Over de afspraken tussen Den Haag en Washington om ASML’s chipmachine-export naar China aan banden te leggen is het laatste woord nog niet gezegd. Wat staat erin? Wat zijn de gevolgen? Ging Nederland door de pomp?
Vaderlandse media spraken op 27 januari van een „akkoord” tussen Den Haag en Washington over het Veldhovense hightech-bedrijf. Dit klinkt fijn gelijkwaardig. Onduidelijk blijft echter wat Nederland overhoudt aan ingaan op Amerikaanse eisen. Het kabinet bracht weinig details naar buiten, met als motief de nationale veiligheid.
Van afstand zagen ze beter wie de slag won. „Een belangrijke zege voor de Amerikanen”, schreef de Neue Zürcher Zeitung. In oktober schakelde de regering-Biden de technologie-oorlog tegen China een stand hoger, onder meer met een eenzijdige exportban. Maar zonder medewerking van Nederland en Japan, dat met Tokyo Electron ook sleutelonderdelen voor halfgeleiderproductie levert, had de maatregel een gapend gat. Dus moesten de twee bondgenoten aan boord gebracht.
Blijkens spitwerk van Politico ging dit gepaard met armpje drukken. Eerst wilden de VS het verbod regelen via een overlegplatform, het EU-US Trade and Technology Council. Dat had Den Haag liever niet, want exportcontrole is een nationale bevoegdheid en geen EU-zaak. Plan-B was de zaak onder te brengen in het Wassenaar Arrangement, een controlegremium voor wapenexport. Maar dan moest je China apart noemen en dat beviel onze regering evenmin; als kleine, open economie staan we zwakker tegenover een vertoornd China dan supermacht Amerika.
Wat dan? Nou, het moest gewoon. De VS voerden de druk op. ASML stond hoog op de agenda tijdens het Witte Huis-bezoek van premier Rutte en minister Hoekstra vorige maand. Allicht speelde Joe Biden charmant de bondgenootschappelijke kaart. Maar op ambtelijk niveau deinsde Washington niet terug voor spierballenvertoon, zo vertelden drie betrokkenen aan Politico. Zo werden de Nederlandse en Japanse onderhandelaars herinnerd aan de nieuwe opties die de VS zichzelf onlangs gaven om de export van ASML en Tokyo Electron naar China eenzijdig te blokkeren. Dus zonder instemming van Nederland of Japan.
Sinds de Koude Oorlog hebben de VS wetgeving om export van derde landen naar tegenstanders (toen de Sovjet-Unie) tegen te houden, indien de productie (deels) leunt op Amerikaanse import. Deze Foreign Direct Product Rule, aanvankelijk op wapens en wapentechnologie gericht, werpt de netten de laatste jaren wijder uit. Via deze route kreeg Huawei in 2019 sancties opgelegd: wie nu nog zaken met het Chinese telecombedrijf doet, komt de Amerikaanse markt niet meer op. Zeer effectief. De recente, op elektronica en computers gerichte uitbreiding van dezelfde wet lijkt volgens experts op maat gesneden voor ASML.
Chris Miller vertelt in zijn recente boek Chips War hoe ASML zijn monopolie op hightech-lithografie kon opbouwen in de gouden globaliseringsjaren 1990-2000. Geopolitieke rivaliteiten telden niet meer. Ook de chipsindustrie, spin-off van het militair-industriële complex uit de Koude Oorlog, werd aan marktkrachten vrijgegeven. De Amerikaanse computergigant Intel vond het zeer belangrijk dat érgens de nieuwe EUV-technologie werd ontwikkeld, desnoods buiten de VS. Twijfels van het defensie-establishment werden weggewuifd.
Anno 2022 leven we in een nieuwe tijd. Een oud en een nieuw beeld schuiven over elkaar heen. Veldhoven ligt vandaag én in het hart van een redelijk open wereldeconomie (die Den Haag en Brussel graag open houden) én aan de rand van het Amerikaanse imperium (dat de spierballen tegen China meer en meer laat rollen). Dat schuurt.
Moeten Den Haag en ASML niet gewoon ‘hun verantwoordelijkheid nemen’ en vol meedoen met de Amerikaanse verdediging van het vrije Westen tegen het autoritaire kwaad uit Beijing? Het is zeker een debat waard, maar niet op deze manier. Voor het normatieve en democratische gesprek is nu niet eens plek, want Washington beslist.
Mogen we zelf, in Nederland en Europa, onze belangen en waarden afwegen? Het gaat niet alleen om banen in de regio Eindhoven (belangrijk genoeg). Is het in ons veiligheidsbelang dat Washington afstevent op een militaire confrontatie met China? Dient het ons handels- en klimaatbelang dat Beijing als represaille vorige week de technologie-export blokkeerde van een domein waarop het zelf leidend is (zonnepanelen)? En vergeten we niet erg snel dat Bidens voorganger in 2024 ook weer zijn opvolger kan worden? Belangrijke vragen, waarvan de beantwoording pas politiek relevant wordt als we het armpje drukken van anderen met tegendruk kunnen opvangen.
Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.
‘Ik vond het heerlijk in Amerika, ook voor mij als vrouw was het een verademing”, zegt Ruth Oldenziel. „Ik kon er ontdekken wie ik was, wie ik kon zijn.”
Oldenziel is hoogleraar aan de technische universiteit Eindhoven en hoofdredacteur van een Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift, Technology and Culture. Tien jaar woonde ze in de Verenigde Staten. Ze promoveerde er en doceerde Amerikaanse geschiedenis aan Yale, een van de beste universiteiten van het land. „Ik ben daar echt tot bloei gekomen, politiek, maar ook cultureel en intellectueel volwassen geworden. Yale is een elite- universiteit, maar helemaal geen ivoren toren”, vertelt ze in haar appartement in Amsterdam.
Nadat ze in 1991 was teruggekeerd naar Nederland, was Ruth Oldenziel jarenlang een veelgevraagd Amerika-expert op televisie. Ze bleef vaak naar Amerika gaan en onderhoudt nog altijd nauwe banden met het land, zowel privé als professioneel.
Dit jaar aarzelt ze of ze weer zal gaan. Sinds Trump opnieuw aan de macht is worden topuniversiteiten aangevallen, drogen fondsen op en worden databases ontoegankelijk gemaakt. Bevriende academici overwegen uit de VS te vertrekken of doen dat daadwerkelijk. Ruth Oldenziel: „Alle waarden en normen van de democratie, van de rechtsstaat, van kennis, worden ondermijnd. Eigenlijk van alles waar ik voor sta.”
Oldenziel vertrok in 1981 als jonge vrouw naar Amerika, met wat ze achteraf omschrijft als een „typisch Europees superioriteitsgevoel’’. Ze was een „gymnasiummeisje’’ uit het Amsterdam van de jaren zeventig. Linksig. Doordrenkt van kennis over de klassieken. Ze sprak bij vertrek beter Frans en Duits dan Engels.
Amerika, dat was oppervlakkig. Dat was fout in Vietnam. Het stond gelijk aan populaire cultuur zonder diepgang. Het continent waar Europa zich tegen kon afzetten. Haar plan was om er een jaar te gaan studeren, vooral om haar Engels te verbeteren. Het bracht Oldenziel veel meer.
„In Amerika leerde ik, er niet vanuit te gaan dat de ander dom is. Wat in Europa wél de intellectuele houding is. Ik werd er gestimuleerd mijn potentieel helemaal uit te buiten. Ook mannelijke docenten omarmden vrouwenstudies, mijn mond viel open. Ze stimuleerden me alles uit mezelf te halen, zonder allerlei MeToo-achtige situaties.
„In Nederland had ik op dat vlak verschrikkelijke dingen meegemaakt op de middelbare school. Daar had je toen geen woorden voor, dus je probeerde er maar mee om te gaan. Je werd weggezet als leuk ding, of als te ambitieus. Omdat we allemaal links en progressief waren, hoefden we zogenaamd niet aan feminisme te doen. Toen ik in 1991 weer terugkwam vond ik het waanzinnig hoe Nederland achterliep in de omgang met seksisme en ook racisme.”
Toch bent u niet in Amerika gebleven.
„Een universiteit had me een vaste baan aangeboden. Maar ik dacht: als ik blijf, ben ik geamerikaniseerd. Dan heb ik geen kritische blik meer.
„Ik wist ook: kinderen opvoeden in Amerika, dat is een soort gouden strop. Je moet voortdurend geld verzamelen om ze een goede opleiding te kunnen geven. Ik kende de waarde van de Nederlandse publieke sector. Met de opleiding die ik had gehad stond ik al 10-0 voor op mijn leeftijdgenoten in Amerika, die met enorme studieschulden zaten.
„Toen ik terugkwam was de Europese integratie een enorm thema, met het verdrag van Maastricht en allerlei vragen waarvoor Amerika ook had gestaan, zoals de verhouding tussen de deelstaten en het geheel. Dat vond ik erg leuk. Het was een goede tijd om terug te komen.”
Het duurde wel even voor Oldenziel in Nederland haar stem als Amerikaduider had gevonden. „Amerika is als vrouwen en voetbal: iedereen hier heeft er een mening over, iedereen is deskundig. Dat is lastig als je er een academische graad in hebt. Daar wordt wat lacherig over gedaan: haha, jij bent expert. Als mensen dingen over Amerika beweerden waar ik veel over wist, dan dacht ik: ik houd m’n mond maar, want waar moet ik beginnen?”
Hoe bent u vaste gast geworden op televisie en radio?
„In 1997 kwam president Clinton naar Nederland, voor de viering van vijftig jaar Marshall-hulp. Ik zat in een middagprogramma toen er breaking news kwam over een aanklacht tegen Clinton wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag. [Historicus] Maarten van Rossem naast me deed het lacherig af. Ik schatte dat heel anders in, doordat ik in Amerika les had gegeven en weet wat seksuele intimidatie op de werkplek daar betekent. Het werd een van de grootste zaken van politiek Amerika.
„Vanaf dat moment werd ik vaak gevraagd. Vanwege het contrast ook vaak met Van Rossem: hij de man met die stoppelige baard, en ik het leuke plaatje ernaast. Daar was de televisie dol op. Ik probeerde altijd analytisch te zijn, geen commentator. Zo ontdekte ik hoe ik over Amerika kon praten, zo heb ik mijn stem gevonden.”
Maar de afgelopen jaren horen we die stem niet meer.
„In 2016, toen Trump voor het eerst gekozen werd, heb ik de avond ervoor op een bijeenkomst van hogere ambtenaren gezegd: hier is een fascist. En ik liet me bij een paneldiscussie verleiden om te zeggen: ik denk dat Hillary Clinton wint. Daar werd ik de volgende dag, toen Trump gewonnen bleek te hebben, op aangesproken.
„Daarna werd ik nog wel voor een aantal programma’s gevraagd, maar ook heel snel afgeserveerd en als vrouw geïdentificeerd met Hillary. Terwijl het natuurlijk onbegrijpelijk was, dat Trump was gekozen. Ik werd niet meer als deskundige gezien, maar als vrouw. En fascisme, dat kon je niet zeggen, want het viel toch allemaal wel mee met Trump, hij meende het toch niet?
„Dat Biden in 2020 werd gekozen, begreep ik eigenlijk ook niet. Toen realiseerde ik me: kan ik nog wel deskundige zijn? Toen ben ik gestopt.
Ik heb ooit voor iemand gewerkt die dezelfde persoonlijkheid had als Trump, dus ik herkende zijn pathologie onmiddellijk
Bent u als hoogleraar Amerikaans-Europese Techniekgeschiedenis niet bij uitstek geschikt om het Amerika van Trump, met de invloed van de masculiene techbros, te duiden?
„Ik heb ooit voor iemand gewerkt die dezelfde persoonlijkheid had als Trump, dus ik herkende zijn pathologie onmiddellijk. Zo iemand is onvoorspelbaar en irrationeel: leeft van het misleiden van anderen, gedijt bij chaos en put zich uit in het ontregelen. Analytisch commentaar is zinloos – al was het maar omdat de huidige mediaformats daar niet meer op toegerust zijn.”
Hoe bent u omgegaan met die man die zich op het werk net als Trump gedroeg?
„Het was een vrouw. Het is onmogelijk om met rede van zo iemand te winnen. In die situatie zitten we nu allemaal. We hebben niets te kiezen. Trump zit daar als president en wij kunnen geen ontslag nemen, we kunnen geen andere baan zoeken om ervan af te zijn.
„Collega’s zeggen vaak: ach, het is een pendule. Er komt altijd een tegenbeweging. Ja, totdat het niet zo is. Dat is ook in Duitsland gebleken. En welke krachten zorgden ervoor dat Hitler uiteindelijk toch verloor? Dat kon alleen omdat Amerika daarvoor de intellectuele, logistieke en militaire kracht had. Dat was het democratisch en academisch superieure Amerika waar ik in de jaren tachtig, nog maar 35 jaar na het einde van de oorlog, naartoe trok.
„Er zijn natuurlijk meerdere Amerika’s, maar dat was mijn Amerika. En mijn Amerika is nu stuurloos.”
Ik hoop dat er überhaupt nog verkiezingen komen. Dat is niet vanzelfsprekend. Die man wil niet meer weg
Heeft het u verbaasd dat mensen die redelijk weldenkend leken – in de Amerikaanse politiek, het bedrijfsleven, de advocatuur – zo snel voor Trump door de knieën gingen en doen wat Trump ze opdraagt?
„Helemaal niet. Als historicus weet ik dat het zo werkt. Duitsland was begin jaren dertig ook een rechtsstaat, natuurlijk wel een beetje wankel, maar met veel weldenkende mensen. Ik heb altijd een negatief beeld gehad van de mensheid, ik geloof niet in het goede van de mens. Je kan jezelf ook niet vertrouwen, dat je het goede doet.
„Januari dit jaar zei ik tegen iedereen in mijn kring die het horen wilde: hoe lang heeft Hitler erover gedaan om de macht naar zich toe te trekken? Nou, dat is dus drie maanden geweest, of vijftig dagen. Dus, zei ik, in maart is het zover. Wen er maar aan. Ik hoop dat er überhaupt nog verkiezingen komen. Dat is niet vanzelfsprekend. Die man wil niet meer weg.”
Is die parallel met het fascisme voor u extra belangrijk, omdat u uit een Joods gezin komt?
„Ik ben opgevoed door een onderduikmoeder. Het is niet voor niets dat ik voorzitter ben geworden van een vluchtelingenorganisatie, TakeCareBnB, nadat Trump de eerste keer gekozen was. Het gaat om de strijd tegen fascisme en racisme. Om democratie en rechtsstaat. Grote woorden, maar nu ze opeens ter discussie staan weten we weer wat hun betekenis is.
Ik ben ermee opgevoed dat het zomaar weer kan gebeuren. Daarom ben ik ook geschiedenis gaan studeren, met specialisatie twintigste eeuw, vooral tussen de twee wereldoorlogen.”
Foto Jagoda Lasota
„Nu zeg ik tegen mijn vrienden in Amerika: hou op met zeggen dat het niet erger kan”
Wat betekenden de verheven idealen uit bijvoorbeeld de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring voor u?
„Ik ben niet naar Amerika vertrokken omdat ik het land zo geweldig vond. Ik kwam uit een kritische traditie. Het idee van Amerika als democratisch gidsland, als City upon a Hill , is natuurlijk altijd omstreden geweest. Maar toen Obama in 2008 werd gekozen, nadat het land zichzelf in de Irak-oorlog helemaal was kwijtgeraakt, dacht ik wel … wow! Het kan dus toch!
„Nu zeg ik tegen mijn vrienden in Amerika – hou op met zeggen dat het niet erger kan.
„Als voorzitter van een vluchtelingenorganisatie ken ik genoeg verhalen van mensen die denken, nee, dat gebeurt niet. En van de ene dag op de andere moeten ze toch die beslissing nemen te vluchten.”
Hoe verlopen dat soort gesprekken?
„Drie voorbeelden uit mijn netwerk. Eén koppel van een topuniversiteit is bezig met het Franse programma om academici daarheen te laten verhuizen. Het zijn kritisch denkende mensen, ze hebben een transkind. Global citizens, voor hen is die stap niet zo groot.
„Dan heb ik een geweldige collega, die zit bij een B-universiteit in een B-baan. Onder zijn studenten zijn heel veel Trump-stemmers. Hij zegt: ik blijf op mijn post, ik ga met mijn studenten in gesprek, dat vind ik mijn morele plicht. Als ik mijn baan verlies, is dat een onderdeel daarvan.
„En dan heb ik vrienden in Washington, om de hoek bij het Witte Huis, die ook de hele wereld rondtrekken. Maar zij willen het gesprek niet aan.”
Bent u in de rouw, over uw Amerika?
„In januari dit jaar was ik gewoon depressief van wat er in Amerika gebeurde. Maar mijn mentale omslag is al sinds 2016 aan de gang. Ik ben nu politiek verweesd. Maar de band met mijn Amerika, in het persoonlijke, is gebleven.”
Serie De VS & wij
Deze zomer interviewt NRC Nederlanders die een sterke persoonlijke band met de VS hebben. Veranderen hun gevoelens en ideeën over het land, nu dat onder Trump zo verandert?
Worden schrijvers overbodig? Ja. Artificial Intelligence (AI) is nog in ontwikkeling, maar nu al zijn er voldoende tools, zeker als je ze in combinatie gebruikt, die een boek kunnen schrijven zonder dat je zelf creatief hoeft te zijn. Het vergt wat studie en oefening, maar het kan, en succes is zo goed als verzekerd, want er is een specifieke voorkeur ontstaan voor een soort middensegment. Daarmee bedoel ik niet zozeer ‘middelmatig’, maar ‘gemiddeld’. En dat treft, want daar moet AI het van hebben. Het creëert nieuwe tekst op basis van vergaarde informatie en gebruikt daar, zo zou je het kunnen zeggen, het gemiddelde van. Je boek is van prima kwaliteit, vol humor als je dat wilt, zonder uitgesproken gemenigheid – want AI is erop getraind om voorkomend te zijn – maar het zal niet van uitzonderlijke klasse zijn. Dat hoeft ook niet, want boeken die buiten het gemiddelde vallen, verkopen minder goed.
Kan iedereen nu boeken schrijven? Nou, dat gaat misschien twee of drie jaar goed, maar waarom zou een uitgeverij in zee gaan met een amateur van buiten, als er ook gebruik kan worden gemaakt van een redacteur die al in dienst is en dat veel beter kan?
Hoe werkt dat? Romans over moeders doen het goed in de verkoop. En dus vraagt de uitgever aan de redacteur om een roman te creëren over een vrouw met kinderwens die overhoop ligt met haar moeder. De redacteur voert de gewenste gegevens in en zet het schrijfprogramma aan het werk. Na elk stukje controleert de redacteur wat AI geschreven heeft, verbetert dat – iets wat redacteuren sowieso al gewend zijn te doen – en laat het programma of een ander programma verder schrijven. Na een paar dagen is het boek klaar en meteen ook geredigeerd. De uitgever laat AI een rechtenvrij omslag maken, compleet met belettering, en klaar is Kees. Nauwelijks kosten en geen royalty’s verschuldigd, want de redacteur is in vaste dienst.
‘Dat willen wij niet!’ hoor ik u roepen. ‘Kunnen we daar iets tegen doen?’
Nee, dat kan niet. Met zijn allen zorgen we er steeds vaker voor dat auteurs met een eigen stem en met bijzondere concepten, buiten de boot vallen. We vinden ze té bijzonder en niet geschikt voor een specifieke doelgroep of juist voor een breder publiek, of ze schrijven over een thema dat we ongewenst vinden. En zo zorgen we ervoor dat de bestsellerlijst over vijf jaar voor driekwart vol staat met boeken die door AI geschreven zijn. Omdat we nu eenmaal niet houden van buitenbeentjes.
Ted van LieshoutAmsterdam
HogesnelheidstreinenHet is geen overbodige luxe, een goed werkend ov-systeem in Europa
In zijn opiniestuk bestempelt Carlo van de Weijer een Europees hogesnelheidsnetwerk als economisch en ecologisch onverantwoord (15/7). Hij zet het collectieve ov-project weg als een dure droom en schuift de oplossing richting slimme technologieën, individuele flexibiliteit en luchtvaartinnovaties.
Maar duurzame mobiliteit draait niet alleen om innovatie: het draait om inclusie, systeemdenken en publieke regie. Het internationale spoor is geen overbodige luxe, maar een essentiële schakel in een rechtvaardig en toekomstbestendig vervoerssysteem.
Zeker: hogesnelheidslijnen zijn kostbaar en complex. Maar dat maakt het des te belangrijker om spoor niet als op zichzelf staand project te beoordelen, maar als onderdeel van een multimodaal systeem: fiets, trein, lokaal ov en deelmobiliteit. Internationale treinverbindingen versterken dat geheel, maken reizen over langere afstanden realistischer zonder vliegtuig, en verminderen de druk op de auto die ons openbaar domein al domineert.
Caren SchipperusWijchen
Lees ook
De opinie van Carlo van de Weijer: Een Europees hogesnelheidsnetwerk is niet zo’n goed plan
‘Dutch Treat’Zo steunt Europa Trump
Wat gebeurt hier nou? Rutte en Zelensky zijn hartstikke blij met Trumps toezegging om meer wapens naar Oekraïne te sturen. Maar de Europese landen gaan ervoor betalen.
Een traktatie waarvoor je zelf mag betalen heet in Amerika een ‘Dutch treat’. Wij noemen dat een sigaar uit eigen doos. Het zijn er in dit geval zelfs twee: Trump mag zich wentelen in zijn rol als weldoener, en Amerikaanse wapenfabrikanten mogen zich heugen in forse bestellingen.
Jan WarndorffUtrecht
Lees ook
Europa mag Amerikaanse wapens kopen voor Oekraïne, maar meer details heeft Trump zelf ook niet
Religieuze scholenDe gezamenlijkheid van de samenleving lijkt aangetast te worden
Aylin Bilic schrijft over de komst van islamitische middelbare scholen in haar column (Nog meer kinderen die niet gemengd gymmen, 16/7). Ik kreeg er een beklemmend gevoel bij, met name omdat ik de segregatie herken.
Als we deze ontwikkeling (eigen basisscholen, eigen middelbare scholen, ‘eigen’ wijken met eigen regels) oogluikend blijven toestaan, is dit funest voor de gezamenlijkheid van de samenleving en een verschrikking of ronduit beangstigend voor sterke vrouwen zoals Lale Gül of mensen met een seksualiteit of gender die niet tot de meerderheid behoort. Hier mag juist gericht en kritisch beleid op komen.
Natascha MinneboUtrecht
Religieuze scholenLui en tendentieus punt
In haar column heeft Aylin Bilic een lui en tendentieus dieptepunt bereikt. Met voornamelijk hearsay uit De Telegraaf en kwalijke insinuaties over de toekomst. Voeg nog een paar sneren naar GroenLinks en D66 toe, en je hebt een stuk waar de PVV zijn vingers bij aflikt.
Ik houd ook niet van religieuze scholen, maar noem dan ook refo-scholen als je over radicale gelijkheid van man en vrouw en lhbtqi-rechten begint.
C. ThissenEde
RoboticaHoe leeft het varken verder?
NRC schrijft over een onderzoek waarin robots oefenen op het verwijderen van galblazen bij varkens, niet omdat die varkens daarmee problemen hebben maar omdat artsen willen leren hoe robots een dergelijke operatie kunnen uitvoeren op mensen (11/7).
Ik vroeg me af, en las in het artikel niet terug, hoe het nu gaat met die varkens, zonder galblaas. Kunnen die net als mensen desnoods ook zónder? Maar ik moet goed lezen: de galblazen waren al verwijderd.
Leeft bij mij nog steeds de vraag hoe dat ging, met het varken. En welke afwegingen daaraan ten grondslag liggen. Heeft de redactie hier niet een dimensie laten liggen?
Anjo RoordaUlicoten
Elektrische fietsWij hebben bio-bikes
Het stuk van Marc Oskam (Het is tijd voor wat e-bikeschaamte, 11/7) herinnerde me aan de begroeting door een Duitse hotelhoudster onlangs. Mijn vriend en ik kwamen bezweet en voldaan bij haar aan na een dag fietsen langs de Rijn. Ze vroeg of we op een e-bike waren gekomen, zoals die dingen ook in Duitsland heten. Toen wij (70 en 67) dat met tevredenheid ontkenden, complimenteerde ze ons: „Ah, sie haben bio-bikes!” Inderdaad, zonder vervuilende accu’s, met uitsluitend de energie van een bruine boterham en een stuk appeltaart.
Een bloemenaltaar op de stoep met wat kaarsen en knuffels – Hello Kitty, een roze konijn met een kind in haar armen. Tussen de bloemen een bord: „Stop femicide.” In de nieuwsrubrieken was er wederom ruim aandacht voor de moord op Joeweela, dinsdag in Gouda. Onder de ogen van haar kinderen werd ze op straat doodgeschoten door haar ex-man.
Femicide, het woord is in opkomst de laatste jaren. De roep om vrouwenmoord aan te pakken wordt steeds luider. De Rijswijkse burgemeester Huri Sahin sprak in Nieuwsuur (NPO 2) van een groot probleem dat de samenleving ontwricht. Is dat zo? Er worden betrekkelijk weinig vrouwen gedood in Nederland. Gemiddeld 45 vrouwen per jaar, van wie 24 door hun partner of ex. Het moordcijfer is in dertig jaar sterk gedaald. De impact van een moord is natuurlijk groot maar met zo’n gering aantal kun je toch niet van een maatschappelijk probleem spreken.
Nieuwsuur liet zien dat we over iets anders praten als we het over femicide hebben: vrouwenonderdrukking in den brede. Gewelddadige mannen bijvoorbeeld, die hun vrouw als bezit beschouwen, als statussymbool, zo legde criminoloog Marieke Liem uit. Mannen die de vernedering van een scheiding niet verdragen, uit angst voor controleverlies of statusverlies. Liem noemde het „intieme terreur”. Naar schatting 200.000 vrouwen zitten in zo’n relatie. Een moord is slechts het aansprekende, extreme voorbeeld daarvan. Volgens Liem zou het een terugslag van de emancipatie kunnen zijn: vrouwen komen beter voor zichzelf op, mannen pikken dat niet.
Slangen en schroeven
Nog even naar B&B Vol Liefde (RTL 4) voor wat behapbaar drama. De realityserie draait op tragische ironie: de kijker ziet de ramp aankomen waar het personage nog geen weet van heeft. Zo denkt zijden sok Frank dat hij het hart van Ingrid kan veroveren, terwijl wij allang weten dat die genoeg van hem heeft.
Net als in Boer Zoekt Vrouw hebben de B&B-eigenaren een druk bestaan en verwachten ze dat de liefdeskandidaten daar meteen in meedraaien. Maar die zien hun deelname meer als een romantische vakantie. Zo zoekt Ingrid een voortvarende man die het werk ziet liggen en aan de slag gaat. Maar kandidaat Frank is meer het aan de keukentafel pratende type; sterk in complimenten en in gevoelige gesprekken.
Frank moet van Ingrid een plankje onder een vogelnest in de schuur verplaatsen, wat een hilarische scène oplevert. Bij het uitdraaien van de tweede schroef faalt hij al, waarna Ingrid zelf de ladder op moet. Frank maakt vooral te veel fuzz van het eenvoudige klusje. Tegen Ingrid kun je inbrengen dat ze hem niet de hele tijd op de vingers moet kijken. Maar ja, anders had je geen hilarische scène.
Misschien wordt het wel wat met de Surinaamse slangenman Dick en de blonde Karin, die dapper meegaat op snake patrol. Zij heeft als voordeel dat ze niet bang is voor slangen, behalve als ze in haar bed komen: „Ik hou wel van een gespierde man, maar niet van een gespierde slang.”
Maar wie kan het wat schelen of het wat wordt tussen de die twee? B&B Vol Liefde moet het hebben van de wat oudere, door het leven gehaalde kandidaten. De avonturen van de mooie, jonge kandidaten zijn over het algemeen tergend saai. Goed, het speelt zich af in de jungle met slangen, maar verder is deze romance, om de poëtische commentator Jeroen Kijk in de Vegte aan te halen: „Als een kabbelende golf die wegebt in de branding.”