1858 Slavernij: Abraham Lincoln vs Stephen Douglas
Zeven debatten voerden de Republikein Abraham Lincoln en Democraat Stephen Douglas maar liefst in de aanloop naar de senaatsverkiezingen voor Illinois van 1858. Daarmee waren ze de voorlopers van de traditie van presidentiële debatten, die door hen een belangrijke plaats kregen in de verkiezingscampagne. Deze debatten kregen ongekend veel belangstelling van de kranten, die stenografen naar de evenementen stuurden om zo precies mogelijk verslag te doen. Met het nog betrekkelijk jonge medium fotografie werden de sprekers vastgelegd.
Stephen Douglas en Abraham Lincoln in de jaren 1850.
Foto’s Library of Congress
Belangrijkste thema’s: de slavernij (waar de Democraten de voorvechters van waren) en de uitbreiding van de Verenigde Staten met nieuwe gebieden. De thema’s waren verknoopt omdat de belangrijkste vraag bij de toelating van nieuwe staten luidde: mogen de inwoners van die gebieden wel of niet zélf beslissen of ze een ‘slavenstaat’ willen zijn of niet. Lincoln, herinnerd als een van de meest begaafde sprekers uit de Amerikaanse geschiedenis, verloor de Senaatsrace van Douglas, maar in de debatten had hij zichzelf wel ‘op de kaart gezet’. In 1860 won hij de presidentsverkiezingen.
1872 Eerste vrouwelijke kandidaat: Victoria Woodhull
Op 2 april 1870 stond er een historische boodschap in de New York Herald – op pagina 5. Victoria Woodhull, bekend als oprichter van de Woodhull & Claflin’s Weekly, de eerste Amerikaanse krant die het Communistisch Manifest van Karl Marx afdrukte, als feministisch activiste en als de eerste vrouwelijke effectenmakelaar, kondigde in een korte brief aan dat zij zich kandidaat stelde voor het presidentschap. ,,Ik ben me er terdege van bewust dat ik in eerste instantie meer hoongelach dan enthousiasme zal ontmoeten.”
Ze was kandidaat namens de Equal Rights Party, die vlak voor de verkiezingen van 1872 werd opgericht. Op dat moment hadden vrouwen nog geen actief kiesrecht en als ze daadwerkelijk de meeste stemmen in het kiescollege zou hebben gekregen, was haar aantreden ongetwijfeld onmogelijk gemaakt door haar (grondwettelijk te) jonge leeftijd van 34 jaar.
In de campagne van 1884 kreeg ze concurrentie van Belva Ann Lockwood, de eerste vrouwelijke advocaat die ten overstaan van het Hooggerechtshof mocht pleiten, en die de presidentsrace in ging met een vrouwelijke running mate.
1916 Wilson en de Eerste Wereldoorlog
,,Vrouwen, of het nu komt door hun aard of de omstandigheden, trekken hun conclusies over maatschappelijke thema’s op grond van logica, terwijl stevige en verstandige conclusies in dit soort zaken alleen kunnen worden getrokken op basis van ervaring – ervaring in de wereld – en die hebben vrouwen nooit gehad, en ook niet kúnnen hebben, tenzij ze helemaal naar open terrein worden getrokken, waar ze helemaal niet meer veilig zijn. Getrouwde vrouwen kunnen de benodigde ervaring helemaal niet krijgen, tenzij de huidige situatie met het gezin als hoeksteen en de huidige verdeling van taken tussen man en vrouw compleet worden veranderd.
Women, whether by nature or circumstance, draw their conclusions about public affairs from logical reason, whereas safe and wise conclusions in such affairs can be drawn only from experience – experience of the world – such as women have not had and cannot have unless drawn entirely into the open and safe-guarded in no way. Married women could never get the necessary experience unless the present constitution of the family and the present division of duties between husband and wife is to be absolutely altered.
Dit is wat Woodrow Wilson, president van 1913-1921, aan een vriend schreef over vrouwen – en waarom ze geen kiesrecht moesten krijgen. Dat was in 1908.
In de campagne van 1916 ging Wilson voor zijn herverkiezing op pad met twee beloftes: hij zou de Verenigde Staten buiten de oorlog houden die vanaf 1914 in Europa woedde. En hij zou zich sterk maken voor het vrouwenkiesrecht. Reden waarom vrouwelijke trompetters op de campagnewagens meereden. De eerste belofte zou hij breken; de VS verklaarden enkele maanden na de aanvang van Wilsons tweede termijn, de oorlog aan Duitsland. En wat het vrouwenkiesrecht betrof, dat zou Wilson lange tijd uitstellen. In 1919 werd het in de VS ingevoerd.
1932 In de crisisjaren: Franklin Delano Roosevelt vs Herbert Hoover
Geen man leek beter voorbereid op het presidentschap dan Herbert Hoover. Hij was een ondernemer, in onder meer mijnbouw, die zich met enorm succes op ingewikkelde maatschappelijke problemen had gericht. Zo was hij verantwoordelijk voor de voedselvoorziening in het totaal verwoeste België na de Eerste Wereldoorlog. Hij had progressieve plannen, zoals het afschaffen van kinderarbeid en de invoering van een minimumloon. Na enkele jaren minister te zijn geweest, won hij met overmacht de verkiezingen van 1928. Een jaar later crashte de beurs op Wall Street en raakte het land, en de wereld, in een grote crisis.
In 1932 was van Hoovers reputatie weinig over. Het land kraakte onder de werkloosheid en armoede. De New Yorkse gouverneur Franklin Delano Roosevelt begon maar aan zijn eigen steunprogramma, bij gebrek aan nationale actie. In de toespraak bij zijn nominatie als de Democratische presidentskandidaat beloofde Roosevelt een new deal for the American people.
In de campagne tegen Hoover maakte Roosevelt als eerste gebruik van het relatief nieuwe medium radio. Op zijn campagnebijeenkomsten, waarvan soms delen werden uitgezonden, klonk steevast het liedje Happy days are here again, een herkenbare tune voor Roosevelts optimisme in donkere dagen. Als president zou hij de bevolking regelmatig via de radio toespreken in de zogenoemde fireside chats.
1956 Eerste tv-debat: Eleanor Roosevelt vs Margaret Chase Smith
Het eerste debat dat op televisie werd uitgezonden ging in 1956 niet tussen de twee presidentskandidaten – de zittende president Eisenhower en de Democraat Adlai Stevenson – maar tussen twee zogenoemde surrogates, twee vrouwelijke plaatsvervangers. Voor de Democraten stapte partij-icoon, voormalig First lady Eleanor Roosevelt op het podium. De Republikeinen werden vertegenwoordigd door Margaret Chase Smith, Senator voor Maine, die onder meer naam had gemaakt toen zij het opnam tegen haar partijgenoot, communistenjager Joe McCarthy.
Het debat werd uitgezonden in het kader van het tv-programma Face the Nation dat toen nog maar twee jaar bestond (het bestaat nog altijd). De dertien jaar jongere Chase Smith, die achteraf zei dat ze zich beslist had voorgenomen om bescheiden en op rustige toon te debatteren, viel de grootmoederlijke Roosevelt hard aan, ,,in een krengerig staccato”, zou ze in haar autobiografie schrijven. De reacties waren gemengd. En Eisenhower werd herkozen als president.
1960 Hét tv-debat: Richard Nixon vs John Kennedy
De eerste twee presidentskandidaten die op televisie met elkaar in debat gingen, waren de zittende vicepresident en Republikeinse kandidaat Richard M. Nixon en de Democratische senator John F. Kennedy. En hun tv-debat was niet alleen het eerste in de geschiedenis, volgens de Amerikaanse mythologie was de live-uitzending ook doorslaggevend voor de uiteindelijke overwinning van de onervaren Kennedy.
Viermaal zouden de kandidaten met elkaar in debat gaan, maar de eerste is de geschiedenis in gegaan. Enquêtes zouden achteraf uitwijzen dat de kiezers die naar de radio hadden geluisterd, in meerderheid Nixon als winnaar aanwezen, terwijl degenen die op televisie hadden gekeken, in meerderheid vonden dat Kennedy had gewonnen. Was Kennedy domweg aantrekkelijker? Hij was in elk geval beter uitgerust dan Nixon, beter opgemaakt, veegde minder vaak het zweet van zijn voorhoofd en keek niet steeds nerveus naar de klok, zoals Nixon.
Kennedy en Nixon tijdens het laatste van hun vier televisiedebatten in 1960.
Foto’s Getty Images
Tv werd meteen een belangrijk instrument in de campagne. Kennedy maakte speelse filmpjes met vrolijke deuntjes (Kennedy Kennedy Ke-Ne-dyyy), Nixon liet zichzelf liever filmen achter een bureau om zijn ervaring en ernst te accentueren. De uitslag was heel close: Kennedy kreeg uiteindelijk 120.000 stemmen meer dan Nixon, op een totaal van 68,8 miljoen stemmen.
1980 ‘There you go again‘: Jimmy Carter vs Ronald Reagan
,,There you go again.” Ronald Reagan was weliswaar al heel lang politicus van conservatief-Republikeinse snit, maar hij was eerst en vooral een great communicator. Als acteur met een lange staat van dienst in Hollywood had hij timing geleerd en een goed gevoel voor de one-liner (,,Mr. Gorbachov, tear down this wall”). In debat met de zittende president Carter, toch al impopulair door de matige economie en de vernedering van de langdurige gijzeling van Amerikanen door het nieuwe bewind in Teheran, was Reagan het zonnige optimisme zelve. Toen Carter hem aanviel op zijn standpunt over ziektekostenverzekering, antwoordde Reagan met een lachje en ‘there you go again’ (doe je het wéér), waarmee hij Carter goedmoedig neerzette als leugenaar.
1992 Drie kandidaten: George H.W. Bush vs Bill Clinton vs Ross Perot
Drie serieuze kandidaten – dat hebben de VS zelden gehad, maar in 1992 waren ze alledrie serieus genoeg om gedrieën in één en hetzelfde tv-debat tegen elkaar in het krijt te mogen treden. Zittend president George H.W. Bush voor de Republikeinen, gouverneur Bill Clinton voor de Democraten en zakenman Henry Ross Perot voor zichzelf. Het idée reçu is dat Perot de babyboomer Clinton destijds de overwinning bezorgde door vooral stemmen af te snoepen van Bush. Bij de exit polls bleek dat wel en niet het geval te zijn: verdeeld over het hele land (de zogenaamde popular vote) waren er inderdaad evenveel Ross Perot-kiezers die anders voor Bush dan wel voor Clinton zouden hebben gestemd. Maar door het systeem van kiesmannen bleek dat de aanwezigheid van Ross Perot op het stembiljet Clinton waarschijnlijk de staten Montana en Nevada heeft helpen veroveren.
Wat Bush in elk geval niet hielp, was dat hij, juist toen een vrouw uit het publiek het woord kreeg om een vraag te stellen, eventjes op zijn horloge keek. Zo wekte hij daarmee de schijn dat het debat, of de vraagstelster, hem niet bijster interesseerde – een suggestie die kleefkracht kreeg doordat Bush toch al niet bekend stond als een heel betrokken of warme politicus. Maar de echte nagel aan zijn doodskist had Bush zelf al eerder geslagen, in de campagne voor de verkiezingen van 1988, die hij won. ,,Read my lips„, zei hij toen, ,,er komen geen nieuwe belastingen.” Toen hij als president de belastingen toch moest verhogen, was dat een inkoppertje voor de Clinton-campagne.
2008 Eerste zwarte president: Barack Obama vs John McCain
Toen de Republikeinse presidentskandidaat John McCain bij een campagnebijeenkomst van een van zijn kiezers hoorde dat zij Obama niet kon vertrouwen, omdat hij… en daar werd ze vager, ze liet het woord ‘Arabier’ vallen, en de implicatie was duidelijk: was de zwarte Democraat met de wonderlijke naam wel een echte Amerikaan? Was hij wel een christen, en niet stiekem een moslim? McCain schudde zijn hoofd, nam de microfoon over en zei: ‘Mevrouw, ik kan u verzekeren, Barack Obama is een fatsoenlijke man en een goede Amerikaan. Ik verschil alleen van mening met hem.’
O, de zoete tijd van 2008. Toen politici racisme beteugelden in plaats van aanwakkerden. Toen de tegenstander in de race een rivaal was, geen vijand. Populisme was wel al een serieuze kracht in die campagne. De keurige senator McCain had zich genoodzaakt gevoeld de populistische gouverneur van Alaska, Sarah Palin, als running mate aan te wijzen. En er woedden al samenzweringstheorieën over het geboortebewijs van de in de staat Hawaii geboren Obama; was hij niet eigenlijk een Keniaan?
McCain en Obama gingen drie keer met elkaar in debat. De begaafde redenaar Obama had weinig moeite om cool over te komen naast de driftiger McCain. De verkiezing ging inderdaad over verandering – kernwoord in Obama’s campagne. Na acht jaar een Republikein in het Witte Huis waren de Amerikaanse kiezer klaar voor een historische stap: de eerste zwarte president.
2016 De stalker: Donald Trump vs Hillary Clinton
Hillary Clinton was in 2016 de eerste vrouwelijke kandidaat voor een van de twee grote partijen. Ze had een mensenleven aan ervaring in de nationale politiek: first lady, senator, minister van Buitenlandse Zaken. Ze was ook een geliefde kop-van-jut voor de Republikeinen. In het Congres hadden ze onderzoek na onderzoek ingesteld na een aanval op de Amerikaanse ambassade in Benghazi, Libië. Ze had het bovendien verdomd moeilijk in de campagne om de Democratische nominatie, waar de toen nog relatief onbekende Bernie Sanders tot het bittere einde een geduchte concurrent bleek – wiens aanhangers na afloop in verrassend grote getale liever op Trump dan op Clinton bleken te stemmen.
Donald Trump had ondanks felle tegenstand van de Republikeinse Partij de nominatie veroverd. Als kandidaat introduceerde hij een nieuwe stijl in de campagne: hij was grof in de mond, hij leek geweld aan te moedigen (‘ik zou hem in zijn gezicht willen stompen’, zei hij toen iemand op een van zijn campagnebijeenkomstenkwam protesteren) en hij schoot met scherp op Hillary Clinton. ‘Sluit haar op’, werd op al zijn rally’s gescandeerd, onder verwijzing naar het FBI-onderzoek naar haar gebruik van een privé-server voor staatszaken.
Bij het tweede tv-debat tussen de rivalen werd Clinton letterlijk op het podium achtervolgd door Trump. Als het haar beurt was om te spreken, ging hij vlak achter haar staan. De kijkers zagen Clinton dan spreken over gezondheidszorg of buitenlands beleid, en achter haar deinde Trump in beeld en bleef daar staan. Tot op de avond van de verkiezingen voorspelden peilingbureaus en media een overwinning voor Clinton. Zij kreeg inderdaad de meeste stemmen in het land, maar Trump won de meeste kiesmannen en werd president.
2024 Een kandidatuur-dodend debat: Biden vs Trump, dan Harris
Joe Biden was oud. Hij was 78 jaar toen hij de verkiezingen won in 2020 en toen hij drie jaar later aankondigde dat hij campagne wilde voeren voor een tweede termijn, ging er zoiets als een collectieve kreet op onder progressieve Amerikanen. Broze Biden, die zich door persconferenties heen stamelde, die zijn keel moest schoonhoesten voor hij een vraag kon beantwoorden, die verward om zich heen keek bij openbare gelegenheden en voor wie een vliegtuigtrap een gevaarlijke kermisattractie was – moest hij het nou echt opnieuw opnemen tegen Donald Trump?
In juli 2024 traden ze tegen elkaar aan voor een tv-debat. Trump hoefde nauwelijks iets te doen. Biden staarde zwijgend voor zich uit, de mond half open. Hij gaf warrige antwoorden, waarvan het warrigste uitliep in de zin: ‘We hebben eindelijk ons ziekenzorgsysteem verslagen.’ De president en zijn team noemden het een bad night, maar zijn partijgenoten zagen het anders. Ze voerden de druk op Biden op om zich terug te trekken en na een paar weken deed hij dat ook, maar niet voordat hij zijn opvolger naar voren had geschoven: vicepresident Kamala Harris. Zij werd bij acclamatie aangewezen als de Democratische kandidaat.
Nu was Trump ineens de oudste presidentskandidaat ooit. En zo soeverein als hij was geweest in het debat met Biden, zo warrig was híj nu in een debat met Harris. Na een paar provocaties van haar (‘mensen lopen weg bij zijn rally’s’) barstte Trump uit met een internetgerucht over Haïtiaanse migranten in Ohio die ‘honden, katten, huisdieren’ zouden eten. Overigens bleef dit voor hem, anders dan voor Biden, zonder consequenties. Zijn running mate en zijn partijgenoten bleven volhouden dat Haïtianen inderdaad huisdieren aten, hoeveel journalisten ook in het genoemde dorpje optekenden dat er geen spoor van bewijs voor was. En in de peilingen veranderde ook niets. Trump en Harris stormen nek aan nek op 5 november af.