Tv-recensie | André van Duin en Janny van der Heijden voorzien in de enorme behoefte aan feel good-televisie

Een echte gevulde koek – een góéde gevulde koek – heeft vijf amandeltjes op de bovenkant en moet best een tijd in de oven voor hij mooi egaal bruin wordt. Vooral dat laatste is belangrijk, want een bleke gevulde koek… nee, bah, dat wil niemand. Goed gaar en knapperig moet-ie zijn, met een niet te vettige vulling. Een lekker zuurtje in de spijs tilt het baksel tot slot tot ambachtelijke hoogtes.

Ruim een week na de uitreiking van de Gouden Televizier-Ring waren André van Duin en Janny van der Heijden zondag alweer terug op tv. Met hun feel good-reisprogramma Denkend aan Holland (MAX) wisten ze de Ring bijna in de wacht te slepen. Maar uiteindelijk ging Dwars door de lage landen (VPRO), óók een feel good-reisprogramma, er met de hoofdprijs vandoor. Nu heeft patissier Robèrt van Beckhoven zich weer bij het vrolijke duo gevoegd voor een nieuw seizoen van Heel Holland bakt (MAX): geen reisprogramma, wel feel good. Aan dat genre televisie schijnt er momenteel een overweldigende behoefte te zijn.

Naar Heel Holland bakt kijkt de gemiddelde kijker dan ook niet primair om ideeën op te doen voor in de keuken. Ondergetekende in ieder geval niet: die heeft geen enkele intentie binnenkort een poging te ondernemen om een gevulde koek egaal bruin te bakken in haar combimagnetron. Kijken doe je vooral om even binnen te treden in een wereld die niet groter is dan een flinke partytent, waarbinnen de rivaliserende bakkers opvallend lief voor elkaar zijn. Voor een uurtje bestaat de grootste bron van stress niet uit de Amerikaanse verkiezingen of de asielnoodmaatregelenwet, maar uit een homp soesjesdeeg die maar niet de juiste textuur wil krijgen.

Eetbare jurk

Ik begrijp die behoefte aan feel good wel. Die voel ik zelf ook op de zondagavond, als ik de ochtend al heb laten verpesten door WNL op zondag. Daar was Caroline van der Plas (BBB) te gast om te praten over de net gesloten ‘asieldeal’, maar ze had net zo goed thuis kunnen blijven: presentator Rick Nieman wierp zich al ongevraagd op als haar woordvoerder. „Ik zat vrijdagavond naar mijn collega Sven Kockelmann te kijken”, zei hij, verwijzend naar het tv-programma Café Kockelmann (tevens WNL), „en daar zat Nicolien van Vroonhoven – die nam voor mijn gevoel dan weer ontzettend veel afstand van de deal.” Van der Plas knikte. „Vond u dat ook niet een beetje apart?”, vroeg Nieman. „Ik heb wel zitten kijken van: wat zeg je nou precies”, beaamde Van der Plas. Nieman, verontwaardigd: „Wat ben je nou aan het dóén, ja!” De presentator begreep niets van dat afvallige gedrag van de NSC-leider als het aankwam op de asielnoodmaatregelenwet. „Zet je handtekening eronder en sta ervoor en ga dan niet in een talkshow een beetje terug lopen krabbelen.”

In Café Kockelmann had Van Vroonhoven twee dagen eerder haar eigen ongemak weggegiecheld, bijgestaan door de bulderlach van Kockelmann en zijn schildknaap Thomas van Groningen. Ja, het was wel een héél bijzonder kabinet waar ze nu in zat, herhaalde ze telkens, en dan begon het gegiebel opnieuw. Van Groningen mocht tot zijn plezier de laatste triomfantelijke tweet van PVV-leider Geert Wilders voorlezen, die eindigde met: „Nederland weer op 1!” „Dus Wilders heeft weer aan het langste eind getrokken, mevrouw Van Vroonhoven”, stelde Kockelmann. Ook hij combineerde zijn rol als presentator schijnbaar met die van een vrijwillige woordvoerder. Dat asielmigratie een relatief klein deel uitmaakt van de totale migratiecijfers lijkt allang geen thema meer.

Zondagavond zou er nog verder worden gesproken over de asielnoodmaatregelenwet bij Renze op zondag (RTL), maar ik had er geen zin meer in. Ik keek naar amandeltjes op gevulde koeken en taarten in de vorm van jurken. De eetbare jurk van opa Wim vond ik het mooist. Helaas moest hij meteen naar huis. Zelfs in de beste feel good ligt onheil op de loer.