Haar plannen passen haarfijn in het traditionele Labour-gedachtegoed: hogere belastingen heffen, zodat de overheid meer kan investeren. Woensdag presenteerde de Britse minister van Financiën Rachel Reeves namens de Labour-regering, afgelopen zomer begonnen, haar eerste begroting. En die komt neer op een grondige herziening van de overheidsfinanciën.
Reeves’ grote doel is de sputterende Britse economie weer op gang helpen en de kwaliteit van de publieke voorzieningen verbeteren. „Het is niet de eerste keer dat Labour de verantwoordelijkheid krijgt om Groot-Brittannië weer op te bouwen”, zei Reeves woensdag in het Lagerhuis. Dit is de eerste Labour-begroting sinds in 2010 de Conservatieven de regeringsmacht van hen overnamen.
Lees ook
De linkse schatkistbewaarder die de hand op de knip houdt en ‘ouderen in de kou zet’
Door hogere belastingen en extra leningen kan de regering gaan investeren in de gezondheidszorg, het onderwijs en hogere minimumlonen. Reeves kondigde de grootste belastingverhogingen in decennia aan, ter waarde van ongeveer 40 miljard pond (omgerekend bijna 48 miljard euro). De publieke gezondheidsdienst NHS profiteert veruit het meeste en krijgt er 22,6 miljard pond (27,1 miljard euro) bij per jaar, veel meer dan deskundigen in de sector zelf hadden verwacht. Het is Labour menens om de lange wachttijden voor een afspraak met een arts weg te werken.
Wie zijn de werkenden?
De vraag die in aanloop naar woensdag boven Reeves’ financiële plannen hing, was of Labour in deze eerste begroting al een belangrijke verkiezingsbelofte zou verbreken. De partij had tijdens de campagne beloofd dat belastingen voor werkenden niet omhoog zouden gaan. Specifieker sloten ze een stijging uit van drie grote belastingen: de btw, een belasting voor sociale zekerheid en de inkomstenbelasting.
Maar woensdag bevestigde Reeves speculaties in de Britse media, namelijk dat het werkgeversdeel van de belasting voor sociale zekerheid wel degelijk stijgt. Wie zijn die working people uit de campagne dan, vroegen journalisten en oppositiepartijen zich al weken af, omdat bedrijven zo’n stijging van premies indirect toch vaak doorberekenen aan hun personeel. Belofte verbroken of niet, de verhoging van ongeveer 800 pond (960 euro) per werknemer per jaar levert de regering veel geld op: 24 miljard pond per jaar, omgerekend bijna 29 miljard euro (volgens de Wereldbank bedroeg het Britse bruto binnenlands product in 2023 omgerekend 3.072 miljard euro).
De meeste maatregelen komen erop neer dat rijkere Britten meer betalen en lagere inkomens erop vooruitgaan. De minimumlonen gaan vanaf april volgend jaar met 6,7 procent omhoog, wat voor iemand met een voltijdsbaan neerkomt op een vooruitgang van gemiddeld 1.400 pond (1.680 euro) per jaar. En de belastingen op vermogenswinst, bijvoorbeeld voor rendementen op beleggingen, gaan omhoog. Het lage tarief stijgt van 10 naar 18 procent en het hoge gaat van 20 naar 24 procent.
Reeves heeft de regels rond staatsleningen veranderd, waardoor ze ruimte heeft gecreëerd om tussen de 50 en 60 miljard pond extra te lenen. Bepaalde schulden – zoals de leningen aan studenten voor hun collegegeld – tellen voortaan niet meer mee in de dagelijkse uitgaven, maar worden als investering gezien.
Onder de oude regels zou de staatsschuld in 2028 op 92,9 procent van het bbp uitkomen, onder de nieuwe regels zou dat (met dezelfde uitgaven) flink lager zijn: rond de 78,7 procent. Minister Reeves gebruikt voor komend jaar ongeveer 32 miljard van die extra ruimte en dat komt neer op „een van de grootste versoepelingen in decennia”, concludeerde het Office for Budget Responsibility (OBR), het Britse equivalent van het Centraal Planbureau.
Beroerd
Reeves legde in het Lagerhuis nog eens uitgebreid uit hoe beroerd de overheidsfinanciën eraan toe waren toen Labour in juli de macht overnam van de Conservatieve Partij. De Tories „hebben het land laten zitten”, zei ze. Het OBR bevestigde woensdag dat de Conservatieven bij hun laatste begroting, afgelopen voorjaar, een onvolledig beeld gaven van de staatsuitgaven en -inkomsten, waardoor hun plannen er mooier uitzagen dan ze waren. Het OBR zou tot een „wezenlijk anders oordeel” zijn gekomen en „meer gerichte waarschuwingen” hebben gegeven als ze toen de juiste informatie hadden gehad.
Er zitten ook allerlei kleinere maatregelen in de plannen, die verschillende delen van de Labour-achterban zouden moeten aanspreken. De vliegbelasting voor privévluchten gaat met 50 procent omhoog en de winsten van olie- en gasbedrijven worden ook zwaarder belast, om verduurzaming te bevorderen. Maar de belasting op benzine blijft, anders dan verwacht, op hetzelfde niveau. Reeves: „Aan de pomp 7 cent extra per liter betalen zou een verkeerde keuze zijn met het oog op werkenden.” En de accijns op alcohol van de tap gaat zelfs een beetje omlaag. Reeves: „Dat betekent een cent minder voor je pint in de pub.”