in de Holy Spirit Amparita-opvang in Villahermosa.
Foto Felix Marquez/AP

Migranten kunnen niet terug

Op het plaatselijke busstation van Villahermosa hebben zich deze middag meerdere groepjes migranten verzameld. Bedremmeld kijken ze naar de schreeuwende mannen die buskaartjes naar nabijgelegen dorpen proberen te slijten. Op televisieschermen wordt het lokale nieuws uitgezonden: beelden van brandende winkels en wegblokkades met kapotgeschoten auto’s. Die dag zijn er zware confrontaties geweest tussen een lokale bende en het gevreesde Jalisco-kartel. Bendes hebben hun pijlen op deze regio gericht. Controle over Villahermosa en de rest van Tabasco betekent namelijk controle over migratieroutes, en dat betekent inkomsten.

Santí Pérez heeft een grote, groene rugzak om en kijkt naar de vertrektijden. De Venezolaan is een maand eerder vertrokken uit zijn thuisland. Hij trok door de beruchte Darién-kloof, doorkruiste onder meer Nicaragua en Honduras, maar zegt dat hij Mexico het zwaarst vindt. „Heel veel mensen die naar de VS proberen te komen zijn zelf Mexicaan, toch behandelen ze andere migranten hier als dieren. Overal kan je worden bestolen. Als je familie hebt in de VS, kidnappen ze je en eisen ze losgeld.”

Hij was voorbij Mexico-Stad toen hij werd opgepakt en teruggestuurd naar Villahermosa. Hij wil vooral weg uit het zuiden en heeft nog geen idee welke bus hij gaat nemen. „Zolang ik hier kan vertrekken, is het goed. Niemand houdt mij tegen op weg naar de VS. Al moet ik het honderd keer proberen.”