Hoe zat het met de Vermeer die geen Vermeer was?

Valse Vermeers In de lijst van topstukken die te zien zijn in de Vermeer-tentoonstelling staan schilderijen uit verschillende internationale musea. Maar in dat overzicht ontbreekt een schilderij uit de eigen collectie: ‘de Voetwassing’.

De voetwassing, Han van Meegeren, 1935 – 1943, olieverf op doek, h 122cm × b 102cm

Wat nou als deze Vermeertentoonstelling niet nu, maar tachtig jaar geleden had plaatsgevonden. Dan was er ongetwijfeld voor één bepaald schilderij een ereplaats gereserveerd: De Voetwassing, waar Maria Magdalena de voeten van Jezus zalft. Het Rijksmuseum kocht het doek juist toen aan, in 1943. Imposant en typisch Vermeers vroege periode, jubelden kenners, al was de bewondering minder groot dan bij die Vermeer die zes jaar ervoor was ontdekt, DeEmmaüsgangers.

Sterker nog, Kröller-Müller-conservator Willy Auping vond De Voetwassing zelfs verbijsterend lelijk: „De neus is afschuwelijk, vooral het neusgat is een gevoelloze klets bruine verf.” Vermeerkenner Eduard Plietzsch daarentegen prees het schilderij „als haast een twintigste-eeuws expressionistisch werk”. Hij had een punt.

Ondanks de neusgaten werden twijfels over de echtheid weggewuifd want leek dit schilderij niet enorm op De Emmaüsgangers? Nou dan. De Voetwassing moest wel echt zijn. Bovendien was er haast geboden met de aankoop, want de inkoper van het in oprichting zijnde Führer Museum in Linz was al komen kijken. Het wat schimmige herkomstverhaal nam men voor lief, want straks ontglipte deze nationale schat nog naar nazi-Duitsland.

Wat een gelukkig toeval dat na de jaren dertig, waarin de belangstelling voor Vermeer zo groeide, ineens zoveel onbekende stukken opdoken. „Het gaat wel hard de laatste tijd met de Vermeer-ontdekkingen”, merkte Auping terecht op. Die bevestigden ook nog eens het heersende vermoeden dat Vermeer een Italiaanse periode zou hebben gehad, want al deze nieuw ontdekte Vermeers hadden bepaald iets caravaggistisch. Vooral De Emmaüsgangers gold als een sensatie. Het was ontdekt door kunstkenner Abraham Bredius, die naar eigen zeggen in extase was over dit meesterwerk waarin Vermeer „zijn ziel” geeft. Graag wilde het Rijksmuseum het aankopen maar Museum Boijmans, gesteund door havenbaronnen, was net iets sneller en directeur Hannema was ‘ravi de découverte’. Enkel kunsthandelaar Armand Lowengard uit Frankrijk noemde het ‘a rotten fake’ maar sommige mensen zijn nu eenmaal jaloers, die moet je gewoon negeren, en dat deed de museumwereld dus ook.

De Telegraaf meldde wat velen dachten: dat „deze Vermeer op den duur voor Rotterdam dezelfde beteekenis zal krijgen als Rembrandt’s Nachtwacht voor Amsterdam heeft”. Rotterdam-Amsterdam: 1-1. Maar gelukkig kreeg het teleurgestelde Rijksmuseum alsnog een kans en voor 1,3 miljoen gulden werd het de eigenaar van De Voetwassing, die meteen een bomvrije kelder in moest, in afwachting van betere tijden. Alleen pakten die tijden anders uit.

Han van Meegeren (1889-1947) schildert in 1945 als demonstratie van zijn kunnen Jezus in gesprek met de schriftgeleerden
Han van Meegeren (1889-1947) schildert in 1945 als demonstratie van zijn kunnen Jezus in gesprek met de schriftgeleerdenFotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst

Collaborateur wordt verzetsman

Na de oorlog werd kunstenaar Han van Meegeren opgepakt vanwege het verkopen van kunst aan de Duitse bezetter, waar een hoge straf op stond. En dus biechtte hij iets op wat niemand zag aankomen: hij had die Vermeers zelf geschilderd. De kunstwereld was in shock. Hoe kon dit? Het antwoord lag in trucs met oude pigmenten, bindmiddelen, bakeliet en in het feit dat de sowieso handige schuursponsjes ook geschikt bleken te zijn om een eeuwenoude slijtage na te bootsen. Verder pasten de onduidelijke herkomstverhalen in de chaotische oorlogstijd, en er was nog weinig kunsthistorisch vergelijkingsmateriaal. Door die biecht veranderde Van Meegeren van een collaborateur in een – soort van – verzetsman, iemand die de nazi’s had opgelicht.

Het gaat wel hard de laatste tijd met de Vermeer ontdekkingen

Vermeer kenner Auping in de jaren dertig van de vorige eeuw

Dat beantwoordde de vragen van toen maar niet die van nu. Hoe kon men deze schilderijen voor Vermeer aanzien? Ze lijken er helemaal niet op. Waar ze wel op lijken, is typisch jaren-dertigkunst met een beetje dat sentimentele, zo net niet soft focus.

In dat jaren-dertiggevoel zit ook meteen het antwoord: mensen zijn blind voor hun eigen tijd. Als je ergens middenin zit, zie je niet wat er modieus aan is. De Ikea-gids ziet er nu goed uit, maar over een paar jaar oogt die toch gedateerd. Die blindheid voor de eigen tijd betreft ook vervalsingen.

In de melancholische jaren dertig en veertig zag men in deze ‘Vermeers’ een geestelijke diepte die werd verward met een tijdloze kwaliteit. Men herkende daarin een diep doorvoeld sentiment, precies wat we nu nog bij Rembrandts werken bewonderen. De nep-Vermeers raakten een snaar door iets herkenbaars wat bewonderaars niet precies konden duiden – wij wel, en onbedoeld zei Plietzsch het al: „haast twintigste-eeuws”.

Han van Meegeren in 1945 aan het werk. Achter hem „Christus in de Tempel” Foto Raucamp, Koos / Nationaal Archief

Wraak op de kunstwereld

Elke whodunnit heeft een motief dus hier ook: Van Meegeren voelde zich als kunstenaar miskend. Reproducties van zijn tekeningen van hertjes hingen overal bij mensen thuis, maar museale erkenning bleef uit. Dat stak. En wat is een beter bewijs van je talent dan dat je je kunt meten aan Vermeer? Zo nam hij wraak op de kunstwereld en liep meteen financieel binnen – misschien wel een nog belangrijker motief.

De rel was van blijvende invloed. Nu kunstkenners onbetrouwbaar waren gebleken, zou echtheid bepaald gaan worden door technisch materiaalonderzoek, dat steeds vernuftiger werd en wordt. Tegelijkertijd verbeteren vervalsingstechnieken ook. Wie is het slimst? Waar ligt onze blindheid?

Door het schandaal waren reputaties aan diggelen. Boijmans-directeur Hannema was al beschuldigd van collaboratie en viel nu nog dieper, maar weigerde zijn ongelijk toe te geven. Hij vertrok naar Overijssel waar hij nog jarenlang oude schilderijen bleef verzamelen om toe te schrijven aan Vermeer, eeuwig op zoek naar diens Italiaanse fase. Maar als je die doeken vergelijkt, zijn er zoveel stilistische verschillen dat ze duidelijk van verschillende makers zijn. Een andere vergelijking, die hij niet trok, levert meer gelijkenissen op. Zet die nieuwe ‘Vermeers’ van toen naast het vrije werk van Van Meegeren, en kijk naar die melancholische oogopslag van Jezus. Geestelijke diepte? Het zijn exact dezelfde ogen als van de hertjes.


Lees ook: Schepper van mierzoete nep-Vermeers