In de binnenlanden van Suriname, een landschap van moerassen, mangroves en dichtbegroeid tropisch regenwoud, liggen de dorpen van de Marrons. Zij zijn afstammelingen van slaafgemaakten die in de 17de en 18de eeuw vluchtten voor de Nederlanders en vrijheid vonden in de dichtbegroeide oerwouden.
Oorlogen, grondroof, en migratie hebben de geschiedenis van de Marrons getekend. Toch hebben de van oorsprong West-Afrikanen de cultuur van hun voorouders altijd weten te bewaren. In taal, geloof én in de teelt van gewassen.
Want, zo blijkt uit deze week gepubliceerd genetisch onderzoek van de Universiteit Wageningen: een deel van de rijst die de Marrons in Suriname verbouwen, is afkomstig uit West-Afrika en voormalig Nederlands-Indië. De herkomst van de rijst is daarmee „ontrafeld”, zo stellen de onderzoekers, die concluderen dat de vele rijstsoorten in Suriname 350 jaar aan koloniaal verleden weerspiegelen.
Hoogleraar Tinde van Andel en promovendus Nicholaas Pinas – zelf afkomstig uit een Marrongemeenschap – interviewden tussen 2017 en 2023 bijna honderd vrouwen in de binnenlanden van Suriname en buurland Frans-Guyana. Zij wilden weten: welke typen rijst planten zij en waar komt die rijst vandaan? De vrouwen – het verbouwen van gewassen in Suriname is een vrouwenzaak – vertelden eeuwenoude familieverhalen over voorouders die rijst op schepen meenamen, onder meer vanuit het tegenwoordige Ivoorkust en Nigeria. Archiefonderzoek ondersteunde hun verhalen.
Oude cultuurrassen
Een evolutiebioloog vergeleek de 136 rijstvariëteiten van de Marrons vervolgens met 1.400 variëteiten afkomstig uit de hele wereld. Wat bleek: een groot deel van de onderzochte Marron-variëteiten is inderdaad genetisch nauw verwant aan de oude cultuurrassen uit West-Afrika, of aan de door Portugezen vanuit Azië naar Afrika meegenomen rijst.
De uit Afrika afkomstige rijstsoort is een ‘zwarte’ rijst, matu alisi. Dat type heeft een donkerbruine tot zwarte schil om de korrel. De rijst blijft vooral binnen de Marron-gemeenschap, wordt op kleine schaal verkocht op markten en heeft vooral een emotionele en spirituele betekenis. Commerciële rijst uit Suriname, die onder meer in de Nederlandse schappen belandt, heeft geen Afrikaans dna.
Uit het onderzoek kwamen meer hoofdstukken uit de koloniale geschiedenis van Suriname naar boven. Zo vonden de onderzoekers rijstsoorten met een lange kafnaald, typerend voor Javaanse rijst. Contractarbeiders – in totaal kwamen bijna 33.000 van hen vanuit Nederlands Oost-Indië naar Suriname – namen de rijstsoort mee vanuit Java en andere Indonesische eilanden.
Natte oeverbank
De wereldwijde rijstmarkt wordt tegenwoordig gedomineerd door een beperkt aantal rijstsoorten. Dat noemen de onderzoekers vanwege klimaatverandering „riskant”. Ze roemen dan ook de „unieke” manier waarop de Marrons te werk gaan, zegt Van Andel: „Op diverse plekken proberen ze veel verschillende rijstsoorten uit. Variëteiten die het bijvoorbeeld op een natte oeverbank goed doen, blijven daar staan.”
De Marrons, die in Suriname decennialang werden gestigmatiseerd, zijn al jaren bezig aan een emancipatoire opmars. Dat geldt vooral voor de jongere generatie, die vaak hoger opgeleid is dan hun ouders en onder meer werkzaam is in de politiek. Maar: de springlevende, traditionele rijstbouw van de Marrons laat zien dat de uit Afrika en Azië afkomstige rijst in Suriname voorlopig niet verloren zal gaan.