Wat vindt NRC | Haatdragende taal alleen is geen reden voor een spreekverbod

Alleen al de aankondiging van een toespraak, aan de Radboud Universiteit, was voor het kabinet genoeg om de Palestijnse activist Mohammed Khatib de toegang tot Nederland te ontzeggen. Khatib is coördinator van de Europese tak van de organisatie Samidoun, die zich inzet voor Palestijnse gevangenen, en hij zou maandag in Nijmegen spreken over de wijze waarop in zijn optiek het Palestijnse verzet ‘gecriminaliseerd’ wordt: waarom zijn Israëliërs die ontvoerd zijn door Hamas in het gangbare discours ‘gijzelaars’, terwijl Palestijnen die zonder proces in ‘administratieve detentie’ vastzitten ‘gevangenen’ heten te zijn? Daarover zou je, in een open samenleving, een pittig universitair debat kunnen voeren.

Maar de ministers David van Weel (Justitie, VVD) en Marjolein Faber (Asiel, PVV) staken daar nog voor het weekend een stokje voor. Khatib, die in België een vluchtelingenstatus heeft en regelmatig in Nederland is, was niet meer welkom. Volgens de bewindslieden „legitimeert, vergoelijkt en verheerlijkt” Khatib geweld tegen Israël en steunt hij terroristische organisaties. Samidoun is in Duitsland verboden en Van Weel en Faber lijken een voorschot te nemen op een Nederlands verbod. De Kamer heeft zich daarvoor uitgesproken. Khatib kwam niet naar Nijmegen en hield zijn lezing uiteindelijk via video; zo’n dertig studenten volgden hem staand rond een laptop. Dat had iets van een anticlimax na de dagenlange opgewonden discussie.

Khatib maakt geen geheim van zijn sympathie voor Hamas, dat in de EU niet zonder reden op de terreurlijst staat. Het „zionistische” Israël is voor hem een „koloniale macht” en het is geoorloofd om je daar gewapend tegen te verzetten. Dat betekent voor hem, en voor Samidoun, dat de gruwelijke terreuraanvallen in Israël op 7 oktober vorig jaar gerechtvaardigd waren. Hij pleit voor een Palestijnse staat „from the river to the sea” en ontkent zonder omhaal van woorden het bestaansrecht van de staat Israël. Dat dit problematisch is, behoeft geen betoog. Of zijn eerdere uitlatingen voldoende aanleiding bieden om Khatib nu de toegang tot Nederland te ontzeggen is minder evident.

„Voor haatzaaien en verheerlijking van geweld is geen plek”, schrijven de ministers in een vooral politieke verklaring. De uitspraken van Khatib „kunnen een radicaliserend effect hebben” en daarom is voor weigering gekozen. Maar in een helaas vertrouwelijk gebleven memo vrezen ambtenaren van de NCTV en IND volgens RTL Nieuws dat er te weinig rechtsgrond is voor zo’n ongewenst-verklaring. Ook juristen die in onder andere NRC aan het woord kwamen, zien niet hoe zo’n besluit voor de rechter stand kan houden. Iemand is pas een gevaar voor de openbare orde als hij of zij een „actuele, werkelijke en ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving” is. Kan een lezing in kleine kring deze toets doorstaan?

Het is jammer dat het advies van de ambtenaren niet openbaar is gemaakt. Bij een dergelijk zwaarwegend besluit is transparantie over de motivering een eerste vereiste. In hun verklaring bewijzen de ministers slechts lippendienst aan het vrije woord. Een „groot goed”, schrijven ze, en het „mag best schuren”, maar „binnen de democratische waarden die we met elkaar hebben afgesproken”. Dat druist in tegen de jarenlange pleidooien van de leider van de grootste partij in deze coalitie. Die doet met goede redenen zelf ook met regelmaat een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Hoe verwerpelijk je bepaalde opvattingen ook vindt, je moet van goeden huize komen om iemand op grond van woorden de toegang tot het land te ontzeggen.