Waar moet je beginnen na het lezen van de ernstige waarschuwingen van de Global Commission on the Economics of Water, een onafhankelijke organisatie met een keur aan internationale economen, waterexperts en beleidmakers? Bij de meer dan duizend kinderen onder de vijf jaar die dagelijks sterven aan ziektes door een gebrek aan schoon drinkwater? Bij vrouwen en kinderen in ontwikkelingslanden die samen ieder jaar 200 miljoen uur kwijt zijn aan water halen? Bij de 3 miljard mensen die leven in gebieden waar de watervoorraad afneemt? Of bij het feit dat rijke landen bij ongewijzigd beleid tegen het midden van de eeuw wel eens 8 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) kunnen verliezen door een verstoorde watercyclus – en arme landen zelfs 10 tot 15 procent?
Het zijn dramatische getallen in het rapport The Economics of Water. „Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid is de watercyclus uit balans”, valt daarin te lezen, „waardoor een eerlijke en duurzame toekomst voor iedereen wordt ondermijnd”.
En dat niet alleen. Als de watercyclus niet wordt hersteld, bedreigt dat ook veel ecosystemen op de planeet en de kans om klimaatverandering binnen de perken te houden. Omgekeerd duwen juist vernietiging van ecosystemen en klimaatverandering de watercyclus alleen maar verder uit balans.
Atmosferische rivieren
Voor Henk Ovink, voormalig Nederlands watergezant en een van de initiatiefnemers van de watercommissie, begint het verhaal daarom bij de watercyclus, en dan vooral bij wat het rapport de ‘groene’ watercyclus noemt – in tegenstelling tot de blauwe cyclus van grondwater, rivieren en meren. Die groene hydrologische cyclus draait om vocht dat is opgeslagen in de bodem en in vegetatie en dat via verdamping en ‘transpiratie’ in de atmosfeer terechtkomt. Via ‘atmosferische rivieren’ gaat dit water de hele planeet over, om uiteindelijk als neerslag terug te keren in planten en bodem. Groen water circuleert op een natuurlijke manier en, aldus het rapport, „genereert ongeveer de helft van alle regenval op land, de bron van al ons zoetwater”.
Daarom vindt Ovink het groene water zo belangrijk. Bij het denken over de beschikbaarheid van water heeft het tot nu toe nauwelijks een rol gespeeld, terwijl juist in deze watercyclus de hele wereld met elkaar is verbonden. Ontbossing of verstedelijking op het ene continent kunnen neerslagpatronen op het andere continent verstoren. „Dom landgebruik”, noemt Ovink dat.
„We weten heel goed dat water, via gedeelde rivieren, meren en grondwaterbekkens, vaak grensoverschrijdend is. Als het ene land een dam bouwt, kan het buurland daar last van hebben. Als Duitsland zijn rivieren vervuilt, heeft dat in Nederland gevolgen”, zegt Ovink. „Dat vinden we eigenlijk al spannend genoeg. Maar de atmosferische rivieren gaan de wereld over. Ze maken van water een mondiale kwestie.”
Daarom luidt de ondertitel van het rapport: Valuing the Hydrological Cycle as a Global Common Good – maak van de hydrologische cyclus een mondiaal algemeen belang. Dat is de grote, nieuwe aanbeveling van het rapport.
Pleidooi voor solidariteit
Margreet Zwarteveen, hoogleraar Water Governance aan het IHE Delft Institute for Water Education en de Universiteit van Amsterdam en niet betrokken bij het rapport, prijst de focus op groen water. Daarmee laten de auteurs heel nadrukkelijk zien dat waterbeheer in de ene regio, of het ene land, gevolgen heeft voor wat in een ander land gebeurt. „Ik lees dat als een pleidooi voor meer solidariteit. Je kunt grenzen niet sluiten als het over water gaat. Het zou goed zijn als water op deze manier, met veel aplomb, hoog op de politieke agenda wordt gezet”, zegt Zwarteveen, die in haar eigen onderzoek vooral kijkt naar een rechtvaardige verdeling van water.
Zwarteveen is ook blij met de grotere rol die het rapport aan overheden geeft bij het beheer van water. „Lange tijd stond dat onvoldoende op de radar”, zegt ze. „Er werd veel nadruk gelegd op de rol van de markt. Laat die het water maar verdelen, dan komt het vanzelf goed. Dat geloof in de markt wordt in het rapport een beetje gerelativeerd. Al had dat wat mij betreft wel wat sterker gekund.”
Dat geldt ook voor de oplossingen die het rapport aandraagt. „Efficiënt watergebruik, druppelirrigatie in de landbouw, het beprijzen van water. Heel algemeen, en het meeste is al eens geprobeerd, zonder dat het heeft gewerkt.”
Betalen voor water
Neem het verhogen van de prijs van water – een van de suggesties in het rapport, waarvan de auteurs erkennen dat die niet zaligmakend is. „Het idee is dat boeren dan vanzelf minder gaan gebruiken”, zegt Zwarteveen. „Maar dat is pertinent onjuist, blijkt uit veel onderzoek. Allereerst moet je de vraag stellen: waar betaal je precies voor? Betaal je voor het water zelf of voor de waterdienst, de service, de infrastructuur om water van A naar B te brengen en de menskracht die daarvoor nodig is? De meeste boeren investeren heel veel in water. Ze betalen om het water naar hun velden te krijgen. Boeren zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van water. Ze zijn daarom zelf al heel bezorgd over de toekomst en de kwaliteit van water. Dan is het heel mooi als je van water een global commons, een mondiaal belang, wilt maken. Maar zorg vooral ook dat het een local commons is, een lokaal belang.”
Zwarteveens kritiek op het rapport is dat water toch weer in een traditioneel economisch keurslijf wordt geduwd. Maar dat gaat niet. „Wat water anders maakt, is dat je het niet kunt inpakken. Je kunt er geen strik omheen doen en dan verkopen. Dat kan pas als het in een leiding zit, als er een waterdienst van wordt gemaakt. Maar het meeste water is niet ingepakt. Het stroomt, het gaat de bodem in, het verdampt. Hoe pak je dat vast? Hoe meet je dat? Dat is heel ingewikkeld, en daardoor blijkt het steeds weer heel moeilijk om het als een puur economisch goed te zien, en er een prijskaartje aan te hangen.”
Dat het niet zo simpel is, weet Ovink ook. Wat hij hoopt, is dat het rapport laat zien dat water een schaars goed is – waarvan we, als je alles meetelt, gemiddeld maar liefst 4.000 liter per persoon per dag gebruiken.
Lees ook
Te weinig, te veel, te vies – water staat onder druk
„Onze gletsjers smelten, we putten de grondwatervoorraad uit, en het beschikbare water zijn we aan het vervuilen. We verwoesten onze biodiversiteit en sleutelen daarmee aan de groene watercyclus. En tegelijkertijd stijgt de vraag naar water door de bevolkingsgroei en de groei van economieën”, zegt Ovink. „De positieve boodschap van het rapport is, dat water heel actiegericht is. Het mooie van water is, dat je er iets aan kunt doen.”