De toon is al gezet voor Tipping Point goed en wel is begonnen: een onheilspellend galmende soundscape, dikke mist op het duistere toneel. Als het licht langzaam opkomt, wordt het speelvlak voor de zes dansers van het Bossche gezelschap Panama Pictures zichtbaar: een wankele constructie van (zo te zien) aan elkaar gelaste platen, a-symmetrisch geknikt, waar op twee plaatsen iets uitsteekt, met als opvallendste element een stalen mast of smalle ladder. Onder een grillig gevormd gat in het plaatwerk is een constructie van stalen balken te zien en, belangrijker, een bolvorming voetstuk, dat voortdurende instabiliteit van het object veroorzaakt (ontwerp Sammy Van den Heuvel). Een stuk scheepswrak? Het geknars en gekreun dat bij elke beweging klinkt, doet zoiets vermoeden.
Choreografe Pia Meuthen werkt al sinds de oprichting van haar gezelschap Panama Pictures op het snijvlak van dans, circus en acrobatiek, een genre dat in de afgelopen decennia flink is gegroeid en intussen eigen publiek trekt, onder andere op internationale festivals. De ‘objectieve’ technieken van circus laten zich ook prima combineren met de lichaamsbeheersing van dans en leidt in de beste gevallen tot indrukwekkende, ontroerende en poëtische voorstellingen.
Ook Meuthens werk heeft die kwaliteit in eerdere werken gehad. De laatste jaren echter tapt ze regelmatig uit hetzelfde vaatje, waarbij de ontwerpen van Van den Heuvel een belangrijke factor zijn. Kantelende trappen, rondzwevende brokken van ruïnes, decors met hoogteverschillen of smalle doorgangen – ze stellen dansers en choreografe voor uitdagingen, vragen om oplossingen en leggen beperkingen op. En creëren risico’s.
Tegenreactie
Dat laatste is eigen aan circus. In Tipping Point wordt het speelvlak bij elke beweging uit balans gebracht en vereisen een tegenreactie. Dat is in de voorstelling een lange zoektocht, want in eerste instantie wil ieder zijn eigen plek vinden. Klauterend, steun zoekend op de uitstekende delen, zoeken de dansers hoge, veilige, delen op. Francesco Barbo zoekt de hoge randen op, Tarek Rammo klimt hoog in de mast waaraan hij wat Chinese paaltechnieken laat zien.
Vooral is het een voortdurend gevecht tegen disbalans. Met intense blikken wordt levensbedreigend risico gesuggereerd – dat er niet is; nergens wordt het echt spannend en van interessante choreografie is geen sprake. Nadat de dansers langdurig hebben geprobeerd hun eigen hachje te redden, komen ze uiteindelijk tot de conclusie dat dat alleen met overleg en vereende krachten te bereiken is.
De referentie met onze heftige tijden is duidelijk, maar ook nogal dunnetjes en simpel. Geen idéé waarom deze productie werd genomineerd voor de belangrijkste dansprijs van Nederland.