Nederland is in toenemende mate doelwit van cyberaanvallen door ‘statelijke actoren’ en vitale infrastructuur als windmolenparken lopen het risico geraakt te worden door sabotage. Dat zijn enkele van de bevindingen uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2024, dat ieder jaar wordt gepubliceerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
In het rapport worden met name Rusland en China genoemd als staten die Nederland in steeds grotere mate proberen te raken met cyberaanvallen. Daarbij wordt benadrukt dat niet alleen veiligheidsdiensten van een land verantwoordelijk zijn, maar dat ook hackerscollectieven, universiteiten en bedrijven worden ingeschakeld voor zaken als sabotage en datadiefstal.
Naast een intensivering wordt ook de complexiteit van cyberaanvallen steeds groter, omdat aanvallen in verschillende vormen worden uitgevoerd. Qua doelwitten richt Rusland zich volgens de NCTV met name op cruciale infrastructuur van de NAVO en de EU, waar China zich steeds meer richt op de sabotage van onder meer militaire infrastructuur. Dergelijke aanvallen zijn in Nederland nog niet voorgekomen, maar vormen wel een grote dreiging in de toekomst.
Digitale monocultuur
Vanwege de toename van steeds complexere aanvallen moet Nederland meer doen om zich te beveiligen. Zo waarschuwt de NCTV organisaties voor wat een „digitale monocultuur” wordt genoemd, waarbij gebruik wordt gemaakt van slechts een klein aantal softwareaanbieders en een cyberaanval daardoor een grotere impact kan hebben. Dat kan vervolgens weer gevolgen hebben voor ziekenhuizen, luchthavens en overheidsinstanties.
In Nederland wordt momenteel gewerkt aan één centrale cybersecurityorganisatie, waar het Nationaal Cyber Security Centrum, het Digital Trust Center en het Computer Security Incident Response Team voor digitale dienstverleners deel van zullen uitmaken. Deze organisatie zal zich bezighouden met toezicht op cyberdreigingen en het nemen van veiligheidsmaatregelen. Ook op Europees niveau moet dergelijk beleid beter gestroomlijnd gaan worden.
De coalitie van de linkse Sri Lankaanse president Anura Kumara Dissanayake, die afgelopen september de verkiezingen in zijn land won, heeft vrijdag ook een meerderheid in het nationale parlement gewonnen. Dat meldt de Sri Lankaanse verkiezingscommissie. Dissanayake’s marxistische National People’s Power (NPP)-coalitie won 159 zetels, een tweederdemeerderheid in het parlement van in totaal 225 zetels.
Hiermee heeft Dissanayake een groot mandaat verkregen als president, en pakt zijn beslissing om direct na zijn eigen uitverkiezing in september van dit jaar parlementsverkiezingen uit te schrijven goed voor hem uit. In het vorige parlement had Dissanayakes partij, de communistische Janatha Vimukthi Peramuna (JVP), maar drie zetels.
Onderhandelen met het IMF
Nu er zoveel NPP-leden in het parlement komen, zien Sri Lankanen ook niet meer „dezelfde gezichten” in de politiek tegen wie Dissanayake zelf campagne voerde.
Dissanayake (55) zit al lange tijd in het parlement en voert een linkse politiek. Hij verwijt de oude garde van de Sri Lankaanse politiek dat die corrupt is, en geeft die partijen de schuld van de inflatie en de hoge prijzen voor voedsel en brandstof. Twee jaar geleden, in 2022, leidden die problemen tot grote protesten en het gedwongen vertrek van president Gotabaya Rajapaksa.
Diens opvolger en vanouds politieke tegenstrever – maar evenzeer onderdeel van de elite van het land – Ranil Wickremesinghe bracht strenge hervormingen, belastingverhogingen en andere bezuinigingen om de financiën van het land op orde te brengen. Volgens Dissanayake werd daarmee de bevolking van het land opnieuw de dupe van de politici.
Hij won de presidentsverkiezingen in september met onder meer de campagnebelofte dat hij opnieuw zou onderhandelen met het Internationaal Monetair Fonds voor betere voorwaarden voor een financieel herstelpakket. Met zijn kersverse parlementaire meerderheid kan voor zo’n procedure worden ingestemd. Hetzelfde zou gelden voor het ontmantelen van de verregaande presidentiële bevoegdheden – die volgens hem bijdragen aan corruptie, machtsmisbruik en vriendjespolitiek – waartegen Dissanayake ageerde toen hij nog in de oppositie zat.
Opnieuw lijkt het erop dat een NSC-bewindspersoon ermee stopt. Nora Achahbar is voornemens op te stappen als staatssecretaris Toeslagen en Douane. Dat bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving van de NOS.
De NOS schrijft dat Achahbar opstapt uit onvrede met de gebeurtenissen binnen het kabinet na het geweld in Amsterdam rond de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv van vorige week donderdag.
Tijdens de ministerraad van afgelopen maandag zou het hoog opgelopen zijn. Volgens Achahbar werden er racistische uitspraken gedaan. Zij zou toen al bezwaar hebben gemaakt tegen bepaald woordgebruik door haar collega’s.
Achahbar zou haar vertrek na de ministerraad, die momenteel bezig is, willen aankondigen.
Laat Javier Milei zien wat er vanaf januari te verwachten valt van aanstaand president Donald Trump?
De Argentijnse president heeft de regeringsdelegatie op de klimaattop in Bakoe opgedragen te vertrekken. Het vroegtijdige vertrek komt totaal onverwachts. „We hebben instructies van het ministerie van Buitenlandse Zaken om niet meer deel te nemen. Dat is alles wat ik u kan vertellen”, zei Ana Lamas, staatssecretaris van Milieu, tegen The Guardian.
Een deel van de in totaal 85 delegatieleden was de afgelopen dagen al in Bakoe, de rest stond op het punt om naar Azerbeidzjan af te reizen voor de tweede week van de onderhandelingen. Daarin moet een akkoord worden gesloten over klimaatfinanciering van ontwikkelingslanden. De Argentijnse regering liet donderdag weten dat ze haar rol in de mondiale klimaatonderhandelingen wilde „heroverwegen”.
Het vertrek kwam nadat president Milei dinsdag een uitgebreid telefoongesprek had met Donald Trump, die in januari voor zijn tweede termijn aantreedt als Amerikaanse president. Trump liet voor zijn herverkiezing weten dat hij, net als tijdens zijn eerste termijn, uit het Klimaatakkoord van Parijs zou stappen omdat het de VS in zijn ogen onevenredig hard treft.
Net als Trump moet Milei weinig hebben van klimaatbeleid. Tijdens zijn verkiezingscampagne ontkende hij geregeld dat klimaatverandering werd veroorzaakt door menselijk handelen. Hij sprak van „een socialistische leugen”. Klimaatwetenschappers noemde hij „luie socialisten”.
Milei heeft kritiek op de Verenigde Naties, die de klimaatonderhandelingen in goede banen moeten leiden. In zijn toespraak bij de Algemene Vergadering beschuldigde hij de VN in september van het opleggen van een „ideologische agenda” en nam hij afstand van de duurzame ontwikkelingsdoelen voor 2030 waarover de internationale gemeenschap in 2015 een akkoord sloot.
„We bevinden ons aan het einde van een cyclus”, zei Milei in zijn toespraak. „Het collectivisme en de morele verhevenheid van de woke-agenda zijn in botsing gekomen met de realiteit, en ze bieden geen geloofwaardige oplossingen voor de problemen van de wereld.”
Een woordvoerder van de Argentijnse regering legde donderdag een verband tussen het vertrek van de delegatie en het ontslag van minister van Buitenlandse Zaken Diana Mondino vorige maand. Volgens de woordvoerder heeft de nieuwe minister, Gerardo Werthein, tijd nodig om het Argentijnse klimaatbeleid te „hervormen”. Veel meer kon hij er niet over zeggen. Hij ging niet in op het bezoek van Milei en Werthein aan een galadiner in Mar-a-Lago, het buitenverblijf van Trump in Florida, diezelfde dag.
In navolging van een mogelijk vertrek uit het Parijsakkoord door aankomend president Trump, zou Milei dat ook kunnen doen. Na zijn aantreden vorig jaar was daar al sprake van, maar gebeurde het niet. Op de klimaattop in Dubai eind vorig jaar liet de Argentijnse klimaatgezant Marcia Levaggi weten juist naar de top te zijn afgereisd om iedereen ervan „te verzekeren dat Argentinië zich aan het Akkoord van Parijs zal blijven houden”.
„Milei is liberaal en libertair. Hij gelooft in de krachten van de markt”, zei Levaggi tegen persbureau Reuters. „En de markt vraagt om maatregelen om klimaatverandering aan te pakken.”
Maar volgens Carla Chavarria, een Argentijnse expert voor klimaatbeleid, is de terugtrekking uit Bakoe een negatief signaal. Deze top gaat over financiering van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden door rijke landen. Argentinië is er economisch slecht aan toe, en kan wel wat klimaatgeld gebruiken. „Op een cruciaal moment om middelen veilig te stellen tegen de klimaatcrisis, wordt het land buitenspel gezet”, schreef Chavarria op X, „waardoor zijn toekomst en zijn aanpassingsvermogen worden verzwakt”.
Ook Ana Mulio Álvarez, die onderzoek doet naar klimaatdiplomatie, noemde in de Buenos Aires Times het vertrek van Argentinië uit Bakoe „een stap terug voor zijn eigen klimaatbestendigheid”. Volgens haar ontbreekt nu de Argentijnse stem „om de broodnodige financiering te bespreken die essentieel is voor ondersteuning van klimaatgevoelige landen”.
Volgens Julieta Zelicovich, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universidad Nacional de Rosario in Argentinië, kan terugtrekking uit het Parijsakkoord ook gevolgen hebben voor het handelsverdrag Mercosur tussen de Europese Unie en een aantal Zuid-Amerikaanse landen. Een stevig milieubeleid, waar EU sterk op aandringt, is een heet hangijzer voor de ratificatie van het verdrag. „Als de regering verder wil met handelsovereenkomsten, is dit een heel verkeerde stap.”
Liveblog
NAM betaalt niet meer mee aan economie en leefbaarheid Groningen