Mijn zoon daagde mij uit voor een potje Trivia Crack. Het is een spel waarbij degene met de meeste algemene kennis wint, en de onnozelaar die mijn tienerzoon is, dacht dat hij het met zijn vier jaar middelbare school van mij kon winnen. Het zal u wellicht deugd doen dat ik hem verpletterend heb verslagen. Je kan kinderen immers niet genoeg realiteitszin bijbrengen. Maar daar gaat deze column niet over.
Een van de vragen die ik bij het spel kreeg, was wie de volgende uitspraak had gedaan: „Ik ben niet links, ik ben niet rechts, ik ben rechtdoorzee.”
Het klonk in mijn oren zo cartoonesk en kinderachtig, dat het niet anders dan een fictief karakter kon zijn, dus ik koos uit het aanbod van antwoorden Kapitein Iglo.
Het bleek een uitspraak te zijn van Rita Verdonk.
Mijn inschattingsfout hield me daarna bezig. Ik heb kennelijk de gewoonte om politici als gelaagdere mensen te beschouwen dan ze eigenlijk zijn, en de huidige stand van zaken is daar weer eens het bewijs van. Vandaag over een week kiezen de Verenigde Staten hun 47ste president. Het zal, linksom of rechtsom een historisch moment zijn. Als Kamala Harris wint, staat er voor het eerst een vrouw in het centrum van de Amerikaanse macht.
Als Donald Trump wint, bestaat er een reëele kans dat Amerika in handen van een klassieke dictator valt (zoals dertien Republikeinse topambtenaren in een alarmerende open brief stelden). Trump zelf is de afgelopen weken bovendien steeds explicieter geworden in de beloftes die hij maakt. Het zijn niet langer de lege woorden waaraan we gewend zijn wanneer er verkiezingen gehouden worden; niets over eenheid, of dat hij een president voor álle Amerikanen zal zijn.
Nee, hij is glashelder over wat het volk te wachten staat als hij volgende week wint: hij zal zijn tegenstanders vervolgen en daarbij het nationale leger inzetten. En zijn tegenstanders, dat zijn de Democraten, die Trump inmiddels heeft betiteld als de ‘enemy within’. In deze retoriek – met de smaak van een burgeroorlog – heeft hij massadeportaties aangekondigd waarbij ten eerste illegale immigranten worden uitgezet, en met hen elke andere Amerikaan die hem niet bevalt.
Het is de eerste keer dat een Amerikaanse presidentskandidaat dreigt met militair geweld tegen eigen burgers. Het is misschien ook daarom dat veel weldenkende mensen niet helemaal lijken te geloven wat hij zegt te gaan doen, ook al blijkt uit zijn acties in het verleden dat hij zich wel degelijk aan dergelijke megalomane, anti-democratische en illegale plannen heeft gehouden.
Trump heeft bovendien alles te verliezen. Drie weken na de verkiezingen zal hij voor de rechter verschijnen om zijn straf te horen. Daarover zei hij dat als hij eenmaal president is, de rechtszaak gewoon zal verdwijnen. En zo niet, dan zal hij de aanklager, Jack Smith, „binnen twee seconden” ontslaan. „It’s so easy”, zei hij erbij. Nog makkelijker zou het zijn, stelde Trump op een ander moment, om hem te deporteren „together with the mentally deranged people”.
Hier is niet alleen een man aan het woord die wraak en geweld verheerlijkt. Hij is ook de meest eenvoudige verbeelding van wat een sterke man zogenaamd zou moeten zijn. Hij is grotesk, zowel in voorkomen als retoriek. Dat is dan ook precies het probleem: weldenkende mensen geloven hem niet. En ondanks de vele waarschuwingen betrap ik mezelf ook op de gedachte dat het zo’n vaart niet zal lopen. Trumpisten daarentegen geloven hem blind. Zij stemmen op iemand met een duidelijke koers, uitgelegd in weinig woorden. Er schuilt geen troost in deze gedachte, trouwens. Wat rest is de aloude waarheid dat het volk de leider krijgt die het verdient, ook als deze ze de afgrond instuurt.
Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.